Digitale marketing gebruikt een terminologie met veel begrippen die verwarrend kunnen klinken als u er niet mee vertrouwd bent. In dit artikel zullen we een aantal kernbegrippen uitleggen aan de hand van een praktisch (maar vereenvoudigd) voorbeeld om de zaken wat duidelijker te maken. Stel u voor dat u een webinar wilt organiseren, en dat u wilt dat mensen zich daarvoor inschrijven. Wat moet er dan vanuit het oogpunt van digitale marketing worden gedaan? De hieronder beschreven aanpak kan ook voor andere digitale marketingcampagnes worden gebruikt, bv. om een boek te verkopen dat u hebt geschreven, enz.

Geïnteresseerden moeten zich kunnen registreren voor uw webinar, en daar heeft u een registratieformulier voor nodig. Als het een betalend webinar is, moet u een betalingsmogelijkheid aanbieden. Wat u uiteindelijk wilt, is m.a.w. dat mensen naar dat registratieformulier gaan en zich inschrijven. Maar voordat mensen bereid zijn zich in te schrijven, zullen ze meer willen weten over het webinar, en ze zullen moeten worden overtuigd om te registreren. Om dat te bereiken, gebruikt u een landingspagina die hen de nodige informatie geeft en hen uitnodigt om zich in te schrijven. En om ervoor te zorgen dat ze uw landingspagina vinden, wilt u mensen er naartoe leiden via verschillende middelen die u tot uw beschikking hebt, zoals sociale media, advertenties, een aankondiging op uw website, een mailing naar mensen die geïnteresseerd zouden zijn, enz. Uw digitale marketingstrategie ziet er dus ongeveer zo uit.

Een eerste reeks concepten waarmee u vertrouwd moet raken, heeft te maken met conversie. In de breedste zin van het woord wilt u de mensen die uw advertentie of de melding op uw website, sociale media of in uw e-mailcampagne zien, converteren in klanten die zich inschrijven voor uw webinar. Om ze zover te krijgen, gebruiken we verschillende stappen, waarbij we willen dat ze telkens een specifieke actie ondernemen: klikken op de link die naar uw landingspagina leidt, en dan naar het inschrijfformulier gaan, en zich vervolgens inschrijven. De term conversie wordt ook gebruikt voor elk van deze stappen, wanneer uw prospect de actie onderneemt die u wilt dat ze ondernemen. (Gemakshalve zullen we hieronder de term bezoeker gebruiken als een algemene term voor iedereen die uw website bezoekt, uw advertentie ziet, uw sociale mediaberichten ziet, uw e-mailcampagne leest, enz.)
In de elektronische handel wordt deze aanpak conversiemarketing (of conversion marketing) genoemd. Het is marketing met de bedoeling de conversie te verhogen, d.w.z. bezoekers om te zetten in (betalende) klanten. Het conversiepercentage (of conversion rate) is het percentage bezoekers dat converteert, d.w.z. de gewenste actie onderneemt:

Conversiepercentage = (conversies/totaal aantal bezoekers) * 100%

In ons voorbeeld hebben we drie opeenvolgende acties die we willen dat ze ondernemen, en u wilt hen doorheen dat proces begeleiden: klik op de link naar de landingspagina, klik op de link om zich te registreren, en schrijf u dan in. Elke keer zal slechts een percentage van uw bezoekers de gewenste actie ondernemen. Daarom wordt deze aanpak vaak een conversietrechter (of conversion funnel) genoemd.

In deze context is het begrip “bouncepercentage” (of bounce rate) relevant. De Wikipedia beschrijft het als “een Internet marketing term die gebruikt wordt in web traffic analysis. Het vertegenwoordigt het percentage bezoekers die de site binnenkomen en dan vertrekken (“bounce”) in plaats van verder te gaan met het bekijken van andere pagina’s binnen dezelfde site.” Als we ons voorbeeld nemen, zou u voor deze campagne drie specifieke pagina’s op uw website hebben: eerst een aankondiging, bijvoorbeeld in de nieuwssectie of in uw blog, dan de landingspagina, en ten slotte de registratiepagina. Als de bezoeker uw website verlaat vanaf de pagina met uw aankondiging, vanaf uw landingspagina, of vanaf de registratiepagina voordat hij zich inschrijft, zou dat een zogenaamde bounce zijn. Het bouncepercentage stelt u in staat bij te houden hoe elke stap presteert.

In ons voorbeeld willen we dus drie opeenvolgende conversies, en willen we het conversiepercentage voor elk van deze stappen kunnen bijhouden (wat conversiepercentage-tracking of conversion rate tracking wordt genoemd). Het bijhouden van de conversiepercentages voor elk van deze stappen wordt gedaan voor conversie optimalisatie (of conversion rate optimization – CRO) doeleinden. Conversie optimalisatie wordt vaak gedefinieerd als “de praktijk van het verhogen van het percentage gebruikers die een gewenste actie op een website uit te voeren. (…) Zie het als het proces waarbij u zich richt op het begrijpen van wat uw gebruikers beweegt, tegenhoudt en overtuigt, zodat u hen de best mogelijke gebruikerservaring kunt bieden – en dat is weer wat hen doet converteren en uiteindelijk uw website conversieratio verbetert.” (Hotjar.com).

Het is vermeldenswaard dat platforms die advertenties verkopen, evenals de meeste sociale media een ingebouwde functionaliteit aanbieden om bij te houden hoe uw advertentie of post presteert. Standaard hebben websites die faciliteit niet ingebouwd, maar het is mogelijk om tools zoals Google Analytics of weblog analyzers te installeren voor tracking doeleinden. Ook zij zullen u de nodige informatie verschaffen. (We zullen meer aandacht besteden aan web traffic analyzers in een volgend artikel).

Cruciaal in deze aanpak is uw landingspagina. Dit is waar u uw bezoekers voorziet van de nodige informatie om hen te overtuigen om zich in te schrijven. Een landing page “is een standalone webpagina, speciaal gemaakt voor een marketing-of reclamecampagne.” Het is de plek waar een bezoeker ‘landt’ nadat hij op een link in een e-mail heeft geklikt, of op uw advertentie, of op uw bericht in sociale media, enzovoort. “In tegenstelling tot webpagina’s, die meestal meerdere doelen hebben en aanzetten tot het verkennen van uw website, zijn landingspagina’s ontworpen met één enkele focus of doel, bekend als een call to action (of CTA).” (Unbounce.com).

Meestal opent uw landingspagina met een korte, positieve en aanmoedigende verklaring over uw webinar die zich richt op wat de voordelen voor de deelnemers zijn. Vervolgens kunt u een korte tekst geven die de nodige informatie geeft over het wat en het waarom van uw webinar. Het is belangrijk om deze informatie niet alleen in tekst aan te bieden, maar ook in een visuele vorm – ofwel een infografiek, ofwel een korte video (van pakweg 2 tot 3 minuten). Zorg ervoor dat u ook sociaal bewijs toevoegt, d.w.z. testimonials van bestaande klanten en/of mensen die eerdere webinars hebben bijgewoond. Tenslotte eindigt u met een call to action: op uw landingspagina is dat een knop met een link om te registreren. Het is andermaal een goede gewoonte om van deze oproep tot actie een krachtige, positieve verklaring te maken (bijvoorbeeld: “Ja, ik wil weten hoe ik …”).

Een Call to Action – of oproep tot actie – is dus een uitnodiging aan uw bezoeker om iets te doen. In ons voorbeeld hebben we een CTA in elke stap: een link in de advertenties, sociale mediaberichten, webpagina’s, etc.; een link naar de registratiepagina, en een knop om daadwerkelijk te registreren op de registratiepagina. Om een CTA zo effectief mogelijk te laten zijn, moeten alle links naar andere pagina’s dan die waar u uw bezoeker naartoe wilt leiden, vermeden worden. Als u toch optionele extra informatie wilt geven, gebruik dan een pop-up scherm.

Een andere term die in dit verband soms opduikt, is Key Performance Indicators (KPI). U kent de term waarschijnlijk al van de software die u gebruikt om uw advocatenkantoor te beheren, waarin u bijvoorbeeld kunt vastleggen hoeveel factureerbare uren per maand elke advocaat moet genereren. Dat is een voorbeeld van een KPI. In onze digitale marketing context is de conversieratio ook een KPI. Conversiepercentage-optimalisatie kan dan worden gezien als een manier om uw KPI-scores te verbeteren.

Om bij te houden wat het beste werkt om uw conversiepercentage te verbeteren, kunt u experimenteren met verschillende versies van een advertentie, of een landingspagina, enz. Een veelgebruikte praktijk is om wat A/B-testen te doen. “A/B-testen (ook bekend als split testing) is een proces waarbij twee varianten van dezelfde webpagina tegelijkertijd aan verschillende segmenten van websitebezoekers worden getoond en wordt vergeleken welke variant meer conversies oplevert.” (vwo.com).

In toekomstige artikelen zullen we dieper ingaan op landingspagina’s en op de meetgegevens die u helpen uw conversiepercentages te evalueren.

Bronnen:
• https://en.wikipedia.org/wiki/Conversion_marketing
• https://www.disruptiveadvertising.com/conversion-rate-optimization/conversion-rate/
• https://en.wikipedia.org/wiki/Conversion_rate_optimization
• https://www.hotjar.com/conversion-rate-optimization/
• https://en.wikipedia.org/wiki/Bounce_rate
• https://unbounce.com/landing-page-articles/what-is-a-landing-page/
• https://vwo.com/ab-testing/
• https://www.klipfolio.com/resources/articles/what-is-a-key-performance-indicator
• https://en.wikipedia.org/wiki/Performance_indicator

In dit artikel bekijken we hoe Instagram nuttig kan zijn voor advocaten en advocatenkantoren. Verrassend genoeg gebruikt slechts 25% van de advocaten Instagram voor marketingdoeleinden, ofschoon het voor de meeste jonge volwassenen het belangrijkste sociale medianetwerk is.

Laten we beginnen met uit te leggen wat het is, voor degenen onder u die er niet mee vertrouwd zijn. Instagram is een sociaal netwerk voor het delen van foto’s en korte video’s (60 seconden). Het werd in 2010 gelanceerd als een app voor smartphones. Wat de app zo bijzonder maakte, was dat gebruikers gemakkelijk vooraf gedefinieerde filters konden toepassen op foto’s die ze hadden genomen, en deze vervolgens konden delen met het publiek of met hun volgers. Het werkt met hashtags en locaties, en gebruikers kunnen door de publieke inhoud van andere gebruikers bladeren via deze hashtags en locaties. Net zoals bij Twitter kunnen hashtagonderwerpen trending zijn. Gebruikers kunnen foto’s en video’s liken, en ze kunnen er commentaar op geven. De app werd al snel erg populair en werd in 2012 door Facebook gekocht.

Waarom zou een advocatenkantoor overwegen een Instagram-account te hebben? De belangrijkste reden is voor marketingdoeleinden. Instagram is het op twee na meest gebruikte sociale media-netwerk ter wereld, met meer dan een miljard maandelijks actieve gebruikers. (Alleen Facebook en YouTube hebben er meer, met respectievelijk 2,8 miljard en 2 miljard). Om een en ander in perspectief te plaatsen: LinkedIn heeft slechts 260 miljoen maandelijks actieve gebruikers, terwijl Twitter er 187 miljoen heeft. Belangrijker nog, Instagram is het meest gebruikte sociale media platform voor consumenten tussen de 18 en 35 jaar. En met geolocatie-tagging is het een gemakkelijke manier om lokale doelgroepen te bereiken.

In tegenstelling tot Facebook, Twitter en LinkedIn, die op tekst gebaseerde sociale media zijn, is Instagram vooral een visueel medium. En dat is een van de belangrijkste redenen voor zijn populariteit: visuele informatie is aantrekkelijker dan tekst. En het heeft ook de neiging om meer reacties op te roepen: foto’s op Instagram krijgen meer reacties dan welk ander sociale media platform dan ook. Bovendien is het mogelijk om uw Instagram-account te koppelen aan uw Twitter-, LinkedIn- en/of Facebook-account, zodat foto’s op Instagram ook op die platforms worden gedeeld.

Ook vermeldenswaard is dat Instagram effectief kan worden gebruikt als wervingstool. (Zoals hierboven vermeld, zitten jonge volwassenen veel vaker op Instagram dan op LinkedIn).

Welke diensten biedt Instagram aan? Het begon als een dienst om foto’s en korte video’s te delen, en dat is nog steeds waar het voornamelijk voor wordt gebruikt. Maar het biedt ook andere diensten aan. Laten we beginnen met Instagram Stories. In zijn artikel voor rankings.io legt Chris Dryer uit dat “Instagram Stories foto’s en video’s zijn die je de hele dag door kunt delen in een verticaal, diavoorstellingsformaat. In tegenstelling tot gewone foto’s en video’s verschijnen deze niet in de gewone Instagram-nieuwsfeed of in het raster op je Instagram-profiel. In plaats daarvan verschijnen ze bovenaan de nieuwsfeed voor degenen die je Instagram-account volgen.” Belangrijk om te weten is dat stories slechts 24 uur beschikbaar blijven.

Vervolgens hebben we Instagram Live. Instagram Live is technisch gezien een onderdeel van Instagram Stories, en stelt u in staat om een livestream uit te zenden vanaf uw smartphone. Deze livestreams kunnen tot een uur duren. Let wel, omdat ze een onderdeel zijn van de Instagram Stories, zijn ze standaard maar 24 uur beschikbaar na de livestream. Het is echter wel mogelijk om een livestream op te slaan als een ‘highlight’, wat betekent dat deze wordt toegevoegd aan uw gebruikersprofiel.

Een andere videodienst die Instagram aanbiedt, is Instagram TV, meestal afgekort tot IGTV. Waar Instagram Live-video’s niet in een nieuwsfeed verschijnen en automatisch verdwijnen, worden Instagram TV-video’s in uw nieuwsfeed geplaatst, waar een kopie ervan – met een eigen URL – beschikbaar blijft. Video’s van maximaal een uur kunnen worden geüpload als dat vanuit een webbrowser gebeurt. Als ze rechtstreeks worden geüpload als een video die met uw telefoon is opgenomen, is de duur beperkt tot 15 minuten video.

Instagram biedt ook Bedrijfspagina’s/Bedrijfsprofielen aan. Hiervoor is een professionele account nodig, maar dat kan simpelweg door het activeren van de account als een professionele account in de instellingen. Zodra dat is gedaan, wordt de optie om een bedrijfsprofiel in te vullen beschikbaar. Als uw advocatenkantoor al een pagina op Facebook heeft, is het mogelijk om uw Instagram Business en Facebookpagina’s te koppelen. Dit moet gedaan worden vanuit Facebook en zorgt ervoor dat de informatie die u op uw Facebookpagina hebt ook beschikbaar is in Instagram. Het is ook mogelijk om de twee pagina’s automatisch berichten te laten delen, wat betekent dat als iets op de ene pagina wordt gepost, het ook op de andere pagina verschijnt. Dit is dus de plaats om alle lokale bedrijfsgegevens van uw advocatenkantoor toe te voegen. Zeker als u weet dat meer dan 200 miljoen Instagram-gebruikers minstens één keer per dag een Instagram bedrijfsprofiel bezoeken.

Een bijkomend voordeel van het instellen van uw Instagram-account als een professionele account, is dat u toegang krijgt tot Instagram Insights, die u gedetailleerde engagementoverzichten geven. Dat maakt het gemakkelijk om zogenaamde Key Performance Indicators (Kritieke Prestatie Indicatoren) op te volgen.

Net als bij andere sociale medianetwerken biedt Instagram ook de mogelijkheid om advertenties te publiceren. En net als bij Facebook en LinkedIn is het mogelijk om de parameters heel precies te definiëren om uw doelgroep te identificeren.

Hoe begint u eraan? Een account aanmaken is eenvoudig, en kan gedaan worden vanaf een smartphone waar u eerst de app moet downloaden. Of u kunt zich gewoon aanmelden via een browser. Als u een Facebook-account hebt, kunt u uw Facebook-account gebruiken om als gebruiker te registreren en vervolgens in te loggen. Houd er wel rekening mee dat u zich weliswaar kunt aanmelden vanaf een pc met een browser, maar dat het uploaden van foto’s en video’s doorgaans moet gebeuren via de app op uw smartphone.

Dan kunt u beginnen met het delen van foto’s. Het doel hier is om leads aan te trekken en om dat te doen, gebruikt u uw foto’s om geloofwaardigheid, vertrouwen en merkbekendheid op te bouwen onder uw volgers. In haar artikel voor Law Firm Ambition geeft Becky Simms het volgende advies.

  • Werk aan uw persona, toon uw persoonlijkheid en de persoonlijkheid van uw advocatenkantoor. Focus hierbij op benaderbaarheid.
  • Laat de mensen in uw bedrijf zien, en zorg ervoor dat u enkele foto’s van het leven achter de schermen plaatst.
  • Toon hoe u betrokken bent bij de gemeenschap.
  • Zoek naar mogelijkheden om uw deskundigheid te illustreren, zonder juridisch advies te geven. Plaats foto’s van artikelen die u hebt geschreven, webinars die u hebt gegeven, conferenties waar u hebt gesproken of die u hebt bijgewoond, enz.
  • Ga na of uw collega’s inhoud kunnen leveren.
  • Vermijd directe zelfpromotie.
  • Gebruik de Instagram-app op uw mobiele telefoon om foto’s te maken.
  • Streef naar een relevante afbeelding bij elke post op sociale netwerken.
  • Gebruik hashtags op Instagram om uw afbeeldingen beter zichtbaar/makkelijker vindbaar te maken. Aarzel niet om veel hashtags te gebruiken.
  • Laat u inspireren door wat andere advocaten doen.
  • Blijf in de gaten houden hoe het Instagram-platform zich ontwikkelt.

In een artikel in Forbes Magazine beveelt Jenna Gross aan om de volgende marketingtactieken te gebruiken:

  • Maak een actieplan.
  • Roep emoties op.
  • Bouw een visueel verhaal.
  • Creëer conversaties.
  • Vereenvoudig het pad voor potentiële cliënten om cliënt te worden.

Nog twee praktische tips: er zijn programma’s van derden, zoals Buffer en Hootsuite, waarmee u berichten van tevoren kunt inplannen. Ze bieden beide gratis en betalende versies aan. U kunt beginnen met de gratis versie en indien nodig upgraden.

Zoals hierboven vermeld, moet het uploaden van video’s en foto’s vanaf een smartphone gebeuren. Er zijn hoofdzakelijk twee oplossingen als u toch uw PC of laptop wilt gebruiken. De eerste is om Bluestack te installeren, waarmee u Android Apps op uw PC of laptop kunt draaien. Zodra Bluestack is geïnstalleerd, installeert u de Instagram voor Android app, en u bent klaar om aan de slag te gaan. Als alternatief kunt u de Vivaldi browser gebruiken, waarmee Instagram als een desktopapplicatie kan draaien in een web-paneel van waaruit ook foto’s kunnen worden geüpload. (Zie https://vivaldi.com/blog/instagram-post-from-computer/ voor een uitleg).

En nu bent u klaar om naar hartenlust plaatjes te gaan schieten.

Bronnen:

 

Video is de drijvende kracht van het internet geworden. Hoewel de werkelijke aantallen van bron tot bron kunnen verschillen, schatten de meeste dat 80% tot 82% van het internetverkeer in 2020 uit video bestond, en dat een derde van de onlineactiviteit bestond uit het bekijken van video’s. In de VS bijvoorbeeld bekijkt 85% van de bevolking met internettoegang dagelijks video’s online. In Saoedi-Arabië ligt dat cijfer op 98%. De meeste video’s die we bekijken zijn entertainment, wat niet echt een verrassing is. Mensen bekijken graag video’s, en dat is de marketeers niet ontgaan. In 2018 al maakte 87% van de online marketeers gebruik van videocontent. Wat belangrijk is, is dat kijkers 95% van een boodschap herinneren als ze het in een video bekijken, vergeleken met 10% als ze het in tekst lezen. De artikelen in de bronnen hieronder geven nog veel meer interessante statistieken.

In het jaarlijkse Legal Technology Survey Report voor 2020 van de American Bar Association valt op dat advocatenkantoren video nauwelijks gebruiken voor iets anders dan videoconferenties. Slechts 3% van de respondenten maakt video’s die inhoud bieden, vergeleken met 85% van de bedrijven in het algemeen. Het rapport wijst er terecht op dat advocatenkantoren belangrijke kansen laten liggen door geen video-inhoud te produceren.

Door de pandemie maken de meeste advocatenkantoren inmiddels routinematig gebruik van videoconferencing. 88% van de advocaten in de VS heeft in 2020 op afstand gewerkt, en voor 48% van de advocaten is werken op afstand hun standaardwerkwijze geworden. In plaats van face-to-face meetings te houden, maken zij gebruik van videoconferenties zolang een fysieke aanwezigheid niet vereist is. Deze sterke toename van videoconferencing betekent ook dat de meeste advocatenkantoren de nodige setup hebben om video’s te gaan produceren.

Waarvoor kunnen advocatenkantoren video gebruiken, behalve voor videoconferenties? Video wordt vaak gebruikt voor referenties, voor informatieve video’s en voor uitlegvideo’s, storytelling, webinars en podcast video’s. Laten we die eens nader bekijken.

Referenties: juridische consumenten zijn online consumenten. Wanneer ze van de diensten van een advocatenkantoor willen gebruik maken, gaan ze eerst online informatie inwinnen over dat kantoor. Online sociaal bewijs speelt daarbij een belangrijke rol. Het is de op een na belangrijkste manier voor juridische consumenten om te beslissen welk advocatenkantoor ze zullen inhuren, na directe persoonlijke aanbevelingen. Potentiële cliënten zijn benieuwd naar de verhalen en ervaringen van andere mensen. De website Social Media Examiner stelt de volgende stappen voor. Begin met het maken van een vragenlijst voor uw referentie, met de vragen waarvan u denkt dat uw potentiële klanten ze graag beantwoord zouden zien. Ga op zoek naar een geschikte filmlocatie. Maak de opnames en neem het interview op. Indien nodig, bewerk de video. Plaats het op uw website in een sectie gewijd aan referenties. Gebruik sociale media om regelmatig links te posten naar uw referentie video’s.

Informatieve video’s en uitleg video’s: veel advocatenkantoren bieden op hun website al een blog of artikelen aan die potentiële cliënten gratis advies geven over specifieke onderwerpen. Dit kan ook worden gedaan met behulp van video in plaats van geschreven artikelen. U kunt buurtbewoners vragen een aantal vragen in te sturen, en die beantwoorden in korte video’s, idealiter van ongeveer 3 minuten. U kunt ook korte video’s maken waarin u bepaalde concepten uitlegt, of hoe nieuwe regelgeving mensen zal beïnvloeden. Een voordeel dat deze korte video’s hebben ten opzichte van geschreven artikelen, is dat de kans groter is dat ze worden gedeeld op sociale media. En als je al een blog hebt, is het een goede strategie om de artikelen van je blog te hergebruiken als korte video’s. Er zijn zelfs AI-oplossingen (zoals lumen5.com) beschikbaar om dat proces te automatiseren.

Verhalen vertellen: mensen willen zich kunnen inleven in de mensen op wiens diensten ze een beroep willen doen. Ze willen dus graag meer weten over die personen, en ze horen liever verhalen dan dat ze droge uiteenzettingen lezen. U kunt video’s maken over uw advocatenkantoor, de advocaten en het personeel erin, successen uit het verleden, enz. Individuele advocaten kunnen over zichzelf vertellen en bijvoorbeeld uitleggen waarom zij ervoor kozen om advocaat te worden, of waarom zij besloten om zich in specifieke vakgebieden te specialiseren. Het doel van deze videoverhalen is om een persoonlijke band te creëren tussen de advocaten en hun potentiële cliënten en om het advocatenkantoor menselijker te maken.

Webinars en videopodcasts: terwijl webinars educatieve workshops over specifieke onderwerpen zijn, zijn podcasts meer een informeel gesprek. Ze zijn meestal diepgaander en duren langer dan de korte informatieve en uitleg video’s. Het is zinvol om uw webinar of podcast op te nemen en de video vervolgens op uw website of op een hostingplatform te plaatsen. Zodra dit is gedaan, kunnen ze worden gedeeld op sociale media. U kunt zelfs delen van de video vrijgeven als kortere clips.

Het Content Marketing Institute geeft de volgende tips voor best practices:

  • Investeer in het proces, niet alleen in het product: de video’s die u plaatst, moeten een integrale pijler van uw contentmarketingstrategie zijn, niet een bijproduct. Bepaal dus de rol en doelstellingen van uw video-inhoud en plan uw contentstrategie dienovereenkomstig.
  • Houd uw einddoel voor ogen – en bepaal hoe u zult weten wanneer u dat hebt bereikt: wat wilt u bereiken met uw video, en wat wilt u dat uw kijkers doen na het bekijken van de video?
  • Schrijf een script dat uw publiek zal willen volgen. Gebruik een gemoedelijke toon. Spreek in korte, bondige zinnen om belangrijke punten te benadrukken. Vermijd jargon. Doe een proeflezing waarbij u het script hardop voorleest voordat u het opneemt, om te ontdekken waar het script eventueel moet worden aangepast.
  • Weet wanneer een video te hosten en wanneer een video op uw website te plaatsen. U kunt uw video’s op uw eigen website plaatsen, of u kunt ze hosten op beschikbare platforms. Voor webinars en podcasts kun je live streaming platforms en apps overwegen. Er zijn speciale diensten, maar de meeste sociale media-platforms bieden tegenwoordig ook de mogelijkheid. En kortere video’s kunnen ook rechtstreeks zelf op sociale media worden geplaatst.
  • Vind het juiste platform voor verschillende soorten video’s: het kan zijn dat u verschillende tests moet uitvoeren om te bepalen wat u waar en wanneer moet posten. Sommige content zal bijvoorbeeld beter werken op een platform als LinkedIn, terwijl andere content misschien beter werkt op kanalen als Instagram, Snapchat of TikTok.
  • Voeg een transcriptie toe: zoekmachines zijn niet goed in het vinden van inhoud in video’s, en uw kijkers willen misschien snel iets herlezen dat in de video werd gezegd.
  • Gebruik tags voor uw video: als u wilt dat uw video wordt gevonden door nieuwe kijkers, voeg dan de relevante tags, titels en beschrijvingen toe aan uw video’s.
  • Push je video’s naar influencers, abonnees, fans en volgers om je kijkerspubliek uit te breiden.
  • Analyseer de aandachtsspanne om optimalisatiemogelijkheden te identificeren: “Betrokkenheidsgegevens en andere belangrijke prestatie-indicatoren kunnen belangrijke inzichten bieden in de voorkeuren en gedragingen van uw publiek, die u kunt gebruiken om uw videostrategie te verfijnen en aan te passen. Als u bijvoorbeeld merkt dat kijkers na 10 seconden in uw video’s afhaken, moeten uw intro’s misschien worden ingekort.”
  • Monitor viewer reactions to gain additional consumer insights: on a platform like Facebook, e.g., you can not only keep track of the number of engagements, but also of the type of engagement: did they share your video? Did they “like” it, or did they respond with “love”, “sad”, or “angry”? Access to this type of metadata can help you determine whether you are getting the desired response to your video.
  • Monitor de reacties van kijkers om meer inzicht te krijgen in de consument: op een platform als Facebook kunt u bijvoorbeeld niet alleen het aantal reacties bijhouden, maar ook het soort reactie: hebben ze uw video gedeeld? Vonden ze die leuk, of reageerden ze met “geweldig”, “verdrietig”, of “boos”? Toegang tot dit soort metadata kan u helpen te bepalen of u de gewenste respons op uw video krijgt.

Als u deze beste praktijken en tips in gedachten houdt, kunt u het succes van uw video’s optimaliseren.

Bronnen:

In november 2020 publiceerde de Amerikaanse Orde van Advocaten haar jaarlijkse Legal Technology Survey Report, dat een overzicht geeft van de trends in juridische technologie. Nu, voor 2020, is het belangrijk om er rekening mee te houden dat ofschoon het rapport in november werd gepubliceerd, het grootste deel van de eigenlijke enquête werd uitgevoerd in het begin van 2020, i.e. voordat de pandemie begon. We weten uit andere gepubliceerde rapporten dat de pandemie een dramatisch effect heeft gehad op het gebruik van juridische technologie. Deze effecten zijn nog niet weerspiegeld in het verslag van het Legal Technology Survey 2020. Hieronder bespreken we enkele van de blikvangers van het rapport. Een meer diepgaande thematische bespreking van het rapport is te vinden op de website van Law Technology Today. (De URL’s zijn hieronder opgenomen).

Demografie: In 2020 bestonden de advocaten in de enquête voor 26% uit solisten, 30% advocaten in kantoren van 2-9 advocaten, 17% in kantoren van 10-49 advocaten, 5% in kantoren van 50-99 advocaten, 10% in kantoren van 100-499 advocaten, en 12% in kantoren van 500+. De gemiddelde leeftijd van de respondenten was 58 jaar. Ongeveer 69% van hen waren mannen, terwijl 31% vrouwen waren, en ze waren gemiddeld al 30 jaar aan de balie ingeschreven. Op basis van de gegenereerde inkomsten waren de grootste praktijkgebieden geschillenbeslechting (27%), gevolgd door estate planning (20%) en vastgoedtransacties (16%).

Cybersecurity: Het rapport van 2019 waarschuwde dat advocatenkantoren slecht scoren op het gebied van cybersecurity. In 2020 zijn er weliswaar kleine verbeteringen, maar er is jammer genoeg niet voldoende veranderd. En dat is problematisch, want tijdens de pandemie is het aantal cyberaanvallen, vooral op advocaten die van thuis uit werken, toegenomen. Het aantal kantoren dat een beveiligingsinbreuk heeft meegemaakt is gestegen van 26 naar 29%, en het aantal kantoren dat een virus, spyware of malware-infectie heeft meegemaakt is gestegen naar 36%. Opvallend is ook dat hoe groter het advocatenkantoor is, hoe groter het aantal advocaten is dat niet weet of ze beveiligingsincidenten hebben gehad.

Nog steeds maakt minder dan de helft van de ondervraagde advocaten gebruik van beveiligingstools: “43% van de respondenten gebruikt bestandsversleuteling, 39% gebruikt e-mailversleuteling, 26% gebruikt volledige/volledige schijfversleuteling. Andere beveiligingshulpmiddelen die door minder dan 50% van de respondenten worden gebruikt, zijn multifactorauthenticatie (39%), inbraakpreventie (29%), inbraakdetectie (29%), beheer en wissen van apparaten op afstand (28%), herstel van apparaten (27%), webfiltering (26%), bewaking van medewerkers (23%) en biometrische aanmelding (12%)”.

Het lijkt er ook op dat advocaten, in plaats van de eigenlijke problemen aan te pakken, de voorkeur geven aan verzekeringen voor cyberaansprakelijkheid. “36 procent van de respondenten, tegenover 33 procent in 2019, 34 procent in 2018 en 26 procent in 2017.” En er is ook verbetering als het gaat om de plannen voor de aanpak van incidenten: in 2020 gaf 34% van de respondenten aan dat hun bedrijf een dergelijk rampenplan had, tegenover 31% in 2019 en 25% in 2018.

Cloud computing: het vlak waar het rapport het meest verouderd is, is waarschijnlijk dat van cloud computing. De pandemie heeft geleid tot een enorme toename van het gebruik van cloudoplossingen, maar dat is nog niet terug te vinden in het rapport. In het rapport wordt geconstateerd dat de advocatuur nog steeds dramatisch achterloopt in het gebruik van de cloud, met slechts 59% van de advocaten, een minimale stijging in vergelijking met de 58% in 2019. Opmerkelijk en verrassend is dat advocaten nog steeds meer gebruik maken van populaire professionele clouddiensten zoals Dropbox (67%), Microsoft 365 (49%), iCloud (19%), Microsoft Teams (18%), Box (13%), en Evernote (12%) dan van specifiek juridische clouddiensten.

Net als in 2019 is het verslag gealarmeerd door het gebrek aan veiligheidsmaatregelen van advocatenkantoren bij het gebruik van clouddiensten. “De resultaten van het onderzoek van 2020 (pre-COVID-19) toonden aan dat de toch al lakse naleving door advocaten van zelfs de meest elementaire cybersecurity-praktijken nog verder ontspoord is. Hoewel advocaten zeggen dat vertrouwelijkheid, beveiliging, gegevenscontrole en -verwerking, deontologie, reputatie en andere zorgen belangrijk zijn, is de toepassing van voorzorgsmaatregelen voor de beveiliging vrij laag. Amper 31% (in vergelijking met de 35% van 2019) van de respondenten nam een van de specifieke standaard voorzorgsmaatregelen op het gebied van cybersecurity. Elf procent van de respondenten (tegenover 7 procent in 2019) gaf aan geen van de genoemde veiligheidsmaatregelen te nemen. Slechts 45% van de respondenten meldt dat de invoering van cloud computing heeft geleid tot veranderingen in de interne technologie of het beveiligingsbeleid. Dit zijn verontrustende cijfers.” (Law Technology Today).

Praktijkmanagement: verrassend genoeg blijkt uit het rapport dat het gebruik en de beschikbaarheid van praktijkmanagementsoftware over het algemeen is afgenomen. De enige uitzondering is voor kleine advocatenkantoren met 2 tot 9 advocaten. Conflictmanagement-tools doen het iets beter dan praktijkmanagementsoftware, maar ook het gebruik en de beschikbaarheid daarvan is gestagneerd. Ook hier zijn de kleine kantoren met 2 tot 9 advocaten de uitzonderingen.

Met een wereldwijde toename van de wetgeving op het gebied van privacybescherming kwam er een toename in het gebruik en de beschikbaarheid van tools voor het verwijderen van metagegevens. En hoewel het onderzoek grotendeels werd uitgevoerd vóór de pandemie, ziet het rapport een toename in tools voor afstandswerken. In verband hiermee is het primaire werkstation voor de meeste advocaten niet langer een desktopcomputer, maar een laptopcomputer.

Slechts 45% van de respondenten zei dat ze juridische analysetools gebruikten, tegenover 49% in 2019.

Technologie-opleiding: Advocaten begrijpen dat een technologie-opleiding belangrijk is: 82% van de -respondenten is het ermee eens dat het belangrijk is om een opleiding te krijgen over de technologieën die hun advocatenkantoor gebruikt. Toch hadden minder advocaten – slechts 59% – toegang tot een dergelijk opleiding op hun kantoor dan in 2019. De daling van de beschikbaarheid was grotendeels terug te vinden in de segmenten van de solo-advocaten (27%, tegenover 28%) en de middelgrote kantoren met 10-49 advocaten (74%, tegenover 82%). Kleine kantoren van 2-9 advocaten en grote kantoren (100-499 advocaten) zagen daarentegen wel een kleine stijging, met respectievelijk 50% in plaats van 49,3% en 96% in plaats van 95%.

Het rapport merkte ook op dat 91% van de solo-respondenten aangaf “zeer comfortabel” of “enigszins comfortabel” te zijn bij het gebruik van de beschikbare technologie van hun advocatenkantoren. Het rapport waarschuwt expliciet dat deze advocaten hun capaciteiten overschatten met betrekking tot de technologieën die ze gebruiken en dat ze hun behoefte aan opleiding onderschatten. Het verwijst expliciet naar het Dunning-Kruger effect.

Websites en Marketing: Over het algemeen hebben de meeste advocatenkantoren (54%) nog steeds geen marketingbudget. Voor de meeste solo- en kleine kantoren lijkt een marketingbudget eerder een uitzondering dan de regel te zijn: slechts 32% van de kleine kantoren (2-9 advocaten), en 14% van de solo-advocaten heeft er een. Voor degenen die een marketingbudget hebben, heeft 26% geantwoord dat het in 2020 is gestegen; voor 11% is het gedaald; voor 27% is het gelijk gebleven, en 36% van de respondenten wist het niet. Het marketingbudget wordt voornamelijk besteed aan sponsoring (48%), gevolgd door LinkedIn (42%), e-mail (41%), Facebook (33%) en print (21%).

Als het gaat om websites en blogs, antwoordde 87% van de advocatenkantoren dat ze een website hadden. Onder de solo’s is het percentage echter veel lager, met slechts 59%. Advocaten lijken de primaire rol van hun website nog steeds als een online brochure te zien, waar de website voornamelijk informatie over de partners (98%) en medewerkers (73%) geeft. Ongeveer de helft van de websites vermeldt ook de zaken die het kantoor behandelt. En 56% van de advocaten gebruikt hun website nu ook voor content marketing, waar ze hun eigen juridische artikelen publiceren. Slechts 27% gebruikt er evenwel een blog voor. Onder de solo’s daalt het percentage dat eigen content publiceert tot slechts 17%. De meeste websites zijn tegenwoordig mobiel vriendelijk, terwijl slechts 6% zegt dat hun websites dat niet zijn.

Als het gaat om individuele promotie, zegt 77% van de advocaten zichzelf te promoten op sociale media. Slechts 9% gebruikt ook andere kanalen.

Uit het enquêteverslag 2020 blijkt dat er nog steeds een grote kloof bestaat tussen de eenmanskantoren en de kleine kantoren enerzijds en de grotere kantoren anderzijds, als het gaat om hun marketinginspanningen.

Budgettering & Planning: de meeste advocaten begrijpen inmiddels dat een technologiebudget essentieel is. In totaal heeft 62% een technologiebudget (tegenover 60% in 2019), maar voor een alarmerende 59% van de eenmanskantoren en 41% van de kleine kantoren (2-9) is dat nog steeds niet het geval. Maar liefst 71% van de solokantoren heeft ook geen opleidingsbudget. Als het gaat om de omvang van het budget, is het gelijk gebleven of licht gestegen. Interessant is dat het voornamelijk in solokantoren hetzelfde is gebleven, terwijl het in de grotere kantoren licht is gestegen. In het rapport wordt geadviseerd om tijd te besteden aan het plannen van een budget, dat onder andere bestaat uit technologietrainingen, en om het gebruik te meten en bij te houden wat werkten wat niet. Op die manier kunnen ze de nodige prioriteiten stellen en hun middelen beter besteden.

Bronnen:

Zoals gebruikelijk heeft Good2bSocial (www.good2bsocial.com) enkele weken geleden haar jaarlijkse index van sociale advocatenkantoren (Social Law Firm Index) gepubliceerd. Als u er niet mee vertrouwd bent: het is studie van sociale media marketingadoptie, gebruik, en praktijken binnen de juridische sector. Het analyseert de aanwezigheid van elk kantoor op het internet en in de sociale media en evalueert hun gebruik van deze media om de inhoud van kennisleiderschap (thought leadership) uit te breiden en om in contact te komen met cliënten en potentiële cliënten. Het meet het bereik, de betrokkenheid en de marketingprestaties van sociale media op platforms zoals Twitter, LinkedIn, Facebook, Instagram en YouTube. Op basis van deze informatie publiceert het rapport ook rankings van de Top 200 van Amerikaanse advocatenkantoren voor de beste prestaties op het gebied van sociale media.

Door het coronavirus was 2020 grondig verschillend, en dat blijkt uit de bevindingen van het rapport. Hier zijn de belangrijkste vaststellingen.

  1. Bedrijven hebben hun digitale marketingstrategieën tijdens de pandemie massaal aangezwengeld: Vroeger vertrouwden advocaten vooral op ‘sociale marketing’ om nieuwe cliënten aan te trekken via persoonlijke sociale contacten op sociale evenementen, enz. Zelfs in dit digitale tijdperk was het een vrij gebruikelijke en belangrijke manier om potentiële nieuwe cliënten te bereiken. Maar in 2020 zorgde het coronavirus ervoor dat dit geen haalbare optie meer was. Omdat advocatenkantoren hun hele praktijk online moesten brengen, werden ze ook gedwongen om digitale marketingstrategieën te omhelzen in een mate die nog nooit eerder was vertoond. In 2020, “zagen we bedrijven webinars omarmen, inhoud creëren en promoten, hun sociale media reclamebudgetten verhogen en podcasts lanceren. Digitale marketing is hier om te blijven en het is geweldig om te zien hoe bedrijven het omarmen en leren van best practices en mogelijkheden om te groeien”. (Guy Alvarez, CEO Good2bSocial).
  2. Het jaar van de webinars: In 2020 werden webinars een van de belangrijkste marketinginstrumenten voor advocatenkantoren en voor het leveren van waardevolle content voor hun cliënten en potentiële cliënten. Waar webinars altijd al een effectief digitaal marketinginstrument voor advocatenkantoren waren, werden ze in 2020 een noodzaak.
  3. De opkomst van podcasts: 2020 was ook het jaar waarin advocatenkantoren begonnen met het omhelzen van podcasts. Niet minder dan 38% van de top 200 van advocatenkantoren in de VS produceert podcasts, en dat percentage zal naar verwachting in 2021 blijven stijgen. Podcasts stellen advocatenkantoren in staat om hun verhaal te vertellen, hun expertise en vakinhoudelijke autoriteit te tonen, terwijl ze mogelijk een gloednieuw publiek bereiken.
  4. Verhoogde interesse in SEO: in 2019 heeft Google een aantal fundamentele wijzigingen aangebracht in zijn zoekalgoritmes. De achterliggende gedachte is dat mensen op zoek zijn naar antwoorden op vragen. De algoritmes werden dus aangepast om webpagina’s die de relevante informatie bieden om die vragen te beantwoorden, te prioriteren. Met andere woorden, de focus is verschoven van zoeken op trefwoorden naar zoeken naar relevante inhoud. Dit dwong veel advocatenkantoren om de inhoud die ze leverden opnieuw te evalueren en hun SEO-inspanningen aan te passen om de nadruk te leggen op de meest nuttige, relevante en doelgerichte inhoud die ze leverden.
  5. Betaalde advertenties op LinkedIn gaan mainstream: advocatenkantoren merkten dat hun reclame op LinkedIn veel effectiever was dan op andere platforms. “Het belangrijkste verkoopargument van het platform voor marketeers is de mogelijkheid om zich te richten op een publiek via hun industrie, functie en werkervaring en meer, niet alleen hun demografie”. Als gevolg daarvan is betaalde reclame op LinkedIn de nieuwe norm voor advocatenkantoren geworden.

Naast deze belangrijke vaststellingen, bevat het verslag ook een aantal voorspellingen voor 2021:

Technologiegebruik zal op een historisch hoogtepunt zijn: technologiegebruik door advocatenkantoren werd spectaculair versneld door de pandemie. Omdat mensen elkaar niet persoonlijk konden ontmoeten, ontmoetten ze elkaar in cyberspace, en de advocatuur volgde het voorbeeld: niet alleen begonnen advocaten virtueel te vergaderen met cliënten, maar ook werden rechtszaken online afgehandeld. Als gevolg daarvan hebben advocatenkantoren als nooit tevoren vertrouwd op technologie en dat zal naar verwachting in 2021 zo blijven. Naarmate ze vertrouwd raken met al deze nieuwe technologieën, zullen ze er meer voordeel uit blijven halen. Advocatenkantoren zijn begonnen met het omarmen van creativiteit en het integreren van kunstmatige intelligentie, wat ook een hulpmiddel is geworden voor data-gestuurde marketingcampagnes. Kunstmatige intelligentie maakt het ook mogelijk om de juiste inzichten te halen uit de gegevens die ze al hebben verzameld via de verschillende softwareplatforms die ze gebruiken. Dit alles zal naar verwachting bijdragen tot een grotere operationele efficiëntie en een beter risicobeheer.

Grotere adoptie van account-based marketing: een van de verschuivingen die we zien is de nieuwe focus op account-based marketing. Account-based marketing wordt ook wel key account marketing genoemd. Het idee is om de belangrijkste accounts te identificeren en vervolgens uw marketingstrategieën aan te passen voor elk van hen afzonderlijk, in plaats van één algemene marketingstrategie te hebben voor alle accounts. Het is efficiënter en maakt het gemakkelijker om doelen te volgen en te meten en een duidelijke ROI te identificeren. Omdat het zich richt op de ervaring van de cliënt, resulteert het ook in een toename van de cliëntloyaliteit.

Toenemend gebruik van sociale-mediareclame: de pandemie heeft geleid tot een toename van de sociale-mediareclame en dit zal naar verwachting voortduren in 2021. LinkedIn zag zijn marktaandeel onder advocatenkantoren toenemen en Facebook wil competitief blijven en past zijn aanbod aan. Het resultaat zal zijn dat het gemakkelijker en effectiever zal worden om sociale mediareclame te gebruiken dan voorheen.

Grotere nadruk op website seo + cro: aangezien het online aantrekken van nieuwe cliënten de nieuwe norm wordt, zal meer aandacht worden besteed aan Search Engine Optimization (SEO) en Conversion Rate Optimization (CRO). Waar websites vroeger online brochures waren, zijn het nu volwaardige hulpmiddelen voor het werven van nieuwe cliënten. De conversieratio is het percentage van uw websitebezoekers – of leads – dat daadwerkelijk cliënt wordt, en CRO richt zich op strategieën en technologieën om die conversieratio’s te optimaliseren. Het is een stapsgewijs proces waarbij onder andere gezocht wordt naar manieren om cliënten te engageren, via bijv. Calls to Action (CTA) op webpagina’s, enz.

In voorgaande jaren bevatte het verslag ook een lijst van beste en slechtste praktijken. Het verslag van dit jaar is iets anders in die zin dat het nog steeds een lijst met slechtste – i.e  te vermijden – gewoontes bevat, maar niet langer een lijst met algemene best practices. In plaats daarvan worden die best practices nu per specifiek platform geanalyseerd, wat buiten het bestek van dit artikel valt. We hebben wel de tijd om de lijst van de slechtste gewoontes die vermeden moeten worden door te nemen.

Websites zijn niet geoptimaliseerd voor conversies: de primaire functie van een website moet zijn om nieuwe cliënten aan te trekken, en daarom moet de klemtoon liggen op conversies.

Geen echte duidelijkheid over het doelpubliek of de bedrijfsdoelstellingen: een website mag niet louter een aanwezigheid op het internet zijn, gericht op het anonieme grote publiek. Advocatenkantoren moeten hun doelgroepen en ideale cliënten identificeren, en ze moeten duidelijk definiëren wat ze willen bereiken met hun website.

Geen gebruik maken van data/ technologie om te evolueren: om uw website effectief te gebruiken om nieuwe cliënten aan te trekken, moet u allerlei statistieken bijhouden en opvolgen: wat werkt wel en wat werkt niet als we willen opvallen en de aandacht van potentiële cliënten trekken, om hen dan finaal te converteren naar cliënten?

Alleen aandacht voor de bovenkant van de trechter: CRO-strategieën maken gebruik van de analogie van een trechter, waarbij u aan de bovenkant van de trechter alle potentiële nieuwe cliënten hebt, en aan de onderkant van de trechter diegenen die daadwerkelijk cliënten worden. De CRO-strategieën zijn gericht op het leiden van de leads door die trechter. Veel advocatenkantoren maken de fout om zich alleen te richten op de eerste stap, of de bovenkant van de trechter. Ze moeten ook aandacht besteden aan de volgende stappen, of het midden van de trechter. “Middle-of-funnel prospects zitten al in de kooptrechter en zijn perfecte kandidaten voor gerichte marketingcampagnes. Ze hebben aandacht nodig die uniek en relevant is voor hen. Wanneer advocatenkantoren een samenwerkingsverband opbouwen met de prospect, kunnen ze meer gegevens over hen verzamelen om hun problemen en behoeften beter te begrijpen en hen de gepersonaliseerde aanpak te bieden om de deal te sluiten”.

Daarmee is het korte overzicht van de 2020 index van sociale advocatenkantoren afgesloten. 2020 was zeker een interessant jaar vanuit het oogpunt van digitale marketing, waar de pandemie een onverwachte katalysator werd voor snellere digitale marketingadoptie. De verwachting is dat die evolutie zich in 2021 zal voortzetten.

Bronnen:

 

 

Artificiële intelligentie (AI) raakt elke dag meer verankerd in ons leven. Zelfs goedkope smartphones hebben camera’s die AI gebruiken om de foto’s die we maken te optimaliseren. Probeer online hulp te krijgen voor een probleem, en je wordt waarschijnlijk eerder door een chatbot dan door een persoon begroet. We hebben zelfrijdende auto’s, vrachtwagens, bussen, taxi’s, treinen, enz. AI kan een kracht ten goede zijn, maar ook een kracht ten kwade. Cybercriminelen gebruiken AI om identiteiten en bedrijfsgeheimen te stelen, om illegale toegang te krijgen tot systemen, om geld te verduisteren, om opsporing door de politie te vermijden, enz. AI wordt bewapend en gemilitariseerd. Er is reden om bezorgd te zijn om de ethische vraagstukken die in dit verband rijzen. De kans is groot dat er wettelijke kaders moeten worden geïmplementeerd om deze problematiek aan te pakken.

Laten we eerst even stilstaan bij enkele van de ethische problemen waarmee we nu al geconfronteerd worden. Het gebruik van gezichtsherkenningssoftware op luchthavens en in grote steden roept zowel vragen op over de privacy als over de veiligheid. Dezelfde zorgen hebben betrekking op het gebruik van Big Data voor Machine Learning. In eerdere artikelen hebben we al aandacht besteed aan het probleem van vooringenomenheid in AI, waarbij de AI-algoritmes onze vooroordelen erven omdat ze worden weerspiegeld in de datasets die ze gebruiken. Een van de gebieden waar de ethische kwesties van AI echt op de voorgrond komen, is bij zelfrijdende voertuigen. Laten we dat voorbeeld verder uitdiepen.

Soms kunnen verkeersongevallen niet worden vermeden, en die kunnen leiden tot dodelijke slachtoffers. Stel u voor dat de remmen van uw auto stoppen met werken, terwijl u door de straat rijdt. Direct vóór u komen enkele kinderen uit een stilstaande wagen, op de rijstrook voor tegemoetkomend verkeer komt een vrachtwagen aangereden, en aan de andere kant van de weg staan enkele mensen op de stoep te praten. Wat doet u? En wat moet een zelfrijdende auto doen? Met zelfrijdende auto’s is de kans groot dat de autofabrikant de beslissing voor u moet nemen.

In de ethiek wordt dit probleem meestal aangeduid als het Trolley Probleem. Een op hol geslagen trolley rijdt over een spoorbaan en u staat bij een wissel die het spoor kan veranderen. Als u niets doet, komen er vijf mensen om het leven. Als u met de hendel het spoor wisselt, wordt er één persoon gedood. Wat is de beste oplossing?

Het “Moral Machine experiment” is de naam van een onlineproject waar verschillende variaties van het Trolley Probleem werden gepresenteerd aan mensen van over de hele wereld. Het stelde vragen om te bepalen of het redden van mensen voorrang moet krijgen op dieren (inclusief huisdieren), passagiers op voetgangers, meer levens op minder, mannen op vrouwen, jong op oud, enz. Er werd zelfs gevraagd of gezonde en fitte mensen voorrang moeten krijgen boven zieke mensen, mensen met een hoge sociale status boven mensen met een lage sociale status, of gezagsgetrouwe burgers boven mensen met een strafblad. In plaats van de vragen direct te stellen, bood het onderzoek meestal gecombineerde opties: wie sterft, drie bejaarde voetgangers of drie jeugdige passagiers?

In totaal heeft het experiment 40 miljoen beslissingen in 10 talen verzameld van miljoenen mensen in 233 landen en gebieden. Verrassend genoeg varieerden de resultaten sterk van land tot land, van cultuur tot cultuur en langs economische lijnen. “Zo zullen bijvoorbeeld deelnemers uit collectivistische culturen als China en Japan de jongeren minder vaak sparen dan de ouderen, zo veronderstelden de onderzoekers, omdat er meer nadruk wordt gelegd op het respecteren van de ouderen. Evenzo zijn deelnemers uit armere landen met zwakkere instellingen toleranter voor voetgangers die roekeloos de straat oversteken tussen aankomend verkeer versus voetgangers die legaal oversteken. En deelnemers uit landen met een hoge economische ongelijkheid vertonen een grotere kloof tussen de behandeling van personen met een hoge en lage sociale status”. (Karen Hao, in Technology Review)

Over het algemeen waren de mensen over de hele wereld het erover eens dat het sparen van het leven van mensen boven dat van dieren voorrang moet krijgen, en dat veel mensen moeten worden gered in plaats van weinig. In de meeste landen vonden de mensen ook dat de jongeren boven de ouderen moesten worden gered, maar zoals gezegd was dat in het Verre Oosten niet het geval.

Dit roept natuurlijk een aantal serieuze vragen op. Wie gaat die beslissingen nemen en wat gaan ze kiezen, rekening houdend met de verschillende keuzes die de mensen hebben voorgesteld? Zullen we verschillende prioriteiten hebben, afhankelijk van het feit of we bijvoorbeeld Japanse of Duitse zelfrijdende auto’s gebruiken? Of zullen de autofabrikanten verschillende keuzes maken op basis van de plaats waar de auto rijdt? En wat als er meer levens kunnen worden gespaard als we de bestuurder opofferen?

Als het gaat om het opofferen van de bestuurder, heeft één autofabrikant, Mercedes, al duidelijk gemaakt dat dit nooit een optie zal zijn. De rechtvaardiging die zij geven, is dat zelfrijdende auto’s zullen leiden tot veel minder ongelukken en dodelijke slachtoffers, en dat die gelegenheden waarbij voetgangers worden opgeofferd voor bestuurders, gevallen van aanvaardbare nevenschade zullen zijn. Maar is dat wel de juiste keuze en is het echt aan de autofabrikant om die keuze te maken?

Een ethicus heeft vier hoofdbekommernissen geïdentificeerd die moeten worden aangepakt wanneer we naar oplossingen zoeken met betrekking tot ethische AI:

  1. Wiens morele maatstaven moeten worden gehanteerd?
  2. Kunnen machines praten over morele kwesties? (Wat als het bijvoorbeeld gaat om meerdere zelfrijdende voertuigen? Zullen ze met elkaar communiceren om het beste scenario te kiezen).
  3. Kunnen algoritmen rekening houden met de context?
  4. Bij wie ligt de aansprakelijkheid?

Op basis van deze overwegingen kunnen enkele principes worden vastgesteld om het gebruik van AI te reguleren. In een eerder artikel hebben we al de beginselen genoemd die de EU en de OESO voorstellen. Ook het World Economic Forum had in 2018 al 5 kernprincipes voorgesteld om AI ethisch verantwoord te houden:

  • AI moet een kracht zijn ten goede en voor diversiteit
  • Verstaanbaarheid en eerlijkheid
  • Gegevensbescherming
  • AI mag niet ten koste van personen komen. Ze moeten samen kunnen bloeien
  • De macht van AI om te vernietigen moet geconfronteerd worden.

Een initiatief waarbij verschillende technische bedrijven betrokken zijn, heeft ook zeven kritische punten geïdentificeerd:

  1. Nodig ethische deskundigen uit die de diversiteit van de wereld weerspiegelen
  2. Betrek ook mensen die mogelijk negatief worden beïnvloed door AI
  3. Zorg voor betrokkenheid op bestuursniveau
  4. Betrek een werknemersvertegenwoordiger in het proces
  5. Selecteer een externe leider
  6. Plan voldoende tijd in om elkaar te ontmoeten en te overleggen.
  7. Verbindt u tot transparantie

Een diepere vraag is echter of de regulering van AI aan de sector mag worden overgelaten. Moeten deze beslissingen niet eerder door overheden worden genomen? De mensen achter het Moral Machine Experiment vinden dat alvast, net als veel wetenschappers en deskundigen op het gebied van ethiek. Tot nu toe is er echter nog niet veel gedaan als het gaat om wettelijk oplossingen, en zijn er nog geen wettelijke kaders. Het beste wat we hebben is voor de leden van de EU en de OESO die een aantal richtlijnen hebben opgesteld, maar dat zijn slechts richtlijnen die niet afdwingbaar zijn. En dat is niet genoeg. Een waakhondorganisatie in het Verenigd Koninkrijk heeft gewaarschuwd dat AI zo snel vooruitgang boekt dat we nu al moeite hebben om de achterstand in te halen. We kunnen het ons niet veroorloven om deze kwesties nog langer uit te stellen.

 

Bronnen:

 

 

We leven in een verbonden, online wereld als nooit tevoren. Dit opent nieuwe mogelijkheden die niet altijd even vanzelfsprekend zijn. Heeft u als advocaat overwogen om sociale media in te zetten voor onderzoek? U kunt natuurlijk sociale media gebruiken om te kijken wat uw concurrenten doen. Maar er is nog zoveel meer dat u kunt doen. U kunt sociale media bijv. heel effectief inzetten om op de hoogte te blijven van wat er in uw vakgebied gebeurt. U kunt ook juridisch onderzoek doen m.b.t. een zaak die u in behandeling heeft. En als u een zaak voor de rechtbank behandelt, kunt u onderzoek doen naar de wederpartij van uw cliënt, getuigen, eventuele juryleden en zelfs – wanneer daar aanleiding toe is – rechters. Zoals het voorbeeld van de rechter suggereert, zijn er ook deontologische overwegingen die in acht genomen moeten worden. Laten we dit alles wat nader bekijken.

Lopend onderzoek – op de hoogte blijven

Sociale media zijn een uitstekende manier om op de hoogte te blijven van wat er in uw vakgebied gebeurt. Twitter, LinkedIn, Medium en Quora zijn hiervoor goede bronnen van informatie. In Twitter kunt u de auteurs en publicaties die actief zijn in uw vakgebied volgen. Zoek naar belangrijke cliënten en dienstverleners, visionaire leiders en pioniers, enz. Ik zou aanraden om een lijst te maken in Twitter waar u ze aan toevoegt. Op die manier hoeft u alleen maar uw lijst te controleren om de relevante tweets te vinden. Handig is ook dat lijsten doorgaans openbaar zijn, wat betekent dat u de lijsten van andere mensen kunt volgen.

U kunt hetzelfde doen in LinkedIn. Zelfs als een persoon of uitgever geen connectie is, kunt u hen meestal wel volgen. En net als bij Twitter kunt u aangepaste lijsten maken die het makkelijk en handig maken om snel door het relevante materiaal te gaan. Hetzelfde geldt voor Facebook, waar u mensen kunt volgen die geen vrienden zijn, en u aangepaste lijsten kunt maken. Meestal vindt u op LinkedIn en Twitter evenwel meer bruikbare informatie. Advocaten hebben blijkbaar minder de neiging om juridisch relevante artikelen op Facebook te plaatsen.

LinkedIn en Facebook hebben beide een groepsfunctie, waarbij u uw eigen groep kunt aanmaken of zich bij een bestaande groep kunt aansluiten. Beide hebben tal van groepen die zich bezighouden met juridische onderwerpen of domeinen. Ook hier overtreffen de groepen van LinkedIn over het algemeen die van Facebook als het gaat om de kwaliteit van de informatie die zij verstrekken.

Quora is een sociaal mediaplatform dat zich richt op het beantwoorden van vragen, maar waar auteurs ook links naar relevante informatie kunnen publiceren. Quora heeft secties die gewijd zijn aan juridische onderwerpen, en u kunt de e-mailnotificaties configureren om meldingen te ontvangen wanneer er nieuwe informatie of vragen beschikbaar zijn.

Medium is grotendeels een blogging platform. Net als Quora biedt het de mogelijkheid om u te abonneren op bepaalde onderwerpen waar dan u meldingen krijgt als er nieuwe informatie beschikbaar is.

Ook interessant in dit verband is Pinterest. In Pinterest kunnen gebruikers virtuele prikborden maken waarop ze informatie kunnen ‘prikken’ (‘pinnen’) of waarop ze links naar informatie kunnen plaatsen. Ook kunt u sub-boards aanmaken. Als u geïnteresseerd bent in juridische informatica, kunt u bijvoorbeeld een prikbord voor juridische informatica maken, met mogelijke sub-boards voor kunstmatige intelligentie, kantoorautomatisering, sociale media, enz. Wat Pinterest nog interessanter maakt, is dat u ook andere gebruikers en hun prikborden kunt volgen. Zo kunt u ook de vruchten plukken van het werk van anderen.

Juridisch onderzoek voor een zaak

Een tweede gebied waarop sociale media nuttig zijn, is het zoeken naar relevante juridische informatie voor een specifieke zaak. Een voorbehoud is dat veel sociale media-inhoud niet wordt geïndexeerd door zoekmachines. U zal dus waarschijnlijk uw onderzoek op elk platform afzonderlijk moet uitvoeren! Quora, Medium en Pinterest zijn de uitzonderingen, omdat de meeste zoekmachines hun content wel indexeren. Voor hen is het dus niet nodig om aparte zoekopdrachten uit te voeren. Bij LinkedIn worden artikelen die op het platform worden gepubliceerd doorgaans wel geïndexeerd door zoekmachines, maar reguliere berichten en de inhoud van groepen bijvoorbeeld niet.

Zowel Twitter als LinkedIn hebben geavanceerde zoekfuncties waarmee u gericht kunt zoeken op trefwoorden. In Twitter zal u daar doorgaans hashtags voor gebruiken. In theorie is het mogelijk om hetzelfde te doen op Facebook, maar tot nu toe heeft dit in de praktijk zelden bruikbare resultaten opgeleverd.

Onderzoek ter ondersteuning van het pleiten

Een derde gebied waarop sociale media bijzonder nuttig kunnen zijn, is het onderzoek ten behoeve van rechtszaken, en wel op verschillende manieren.

Een eerste manier is dat sociale media kunnen worden gebruikt voor opinie-mijnbouw, i.e. om de publieke opinie over een onderwerp te meten. Dit is meestal nuttig in strafzaken, vooral als er een jury bij betrokken is. U wilt voorkomen dat u een verdediging baseert op een verhaal waar mensen negatief op reageren.

Op dezelfde manier kunt u sociale media gebruiken voor reputatieonderzoek, zowel m.b.t. uw cliënten als m.b.t. hun tegenstanders. Naast het profileren van de procespartijen en hun raadslieden, kunt u ook eventuele kandidaat-juryleden en de getuigen profileren, en desgewenst wraken.

U kunt ook nagaan of de rechter connecties heeft met de partijen of hun raadslieden. Er zijn verschillende gevallen geweest waarin een rechter zich moest terugtrekken omdat hij of zij een Facebook-vrienden of LinkedIn-connectie was met een van de advocaten.

Verder kunnen sociale media nuttig zijn bij het verzamelen van feiten en bewijzen. Mensen zijn bijvoorbeeld ontslagen, hebben verzekeringsclaims verloren en zijn veroordeeld of vrijgesproken op basis van bewijsmateriaal dat op sociale media is gevonden. Houd bij het zoeken naar feiten en bewijs in gedachten dat het verspreid kan zijn over meerdere platforms. Het kan zijn dat u wat tijd moet besteden aan het doorlopen van accounts op LinkedIn, Facebook, Twitter, Instagram, WhatsApp, TikTok, Snapchat, Pinterest, YouTube, Vimeo, … Er zijn al derde partijen die dit voor u kunnen doen.

Deontologie

Tot slot zijn er deontologische overwegingen waarmee rekening moet worden gehouden. Als eerste vuistregel geldt dat alle informatie die op het internet voor iedereen toegankelijk is, in de rechtszaal kan worden gebruikt. Als tweede vuistregel geldt dat het niet toelaatbaar is om rechtstreeks te communiceren met tegenstanders of getuigen: stuur hen geen vriendschapsverzoeken, “volg” hen niet en communiceer niet met hen via sociale media. Het is verstandig om dezelfde vuistregel toe te passen als het gaat om rechters, omdat dit kan leiden tot hun wraking of tot een beroepsprocedure.

Samengevat, sociale media kunnen op verschillende manieren nuttig zijn voor onderzoeksdoeleinden. Bij het onderzoek naar feiten en bewijzen voor specifieke gevallen kunnen ze een schat aan informatie bieden, maar er zijn deontologische overwegingen waarmee rekening moet worden gehouden. Contacteer in geval van twijfel uw balie.

Bronnen:

 

Als we denken aan juridische informatica, denken we meestal aan technologie die oplossingen biedt voor de juridische beroepen en de rechterlijke macht. Maar hoe zit het met de juridische consumenten? Hoe kunnen zij profiteren van juridische informatica? Een van de gebieden waarop juridische informatica ook een belangrijke rol kan spelen is rechtstoegang (i.e. toegang tot een rechter). In dit artikel bekijken we wat rechtstoegang is, voor welke uitdagingen het staat en onderzoeken we vervolgens de oplossingen die juridische informatica kan bieden.

Wat verstaan we onder toegang tot de rechter? Er is geen eensluidende definitie, en het concept zelf is in de loop van de tijd veranderd. Het Alberta Civil Liberties Research Centre (ACLRC) onderscheidt vier verschillende aspecten, die elk een eigen scala aan uitdagingen met zich meebrengen:

  1. Het recht om voor de rechtbank te verschijnen. Het formele recht van een individu om te procederen of zich voor een rechtbank te verdedigen is een mensenrecht. Dit geldt niet alleen voor conflicten tussen personen en/of organisaties, maar ook voor overheden of andere instanties die een sanctie kunnen opleggen.
  2. Belangenbehartiging voor degenen die het zich niet kunnen veroorloven. De focus ligt hier op rechtsbijstand, vooral voor mensen die niet over de noodzakelijke middelen beschikken om te procederen. Het is één ding om het recht te hebben om voor een rechter te verschijnen, maar het is iets anders om het zich te kunnen veroorloven. Uit een vorig jaar (2019) gepubliceerde studie blijkt bijvoorbeeld dat in de VS maar liefst 86 procent van de burgerrechtelijke juridische problemen die door Amerikanen met een laag inkomen werden ervaren, onvoldoende of helemaal geen juridische hulp kregen.
  3. Hervorming van juridisch apparaat. Geld is niet het enige dat gerechtigheid in de weg kan staan. Men kan geconfronteerd worden met allerlei formele en procedurele vereisten die onnodige obstakels opwerpen. Een derde aspect van rechtstoegang richt zich dus op het creëren van gelijke kansen door op te roepen tot hervormingen van het rechtssysteem om het toegankelijker te maken. Een deel daarvan heeft te maken met de invoering van mechanismen voor groeps- en derdenvorderingen.
  4. Gelijkheid van resultaten. In verschillende rapporten wordt bijvoorbeeld steeds weer bevestigd dat rechtsstelsels de neiging hebben om bevooroordeeld te zijn. Er kunnen ook geografische verschillen zijn, en verschillende rechters kunnen zelfs verschillend beslissen. Het is dus niet voldoende om ons te concentreren op gelijke kansen, we moeten er ook voor zorgen dat we gelijke resultaten krijgen. Dit kan worden gedaan door middel van remedies zoals het hervormen en stroomlijnen van vele gebieden van het rechtssysteem, maar ook door het hervormen van andere sociale instellingen met als doel het creëren van een meer holistisch dienstverleningsmodel.

De uitdagingen en de gevolgen zijn duidelijk. Het niet hebben van voldoende toegang tot de rechter kan het leven van mensen ernstig negatief beïnvloeden. Het goede nieuws is dat in veel gevallen juridische informatica kan worden ingezet om de toegang tot de rechter te verbeteren, met name voor personen met een laag inkomen. In 2019 waren er in de VS meer dan 300 juridische technologieën beschikbaar om legale consumenten die toegang tot de rechter zoeken, te helpen. En hoewel juridische problemen doorgaans lokaal zijn, kunnen de technologische oplossingen om te helpen bij de toegang tot de rechter meestal internationaal worden gebruikt. (Denk bijvoorbeeld aan chatbots die de nodige gegevens verzamelen om juridische documenten te genereren: de teksten voor de sjablonen zullen variëren, maar dezelfde chatbottechnologie kan worden gebruikt om de nodige informatie te verkrijgen om ze te genereren). De meest gebruikte oplossingen vallen binnen drie verschillende categorieën. Ze zijn a) technologie die informatie verschaft, b) technologie die individuen met advocaten in contact brengt, en c) technologie die documenten automatiseert en produceert. Laten we elk van deze oplossingen eens nader bekijken.

Juridische technologische oplossingen die toegang bieden tot juridische informatie. De eenvoudigste en meest voorkomende manier waarop juridische informatica kan helpen is door het verstrekken van belangrijke juridische informatie en van online zelfhulpmiddelen. Als u bijvoorbeeld als huurder een geschil hebt met uw verhuurder, is de kans groot dat u de relevante informatie online kunt vinden, waarin duidelijk wordt uitgelegd wat uw rechten en plichten zijn en hoe u verder kunt gaan. Er zijn zelfs organisaties die advocaten helpen bij het aannemen van pro deo-zaken door hen te voorzien van gratis juridische online begeleiding.

Juridische technologische oplossingen die individuen en advocaten met elkaar in contact brengen. Er zijn ook informaticaoplossingen die juridische consumenten kunnen helpen om – typisch lokale – advocaten online te vinden die hen kunnen bijstaan. De bijstand die deze advocaten leveren kan bestaan uit juridisch advies en/of juridische vertegenwoordiging, i.e. zowel eerstelijns- als tweedelijnsbijstand.

Juridische technologische oplossingen die documenten automatiseren en genereren. Een ander gebied waar de afgelopen jaren grote vooruitgang is geboekt, is dat van de juridische informatica oplossingen die helpen bij de automatisering van documenten. Juridische consumenten kunnen bijvoorbeeld online een formulier invullen en het vereiste juridische document wordt voor hen aangemaakt. Vaak zijn er juridische chatbots beschikbaar om de juridische consumenten door het proces te leiden, waardoor de procedure zo eenvoudig en effectief mogelijk is.

Juridische technologie kan ook op andere manieren helpen. De digitalisering van rechtbanken en gerechtshoven houdt zowel in dat de rechtspraak online beschikbaar wordt gesteld, als dat de procedures worden geautomatiseerd. Hierdoor wordt het gemakkelijker om precedenten te vinden en een procedure te starten. Een van de gevolgen van de Corona-pandemie is dat veel meer rechtbanken online zijn gegaan en dat sessies via videoconferenties veel vaker voorkomen. Sommige advocatenkantoren zijn begonnen met virtuele praktijken waarbij de dienstverlening is geautomatiseerd en sneller en goedkoper verloopt. Steeds meer rechtsbijstandsklinieken zijn ook online gegaan. Er zijn ook meer online leermiddelen beschikbaar dan ooit tevoren. Tenslotte is er ook een toename van online geschillenbeslechting.

Het is de moeite waard om erop te wijzen dat veel van deze nieuwe technologieën afhankelijk zijn van kunstmatige intelligentie. In eerdere artikelen hebben we al meerdere malen melding gemaakt van juridische chatbots. Joshua Browder begon een revolutie met zijn Do Not Pay robotadvocaat die hulp kan bieden voor een breed scala aan juridische kwesties. Vele anderen hebben zijn voorbeeld gevolgd, zoals de Hello Divorce bot die minnelijke echtscheidingen in Californië dermate kan stroomlijnen dat partijen vaak geen advocaten nodig hebben. Chatbots hebben een dergelijke staat van volwassenheid bereikt dat verschillende balies overwegen om ze te accrediteren als erkende juridische oplossing providers.

Juridische technologie kan dus op vele positieve manieren helpen bij de toegang tot de rechter. Toch is er nog veel werk aan de winkel, zoals blijkt uit het verslag van 2019. Een van de uitdagingen voor juridische informatica is het vinden van oplossingen voor digitale uitsluiting. Niet iedereen heeft toegang tot het internet of beschikt over de vereiste digitale vaardigheden om het goed te gebruiken, wat betekent dat ze niet in staat zijn om te profiteren van deze oplossingen. In 2018 had bijvoorbeeld een op de zes inwoners van het Verenigd Koninkrijk onvoldoende digitale vaardigheden en had een op de tien geen toegang tot het internet. Huishoudens met een lager inkomen worden dus in feite dubbel getroffen omdat zij niet over de financiële noch over de technische middelen beschikken om hun juridische problemen aan te pakken.

Bronnen:

Kantoren beschikken over heel wat softwarepakketten, die elk beantwoorden aan zeer specifieke noden. Deze gespecialiseerde systemen opereren/staan/werken echter in veel gevallen los van elkaar. Dit zorgt op zijn beurt voor heel wat tijd- en energieverlies bij professionals. Knowlex en CICERO slaan daarom de handen in elkaar en stemmen in de toekomst administratieve processen en kennisbeheer naadloos op elkaar af.

Software als middel, een efficiënter kantoor als doel
Kantoren of bedrijven beschikken vandaag de dag vaak over verschillende softwarepakketten die elk een zeer specifieke nood verhelpen. Een pakket voor boekhouding, een specifieke tool voor het kennisbeheer of een programma ter ondersteuning van de planning, voor elk probleem wordt een gepaste oplossing geboden. In veel gevallen zijn deze uiteenlopende programma’s niet – of in het beste geval slechts beperkt – op elkaar afgestemd, waardoor medewerkers heel wat tijd en energie verloren zien gaan met het overzetten van cruciale input van pakket 1 naar pakket 2 ( en 3).

1+1 wordt 3 als uitgangspunt
Samenwerking tussen verschillende programma’s kan heel wat van bovenstaande frustraties (én verspilling van middelen) voorkomen. Vanuit internationaal oogpunt bestaan er al verschillende softwarebedrijven die een wederzijds engagement aangaan. Denk maar aan agenda’s die vanuit een website worden ingepland of mails die automatisch in het dossierbeheer terechtkomen.

Het beste van verschillende systemen samenvoegen levert dan ook enkel voordelen op voor de betrokken partijen. Kantoren plukken de vruchten van systemen die naadloos op elkaar aansluiten en elkaar onderling versterken, maar ook de ontwikkelingskost van de softwareleveranciers wordt uitgespaard. Daarbovenop versterken de systemen elkaar en profileren deze zich als klantvriendelijk. Een beperkte inspanning met maximale return voor iedereen.

Knowlex en CICERO als acceleratoren
De internationale tendens van samenwerking vindt nu ook zijn weg in het Belgische Legal Tech- landschap. CICERO, als expert voor de ondersteuning van alle administratieve processen, en Knowlex, de referentie op het vlak van kennisbeheer, slaan de handen in elkaar en gaan een duurzame samenwerking aan om nog beter in te spelen op de noden van juridische professionals.

Kristof De Neys van CICERO legt uit: “ Wij zijn ervan overtuigd dat deze samenwerking zowel voor beide betrokken partijen als voor onze klanten een absolute meerwaarde vormt. Wij vermijden, net als Knowlex, een volledige ontwikkeling van nieuwe functionaliteiten en beantwoorden aan de actuele noden die bij onze klanten naar voren komen.”

Ook Nico Del Rio van Knowlex ziet enkel voordelen: “Op deze samenwerking mogen we best fier zijn. Wij gaan regelmatig langs bij onze klanten om Knowlex te verbeteren. Vaak vernemen wij dan dat gebruikers het als vervelend ervaren dat andere software niet naadloos aansluit op Knowlex. Wij zijn hier dan ook actief mee aan de slag gegaan en voerden meteen de nodige aanpassingen door aan onze API’s . Het was dan ook zeer leuk om horen dat de mensen van Cicero onmiddellijk mee in dit verhaal wilden stappen en dat we op relatief korte tijd dergelijke samenwerking kunnen opzetten. Wij hopen dan ook vurig dat deze samenwerking andere aanbieders aanzet om hetzelfde te doen.”

Uit het Tech Survey Report 2019 van de Amerikaanse Orde van Advocaten bleek dat, ofschoon gemiddeld 25% van de advocaten persoonlijk gebruik maakt van Twitter, slechts 14% van de advocatenkantoren dat doet. Dat is verrassend, want Twitter heeft veel te bieden. In dit artikel gaan we daarom dieper in op de voordelen van het gebruik van Twitter, en hoe u ermee aan de slag kunt. Maar eerst, voor degenen onder u die er niet mee vertrouwd zijn, zullen we kort uitleggen wat het is.

De Engelstalige Wikipedia geeft een nuttiger omschrijving dan de Nederlandse, en beschrijft Twitter als een “microblogging en sociale netwerkservice waarop gebruikers berichten, bekend als ‘tweets’, kunnen plaatsen en erop reageren. Geregistreerde gebruikers kunnen tweets posten, leuk vinden, en retweeten, maar niet-geregistreerde gebruikers kunnen ze enkel lezen. Gebruikers hebben toegang tot Twitter via de interface van de website, via de Short Message Service (SMS) of via applicatiesoftware voor mobiele apparaten (‘apps’)”. Er zijn ook apps beschikbaar van andere serviceproviders. Twitter werd in 2012 gelanceerd en had in 2019 330 miljoen actieve maandelijkse geregistreerde gebruikers. In mei 2020 was Twitter de op twee na meest bezochte website ter wereld, na YouTube en de Wikipedia.

Het woord microblogging verwijst naar het feit dat tweets beperkt zijn in het aantal karakters dat ze kunnen bevatten. Oorspronkelijk waren tweets, in overeenstemming met Sms’en, beperkt tot 140 karakters. In november 2017 werd dat aantal verdubbeld tot 280 karakters. URL’s worden meestal niet geteld als tekens. Als de URL verwijst naar een pagina die de relevante tags in de header heeft, wordt een voorbeeld van de pagina getoond. Naast tekstkarakters kunnen Tweets ook emoticons, vaak emoji genoemd, in de tekst hebben. Ze kunnen ook afbeeldingen en korte video’s hebben als bijlagen die samen met de tweet worden getoond.

Wat zijn de belangrijkste redenen voor u als advocatenkantoor om Twitter te gebruiken? Een eerste reden is dat het een platform is met 330 miljoen actieve maandelijkse geregistreerde gebruikers. Daar bovenop krijgt het nog een 200 miljoen niet-geregistreerde bezoekers per maand. De kans is groot dat uw advocatenkantoor potentiële cliënten heeft die Twitter gebruiken. Een tweede reden is dat Twitter een uitstekend netwerkinstrument is waar u kunt communiceren met advocaten met vergelijkbare praktijken. Als u een blog heeft of artikelen publiceert, is Twitter een ideale plek om die artikelen te promoten. Het stelt u ook in staat om in contact te komen met leden van de media. Twitter kan ook een uitstekende nieuwsbron zijn (als u betrouwbare bronnen volgt) en het stelt u in staat om informatie te verkrijgen die nuttig is in uw praktijk.

Een reden om Twitter als advocatenkantoor te gebruiken die vaak over het hoofd wordt gezien, is voor juridisch onderzoek. Naast het volgen van juridische auteurs in wiens artikelen u geïnteresseerd bent, kunt u in Twitter ook lijsten aanmaken die u aan één of meerdere onderwerpen wijdt. U kunt bijvoorbeeld een lijst maken voor juridische informatica, en de advocaten, onderzoekers en bedrijven die relevante informatie aanbieden aan de lijst toevoegen. Dergelijke lijsten bieden een snelle en handige manier om een overzicht te krijgen van wat er gaande is en maken het gemakkelijk om op de hoogte te blijven. Bij een specifiek probleem kunt u ook zoeken op sleutelwoorden met behulp van hashtags. (We hebben in het verleden twee artikelen gewijd aan hashtags. U kunt de links vinden in de onderstaande bronnen).

Ook meldenswaardig is dat Twitter in de VS reeds gebruikt werd om dagvaardingen te betekenen. In augustus 2018 werd Wikileaks bijvoorbeeld gedagvaard via Twitter. En er was ook het geval in 2017 waar een kantoor dat zich specialiseert in letselschade via Twitter een spoliatiebrief (i.e. een brief om bewijsmateriaal te bewaren) aan Uber mocht afleveren.

Hoe gaat u aan de slag? Registreren is gratis en kan op https://twitter.com/signup. U moet een unieke gebruikersnaam kiezen (of ‘handle’ zoals ze vaak worden genoemd). Kies er bij voorkeur een die het makkelijk maakt om te onthouden of om u te herkennen. Sommige auteurs adviseren iets met betrekking tot uw persoonlijke naam, terwijl anderen adviseren om de naam van uw advocatenkantoor te gebruiken. Onlineconsumenten willen meestal de persoonlijkheid van de persoon met wie ze te maken hebben leren kennen. Daarom verdient het aanbeveling dat als u slechts een Twitter-account opzet om dan te gaan voor een individuele gebruikersnaam. Houd er wel rekening mee dat gebruikersnamen maximaal 14 tekens lang kunnen zijn.

U kunt zich aanmelden met een bestaand e-mailadres (dat privé blijft) of met een mobiele telefoon (het nummer blijft ook privé), en u zal gevraagd worden om uw account te verifiëren.

Zodra u zich heeft aangemeld, kunt u best eerst de gegevens voor uw profiel invullen. U kunt een korte Twitter-biografie aanleveren. Het is goed om daarin zowel professionele als persoonlijke informatie te combineren. U kunt uw advocatenkantoor vermelden, evenals enkele interesses en/of sociale activiteiten. Vergeet niet dat mensen zich met u willen kunnen verhouden. Stacey Buke raadt aan a) een foto van hoge kwaliteit te gebruiken voor uw profielfoto, bij voorkeur dezelfde professionele foto als uw websitebiografie en andere sociale media-kanalen; b) een link naar de website van uw advocatenkantoor te maken om een backlink te verkrijgen en om verkeer van het sociale netwerk naar uw belangrijkste digitale asset te sturen; en c) de informatie m.b.t. uw locatie aan te vullen, zodat mensen weten waar ze u kunnen vinden voor het geval ze u willen inhuren. U kunt ook een eerste blik werpen op de instellingen om meer informatie toe te voegen en/of de privacy- en veiligheidsinstellingen aan te passen.

Vervolgens wilt u kiezen wie u wilt volgen op Twitter. Er zijn verschillende manieren om dit te doen. U kunt uw bestaande adresboek importeren, of u kunt handmatig accounts toevoegen die u wilt volgen. U kunt mensen die u kent, cliënten en potentiële cliënten, advocaten met vergelijkbare praktijken, dienstverleners die u gebruikt of waarin u geïnteresseerd bent, mensen met vergelijkbare interesses, etc. opnemen. U kunt ook zien wie uw kennissen volgen, en/of wie ze in hun eventuele lijsten hebben opgenomen.

Als u meer dan één Twitter-account heeft, of meer dan één sociale media-account, kunt u overwegen om een tool te gebruiken zoals Tweetdeck (voor meerdere Twitter-accounts) of Buffer of Hootsuite (voor meerdere sociale media-accounts). Deze tools hebben meestal een gebruiksvriendelijke interface waarmee u meerdere accounts tegelijk kunt beheren. Zowel Hootsuite als Buffer werken op een Freemium model, waarbij de basisfunctionaliteit gratis is voor een beperkt aantal accounts en u moet betalen voor de mogelijkheid om meer accounts te beheren en voor premium functionaliteit.

Dan is het tijd om te beginnen met tweeten. Als u een blog heeft, kunt u op Twitter links naar uw artikelen plaatsen. U kan tweets gebruiken voor aankondigingen en nieuws. U kan tweeten over dingen die u interesseren. Houd er rekening mee dat sociale media niet alleen voor zelfpromotie zijn. Ze zijn bedoeld om met mensen te communiceren. U kan reageren op tweets, retweeten of hun tweets leuk vinden (u hoeft slechts op een knop te klikken). Een auteur raadt een verhouding aan van 50% retweets of tweets met inhoud van andere accounts, 30% interacties en slechts 20% promotie. Zorg ook voor de nodige humor in uw tweets.

Stacey Burke suggereert tien manieren waarop advocaten Twitter kunnen gebruiken:

  1. Netwerken
  2. Promotie van inhoud die u verstrekt
  3. Media-aandacht
  4. Het delen van nieuws van belang voor u en uw volgers
  5. Het delen van wat persoonlijke informatie
  6. Hashtags gebruiken in uw tweets en reacties op tweets
  7. Het delen van beelden en video’s: tweets met beeldmateriaal krijgen 150% meer retweets dan die zonder.
  8. Live tweeting-sessies
  9. Deelnemen aan gesprekken
  1. Analyse van uw concurrentielandschap

Probeer het eens uit. In een toekomstig artikel zullen we het hebben over hoe u Twitter kunt gebruiken voor marketingdoeleinden, en hoe u uw eigen aanhang kunt laten groeien.

Bronnen: