In de afgelopen twee maanden, i.e. in april en mei 2019, hebben zowel de OESO als de Europese Commissie richtlijnen gepubliceerd voor betrouwbare en ethische artificiële intelligentie (AI). In beide gevallen gaat het slechts om aanbevelingen, die als zodanig niet juridisch bindend zijn, en werden de aanbevelingen opgesteld door deskundigen op dit gebied.

“Waarom hebben we richtlijnen nodig voor betrouwbare, ethische AI?”, vraagt u zich misschien af. In de afgelopen jaren zijn er meerdere oproepen geweest, van deskundigen, onderzoekers, wetgevers en de rechterlijke macht om een soort wettelijk kader of richtlijnen voor ethische AI te ontwikkelen.  Er zijn immers verscheidene gevallen in het nieuws geweest waar de ethiek van AI-systemen in twijfel werd getrokken. Een van de probleemgebieden heeft te maken met vooroordelen m.b.t. geslacht of ras, enz. Zo was er bijvoorbeeld het geval van COMPAS: dat is risico-evaluatiesoftware die wordt gebruikt om de kans te voorspellen dat iemand een recidivist is. Het bleek dat het systeem een dubbele raciale vooringenomenheid had, één in het voordeel van blanke verdachten en één in het nadeel van zwarte verdachten. Meer recentelijk heeft Amazon zijn AI HR assistent in de ijskast gezet omdat het systematisch mannelijke sollicitanten bevoordeelde. Een ander probleemgebied is privacy, waar men zich zorgen maakt over diepgaand leren/machineleren, en met technologieën zoals gezichtsherkenning.

In het geval van de EU-aanbevelingen speelt nog een andere factor een rol. Zowel de VS als China hebben een aanzienlijke technologische voorsprong op de EU als het gaat om AI-systemen. De EU wil nu van betrouwbare en ethische AI haar niche maken.

EU Richtlijnen

De richtlijnen van de EU zijn op 8 april 2019 door de Europese Commissie gepubliceerd. (Bemerk dat de term ‘richtlijnen’ in het Nederlands eigenlijk niet correct is. Het gaat om loutere aanbevelingen, en niet om EU-richtlijnen die wel afdwingbaar zijn). Reeds eerder, in december 2018, had het Europees Parlement al een rapport gepubliceerd waarin het om een wettelijk kader voor AI vroeg. Het EU-Parlement stelde voor om de AI-systemen in grote lijnen in overeenstemming te brengen met de drie wetten van de robotica. De Commissie is het Parlement daar niet in gevolgd. Het verklaarde dat betrouwbare AI aan de volgende voorwaarden moet voldoen:

  • Het systeem moet wettig zijn, d.w.z. met inachtneming van alle toepasselijke wet- en regelgeving,
  • Het systeem moet ethisch zijn, d.w.z. met inachtneming van ethische beginselen en waarden, en
  • Het systeem moet solide/robuust zijn, zowel vanuit technisch oogpunt als met inachtneming van de sociale omgeving.

Daartoe wordt in de richtlijnen een reeks van 7 belangrijke vereisten voorgesteld:

  • Menselijk agentschap en overzicht: AI-systemen moeten mensen in staat stellen met kennis van zaken beslissingen te nemen en hun fundamentele rechten te bevorderen. Tegelijkertijd moet worden gezorgd voor adequate toezicht mechanismen, die kunnen worden bereikt door menselijk overzicht in te schakelen op meerdere niveaus.
  • Robuustheid en veiligheid: betrouwbare AI vereist algoritmes die veilig, betrouwbaar en robuust genoeg zijn om te gaan met fouten en inconsistenties tijdens alle fases van de levenscycli van AI-systemen.
  • Privacy en data governance: burgers moeten de volledige controle hebben over hun eigen data, terwijl de data die op hen betrekking hebben, niet gebruikt mogen worden om hen te schaden of te discrimineren.
  • Transparantie: de traceerbaarheid van AI-systemen moet gewaarborgd worden, i.e. de systemen moeten kunnen uitleggen hoe ze tot hun conclusies gekomen zijn. Mensen moeten zich er ook van bewust zijn dat ze met een AI-systeem werken en moeten op de hoogte zijn van de mogelijkheden en beperkingen van het systeem.
  • Diversiteit, non-discriminatie en eerlijkheid: ongerechtvaardigde vooroordelen moeten worden vermeden, aangezien dit tal van negatieve gevolgen kan hebben, van de marginalisering van kwetsbare groepen tot de verergering van vooroordelen en discriminatie. Om diversiteit te bevorderen, moeten AI-systemen toegankelijk zijn voor iedereen, ongeacht een handicap, en moeten alle relevante belanghebbenden gedurende hun hele leven betrokken worden.
  • Maatschappelijk en ecologisch welzijn AI-systemen moeten ten goede komen aan alle mensen, inclusief toekomstige generaties. Daarom moet ervoor worden gezorgd dat ze duurzaam en milieuvriendelijk zijn. Bovendien moeten zij rekening houden met het milieu, met inbegrip van andere levende wezens, en hun sociale en maatschappelijke impact moet zorgvuldig worden overwogen.
  • Verantwoording: er moeten mechanismen worden ingevoerd om de verantwoordelijkheid en verantwoording voor de AI-systemen en de resultaten daarvan te waarborgen. De controleerbaarheid, die de beoordeling van algoritmen, gegevens en ontwerpprocessen mogelijk maakt, speelt daarbij een belangrijke rol. Bovendien moet worden gezorgd voor adequate en toegankelijke verhaalsmogelijkheden.

Later dit jaar zal een proefproject van start gaan, waarbij de belangrijkste belanghebbenden zullen worden betrokken. Het proefproject zal het voorstel grondiger bestuderen en feedback geven, waarop de aanbevelingen kunnen worden verfijnd. De EU nodigt ook geïnteresseerde bedrijven uit om zich aan te sluiten bij de Europese AI-alliantie.

OESO

De OESO bestaat uit 36 leden, waarvan ongeveer de helft EU-lidstaten zijn. Niet-EU-leden zijn onder meer de VS, Japan, Australië, Nieuw-Zeeland, Zuid-Korea, Mexico, e.a. Op 22 mei 2019 hebben de lidstaten van de OESO de aanbeveling van de OESO-Raad inzake kunstmatige intelligentie aangenomen. Net zoals dit bij de EU het geval was, zijn dit aanbevelingen die niet juridisch bindend zijn.

In de OESO-aanbeveling worden vijf complementaire, op waarden gebaseerde beginselen voor een verantwoord beheer van betrouwbare AI geïdentificeerd:

  1. AI moet alle mensen en de planeet ten goede komen door het stimuleren van inclusieve groei, duurzame ontwikkeling en welzijn.
  2. AI-systemen moeten zodanig worden ontworpen dat de rechtsstaat, de mensenrechten, de democratische waarden en de diversiteit worden geëerbiedigd, en zij moeten adequate waarborgen bevatten – bijvoorbeeld door menselijk ingrijpen mogelijk te maken – om een eerlijke en rechtvaardige samenleving te waarborgen.
  3. Er moet transparantie zijn en de verantwoorde openbaarmaking rond AI-systemen moet ervoor zorgen dat mensen de op AI-gebaseerde resultaten begrijpen en deze kunnen aanvechten.
  4. AI-systemen moeten gedurende hun hele levenscyclus op een robuuste, beveiligde en veilige manier functioneren en potentiële risico’s moeten voortdurend worden geëvalueerd en beheerd.
  1. Organisaties en personen die AI-systemen ontwikkelen of gebruiken, moeten aansprakelijk worden gesteld voor de goede werking ervan in overeenstemming met de bovenstaande beginselen.

In overeenstemming met deze op waarden gebaseerde beginselen doet de OESO ook vijf aanbevelingen aan regeringen:

  1. Moedig publieke en private investeringen in onderzoek en ontwikkeling aan, ten einde innovatie in betrouwbare AI te stimuleren.
  2. Bevorder toegankelijke AI-ecosystemen met digitale infrastructuur, technologieën en mechanismen om gegevens en kennis te delen.
  3. Zorgen voor een beleidsomgeving die de weg vrijmaakt voor de invoering van betrouwbare AI-systemen.
  4. Stel mensen in staat om de nodige vaardigheden voor AI te verwerven en werknemers te ondersteunen bij een eerlijke overgang.
  5. Bevorder samenwerking over de grenzen en sectoren heen om te komen tot een verantwoord beheer van betrouwbare AI.

Zoals u kunt zien, zijn veel van de basisprincipes in beide reeksen richtlijnen vergelijkbaar. En, zoals eerder vermeld, zijn deze EU- en OESO-richtlijnen slechts aanbevelingen die niet juridisch bindend zijn. Wat de EU betreft, kan zij op een gegeven moment in de toekomst wetgeving doorvoeren die gebaseerd is op deze beginselen. De VS hebben al aangekondigd dat ze de OESO-aanbevelingen zullen naleven.

 

Bronnen:

Advocaten maken steeds meer gebruik van de Cloud. Volgens het jaarlijkse technologierapport van de American Bar Association gebruikte in 2018 54,6 procent van de advocaten Clouddiensten. En dat aantal groeit ieder jaar. Dat is een normale evolutie: werken via de Cloud is doorgaans goedkoper en veiliger, en Clouddiensten bieden bovendien het voordeel dat ze om het even wanneer en van om het even waar bereikt kunnen worden. De enige voorwaarde is dat men toegang tot het Internet heeft.

Al de belangrijkste softwarepakketten om advocatenkantoren te beheren zijn tegenwoordig als een Cloudoplossing voorhanden, met alle voordelen van dien. CICERO LawPack maakt al meerdere jaren gebruik van Cloudtechnologieën, en met Office 365 heeft men een set-up voorhanden die volledig in de Cloud kan draaien, en dus altijd en overal toegankelijk is.

Via CICERO LawPack Webservices wordt die evolutie consequent voortgezet. De Webservices draaien ook in een Cloudomgeving en zorgen voor de communicatie met software van derde partijen. Zo zijn er oplossingen voorhanden om te werken met een scanner, of om analysesoftware te gebruiken. Het maakt niet uit waar die software zich bevindt, zolang die maar kan inloggen op de Webservices.

Veel advocatenkantoren maken nog gebruik van software om op afstand toegang te verkrijgen (remote access). Ze doen dit met een remote desktop via een Terminal Server. Op die Terminal Server staat dan ook vaak een centrale MS Office en een Internet Explorer, en dat wordt dan gebruikt om een centraal beheer te kunnen hebben van hun Office omgeving, waarbij de gebruikers via de IE browsen naar de CICERO-omgeving kunnen. In sommige gevallen staat er nog andere software op de centrale Terminal Server, zoals bijv. banksoftware, of dictaatsoftware, of eID-software om ID-kaarten in te lezen. In het verleden was een dergelijke set-up de gemakkelijkste manier om op afstand te kunnen werken, en het lag ook dichter bij de ‘oude’ manier van werken waar alles op een centrale server op kantoor stond.

Met de huidige versie van CICERO LawPack, in combinatie met Office 365, is er voor de meeste kantoren evenwel geen reden meer om die oude manier van werken te blijven gebruiken. CICERO LawPack kan via een browser gebruikt worden, en met Office 365 kan een gebruiker eveneens van om het even waar en om het even wanneer werken.

In het verleden waren er restricties m.b.t. de licenties voor MS Office, die beperkten op hoeveel toestellen Office kon geïnstalleerd worden. Maar die situatie is grondig veranderd. Voor zowel CICERO LawPack als Office 365 is het aantal geregistreerde gebruikers het belangrijkste criterium. Office 365 laat immers alle geregistreerde gebruikers toe om de software op meerdere toestellen te installeren: op een PC op kantoor, een PC thuis, een laptop …  Dat vormt geen enkel probleem.

De meeste software van derde partijen (Adobe, banken, …) kan doorgaans ook zonder veel problemen op verschillende toestellen geïnstalleerd worden. Soms zijn er extra stappen nodig, bijv. als er gebruik gemaakt wordt van certificaten: die moeten dan ook op die verschillende toestellen geplaatst worden. En soms kunnen er nog andere obstakels zijn, zoals bijv. licentieovereenkomsten voor software van derden die specifieke vereisten hebben. Maar voor de meeste kantoren is het eigenlijk niet langer nodig om gebruik te maken van een remote desktop en een Terminal Server.

Het werken zonder een remote desktop en Terminal Server is veel meer een echte Cloudoplossing. Het is goedkoper, moderner, eenvoudiger, gebruiksvriendelijker en sneller.

 

Bronnen:

In eerdere artikelen hebben we het gehad over hoe juridische consumenten tegenwoordig online consumenten zijn. We hebben ook vastgesteld dat contentmarketing om die reden een essentieel onderdeel is geworden van de digitale marketingcampagnes die bedoeld zijn om de aandacht te trekken van juridische consumenten. Het aanmaken van relevante informatie is een krachtig marketinginstrument dat bijdraagt tot het genereren van bedrijfsinkomsten. Het helpt ook bij het opbouwen van een goede online reputatie. Om uw content succesvol op de markt te brengen, heeft u een inhoudsstrategie (‘content strategy’) nodig. In dit artikel vindt u een korte inleiding.

Wat is een inhoudsstrategie? Hannah Smith en Adria Saracino definieerden het als “de langetermijnvisie die bepaalt welke content u in de toekomst zal aanbieden om een specifieke bedrijfsdoelstelling te realiseren”. Wat ze zeggen is dat u niet alleen inhoud moet leveren, maar dat u eerst een specifieke bedrijfsdoelstelling moet definiëren. Zodra u dit hebt gedaan, kunt u beginnen met het plannen van uw content met dit doel voor ogen.

Hoe plant u een inhoudelijke strategie? Waar begint u? In essentie bestaat het definiëren van een contentstrategie uit drie fasen: het identificeren van uw bedrijfsdoelstelling, het identificeren van uw doelgroep en het identificeren van de inhoud die uw doelgroep nodig heeft. Het eerste wat u moet doen, is het identificeren van uw bedrijfsdoelstelling. Waar staat uw advocatenkantoor voor en wat wilt u bereiken met de content die u levert? Wees zo specifiek mogelijk. Leer dan zoveel mogelijk over uw doelgroep en wat u hen te bieden heeft dat u onderscheidt van de concurrentie. Analyseer welke informatie uw klanten nodig hebben. Door dit alles te onderzoeken, krijgt u de nodige inzichten die u laten zien wat u moet schrijven, voor wie, hoe en waar.

Het artikel “11 Steps to create a Content Marketing Strategy to Grow Your Business” biedt een uitstekende aanpak die het proces in 11 stappen opsplitst:

  1. Definieer uw missie en uw doelen
  2. Stel uw Key Performance Indexes (KPI’s) vast: bepaal wat de meetbare factoren zijn die uw succes bepalen en die u toelaten dat succes te meten.
  3. Zorg ervoor dat u voldoende vertrouwd bent met uw specifieke doelgroep
  4. Als u al content beschikbaar heeft, beoordeel dan uw huidige positie door een content audit uit te voeren: wat heeft u, hoe succesvol is het, welke kanalen en content types gebruikt u?
  5. Zoek de beste inhoudskanalen voor de inhoud die u aanbiedt (welke platformen, sociale media, etc.)
  6. Kies uw inhoudstypen: gaat u alleen voor een tekstblog, of levert u video’s en/of statische beelden zoals infografieken, etc.?
  7. Identificeer de nodige middelen en wijs ze toe: definieer teamrollen, d.w.z. bepaal wie wat schrijft, wie grafisch materiaal maakt, wie video’s maakt? Wat zal de hosting kosten?
  8. Maak een inhoudskalender: brainstorm vooraf over uw inhoudsideeën en plan wanneer u wat wilt publiceren, zodat uw campagnes op schema blijven.
  9. Maak uw content aan
  10. Verspreid en promoot uw content: gebruik meer dan één kanaal, schrijf gastartikelen, breng uw content onder de aandacht van ‘influencers’, enz.
  11. Meet de resultaten. Het controleren van de Key Performance Indexen om te meten hoe succesvol uw inhoud is, is een stap waar de meeste advocatenkantoren onvoldoende aandacht aan besteden.

In zijn artikelen geeft Jay Harrington van Attorney at work een aantal praktische suggesties. In de rest van dit artikel zullen we er een korte blik op werpen.

Als het gaat om het definiëren van de concrete inhoud die u gaat leveren, stelt Harrington voor om te denken in termen van “wijsheidsmarketing”. De beste manier om de aandacht van uw publiek te trekken, is door hen te voorzien van hoogwaardige content. Door uw wijsheid te delen, kunt u een basis van vertrouwen, loyaliteit en respect leggen. Harrington stelt ook voor om bij voorkeur ‘Evergreens’ aan te bieden. Dit is content van hoge kwaliteit met een tijdloos karakter. Evergreens zijn onder andere instructielijsten (‘hoe doe ik …?’), bronnenlijsten (d.w.z. het samenstellen van lijsten met andere artikelen die relevant zijn voor uw publiek) en FAQ’s (vaak gestelde vragen).

Harrington adviseert ook om een ‘deelbare strategie’ te hanteren. Met een deelbare contentstrategie mengt u bewust en op strategische wijze geschreven en visueel materiaal met elkaar, ten einde uw ideeën effectiever te verspreiden over specifieke doelgroepen. In deze aanpak definieert u eerst een kernidee en creëert u één enkel element, doorgaans een artikel of een witboek, dat vervolgens dienstdoet als de basis van waaruit u meerdere vormen van visuele verhalen vertelt: infografieken, geanimeerde video’s, SlideShare-decks, sociale media “motion graphics”, enz.

Tot slot stelt Harrington voor om bestaande inhoud opnieuw te gebruiken: “Een 1.500-woordartikel kan worden hergebruikt voor een witboek, of een e-boek, of een reeks blogberichten of infografieken. Een presentatie kan worden gegeven als webinar. Een blogpost kan worden omgezet in een podcast.”

 

Bronnen:

 

Nee, dit is geen grap over drie robots die een bar binnenliepen. Het verwijst naar drie items die onlangs in het nieuws waren. We waren al bekend met chat bots en robotadvocaten. Nu heeft de Orde van Vlaamse Orde van Advocaten een eigen chat bot gelanceerd; in San Francisco loopt een proefproject met een robot Openbaar Ministerie; en Estland plant een robotrechter om kleine schadeclaims te behandelen. Laten we ze nader bekijken.

De chat bot van de Orde van Vlaamse Balies

Op 10 april 2019 kondigde de Orde van Vlaamse Balies de lancering aan van haar nieuwe chat bot, Victor. Het initiatief werd genomen door enkele balies en de chat bot is bedoeld om de toegang tot juridische bijstand te vergemakkelijken. De chat bot doet dit op twee manieren. Enerzijds helpt Victor je, net als zijn Britse tegenhanger Billybot, om een advocaat te vinden. Hij stelt enkele vragen om te bepalen op welke rechtsmaterie uw vraag betrekking heeft. Vervolgens stelt hij een aantal gespecialiseerde advocaten in de buurt voor, gebaseerd op het onderwerp en de regio waarin je woont.

Victor doet evenwel meer dan dat. De chat bot kan ook controleren of je in aanmerking komt voor een pro bono advocaat of voor andere vormen van juridische bijstand zoals gereduceerde kosten. Hij zal de relevante vragen stellen, en als je in aanmerking komt, zal hij je laten weten welke documenten u moet voorleggen. Als je nog meer vragen heeft, zal Victor je de contactgegevens geven van de balie die je extra antwoorden kan geven.

Victor is te vinden op www.advocaat.be en op de sites van de balies die betrokken waren bij de ontwikkeling ervan: www.baliewestvlaanderen.be,  www.balieprovincieantwerpen.be en www.balielimburg.be. Victor is alleen beschikbaar in het Nederlands.

De Robot Openbare Aanklager in San Francisco

Ongeveer een jaar geleden, in mei 2018, besloot het kantoor van de ‘District Attorney’ (Openbare Aanklager/Openbaar Ministerie) in San Francisco een proefproject te starten om veroordelingen ongedaan te maken met behulp van algoritmische justitie. Laten we eerst wat achtergrondinformatie geven. In november 2016 werd het gebruik van marihuana voor recreatieve doeleinden in Californië gelegaliseerd. In de decennia voor de legalisatie werden duizenden mensen veroordeeld voor het gebruik van marihuana. En nu dit gebruik niet langer strafbaar was, was het idee om de bestaande veroordelingen te wissen en om een algoritme te gebruiken om te bepalen welke zaken ervoor in aanmerking kwamen. Het algoritme is dus een triage-algoritme. Zodra het algoritme bepaalt of een zaak in aanmerking komt, vult het automatisch de vereiste formulieren in. De ‘District Attorney’ van San Francisco dient vervolgens een motie in bij de rechtbank.

Sinds de start van het proefproject werden veroordelingen van de laatste 43 jaar geëvalueerd. Dit heeft geleid tot het schrappen van 3 038 veroordelingen voor marihuanamisdrijven, en tot het heropenen van 4 940 andere zaken m.b.t. marihuanamisdrijven.

Gezien het succes van het project is het nu de bedoeling om het uit te breiden en uiteindelijk ongeveer 250 000 veroordelingen ongedaan te maken.

De Robotrechter in Estland

Tot slot, geïnspireerd door het succes van de DoNotPay chat bot die gratis juridische bijstand biedt in 1000 verschillende rechtsmateries, heeft de Estse regering enkele weken geleden besloten om een eigen robotrechter in het leven te roepen. De robotrechter is bedoeld om geschillen over kleinere vorderingen van minder dan 7000 euro te beslechten. De ambtenaren hopen dat het systeem rechters en griffiers zal helpen bij het wegwerken van de bestaande achterstand. Op dit moment bevindt het project zich nog in de beginfase, maar een proefproject met contractgeschillen zal later dit jaar van start gaan. Van de partijen wordt verwacht dat zij de relevante informatie en documenten uploaden. Die zullen vervolgens door het systeem geanalyseerd worden, en dan komt het systeem tot een uitspraak. Partijen krijgen de mogelijkheid om in beroep te gaan bij een menselijke rechter. AI-systemen zijn al eerder gebruikt om te helpen bij de triage van zaken en om rechters bij te staan in hun besluitvormingsproces. Een autonome robotrechter die zelf zaken beslecht, is evenwel een primeur.

We hebben al het punt bereikt dat we online rechtbanken hebben, robotadvocaten, robotgriffiers, robotaanklagers en robotrechters. Het idee dat op een dag rechtszaken behandeld kunnen worden zonder tussenkomst van menselijke juristen is ineens een stuk reëler geworden.

 

Bronnen:

Wanneer we het over juridische innovatie hebben, denken we meestal aan juridische informatica en aan zaken zoals procesautomatisering, enz. De meeste artikelen op het internet gaan immers over hoe de praktijk van het recht verder geautomatiseerd kan worden, wat vervolgens leidt tot een hogere productiviteit en hogere winstmarges. De artikelen hebben het m.a.w. over juridische technologieën en de juridische markt. Sommige artikelen trekken het onderwerp wat meer open, en gaan over innovatie in de rechtshandhaving en in de rechterlijke macht. Maar ook daar ligt de nadruk op technologie, automatisering en productiviteit.

Juridische innovatie is evenwel meer dan dat. In een interessante synchroniciteit publiceerden twee auteurs, Carolyn Elefant en Bill Henderson, elk een artikel over de twee soorten – of gezichten – van juridische innovatie, slechts enkele dagen van elkaar. De bovenvermelde voorbeelden vallen allemaal in de categorie van wat Elefant ‘Innovatie van Vorm‘ noemt, en wat Henderson ‘Innovatie van Dienstverlening‘ noemt. Er is een andere en even belangrijke vorm van juridische innovatie, die door de auteurs respectievelijk ‘Innovatie van substantie‘ en ‘Substantiële (of inhoudelijke) Juridische Innovatie‘ wordt genoemd. Deze vorm van juridische innovatie is gericht op het vinden van nieuwe juridische oplossingen.

Elefant gebruikt het voorbeeld van Henry Ford om het verschil te verklaren. Aan de ene kant vond hij het Model T uit. Aan de andere kant bedacht hij het ontwerp voor de assemblagelijn. De uitvinding van het Model T is een substantiële innovatie. Het ontwerp van de assemblagelijn is een innovatie van vorm. In het geval van juridische vernieuwing ligt de nadruk meestal op de innovatie van de vorm, wat waarschijnlijk verklaart waarom advocaten vaak worstelen met juridische innovatie. Elefant merkt terecht op dat geen enkele advocaat ooit gezegd heeft dat hij of zij advocaat geworden is om een efficiënter proces van cliëntenintake op te bouwen. Advocaten zijn meer geïnteresseerd in inhoudelijke innovatie.

Hoe definiëren we deze twee soorten innovatie? Henderson geeft de volgende definities:

  • Substantiële Juridische Innovatie (die hij Type 0 Innovatie noemt) houdt zich bezig met het aanpassen van het recht aan veranderende sociale, politieke, economische en technologische omstandigheden.
  • Innovatie van Dienstverlening (die hij Type 1 innovatie noemt) heeft betrekking op het verbeteren van de kwaliteit, de kosten en de levering van bestaande juridische oplossingen.

Iedereen is vertrouwd met innovatie van dienstverlening. Henderson wijst erop dat het leeuwendeel van de artikelen (en van de inspanningen) m.b.t. juridische vernieuwing gericht is op verbetering van de dienstverlening (data, proces, technologie, etc.) met als doel de juridische productiviteit te verhogen. Laten we zijn tegenhanger – Substantiële Juridische (Type 0) Innovatie – even nader bekijken.

De maatschappij verandert snel en de wet moet worden aangepast om deze nieuwe omstandigheden het hoofd te kunnen bieden. De opkomst van artificiële intelligentie en de opkomst van verschillende nieuwe technologieën zijn duidelijke voorbeelden die een innovatie in het materiële recht vereisen. Denk bijvoorbeeld aan cyberpesten of robotrecht. Henderson geeft het voorbeeld van de synthetische biologie, waar er juridische implicaties zijn op het vlak van intellectuele eigendom, van regelgeving en van consumentenveiligheid. En er komen constant nieuwe dergelijke gebieden bij: Carolyn Elefant schreef een boek over 41 Practice Areas that didn’t exist 15 years ago (i.e. 41 praktijkgebieden die 15 jaar geleden nog niet bestonden; de inhoudsopgave vindt u hier: myshingle.com/wp-content/uploads/2018/08/TOC-from-41PracticeAreas.pdf). Ze stelde de lijst samen om het punt te bewijzen dat nieuwe praktijkniches in een steeds sneller tempo oprijzen.

In dergelijke periodes van snelle verandering “hebben we ook advocaten nodig die het harde werk van inhoudelijke innovatie aankunnen – het bedenken van nieuwe casestudy’s en argumenten en perspectieven – die het mogelijk maken dat de technologie vooruitgaat zonder dat onze democratie en onze vrijheid in het gedrang komen”. (Elefant).

Henderson legt uit dat inhoudelijke juridische innovatie “organisch gebeurt wanneer een advocaat de mogelijkheid heeft om zich onder te dompelen in de zakelijke en juridische complexiteit van een nieuwe of veranderende industrie. Hoewel het vaak dezelfde economische voordelen oplevert als een groot R&D-initiatief, zien advocaten en advocatenkantoren het zelden in een dergelijke context.  (…..) Vrijwel elke advocaat beschikt over de intellectuele middelen om dit te doen.  Het vereist geen extra opleiding. Toch is het bijna zo goed als onzichtbaar voor praktiserende advocaten”.

In zijn artikel verwijst Henderson naar een presentatie van Patrick McKenna die de levenscyclus van advocatenkantoren verbond met de verschillende vormen van innovatie. McKenna legt uit dat succesvolle nieuwe advocatenkantoren de bron van hun groei doorgaans vinden in type 0 innovatie, d.w.z. in het vinden van nieuwe juridische oplossingen in nichemarkten. Naarmate het advocatenkantoor volwassener wordt, begint het meer aandacht te besteden aan type 1-innovatie. Het is echter belangrijk om te blijven focussen op type 0-innovatie: als het kantoor dat niet doet, verliest het zijn voorsprong omdat de markt waarin het actief is, verzadigd raakt. Henderson geeft de voorbeelden van effecten of incasso als marktsegmenten die verzadigd zijn.

Henderson concludeert dat het duidelijk is dat type 0 en type 1 innovatie zowel verschillend als onderling afhankelijk zijn en dat advocaten met beide soorten innovatie vertrouwd moeten zijn. Hij adviseert advocaten en juristen om zich te specialiseren een type van vernieuwing, met behoud van de mogelijkheid om effectief samen te werken met het andere type.

Henderson: “Noch Type 0 noch Type 1 innovatie zijn eenvoudig of kosteloos.  Beide vereisen voortdurend leren en een investering van tijd en middelen zonder een gegarandeerd financieel rendement.  Toch voegen beide een enorme waarde toe voor de cliënt en vormen ze de basis voor een uitdagende en lonende carrière.  Voor zowel advocaten als juristen is de toekomst dan ook rooskleurig”.

 

Bronnen:

Nu we bezig zijn onze klanten naar Office 365 Business Premium te verhuizen, dachten we dat het nuttig zou zijn om wat meer uitleg te geven over Office 365 Business Premium en de integratie ervan in CICERO LawPack.

Office 365 is de abonnementsversie van de Office suite van Microsoft. Microsoft noemt het een dienst (in plaats van een product) die ervoor zorgt dat u altijd beschikt over hun meest up-to-date moderne productiviteitstools. Het bevat alle Office-desktop-apps waarmee CICERO LawPack gebruikers bekend zijn, zoals Word, Outlook, PowerPoint en Excel. Het wordt ook geleverd met extra online opslag en Cloud-gekoppelde functies waarmee u in real-time kunt samenwerken aan bestanden. Met een abonnement beschikt u altijd over de nieuwste functies, software fixes en beveiligingsupdates en heeft u ook permanente technische ondersteuning zonder extra kosten.

Office 2016 en Office 2019 daarentegen worden verkocht als een eenmalige aankoop (zoals een product). Ze hebben niet het niveau van Cloudintegratie dat de real-time samenwerkingsfuncties van Office 365 bieden. Wanneer een nieuwe versie wordt uitgebracht, moet u de nieuwe versie kopen, en dat betekent vaak dat er veel nieuwe functies tegelijk zijn waarmee u vertrouwd moet raken. Met een abonnementsversie als Office 365 krijgt u daarentegen een paar keer per jaar kleinere updates die in de abonnementsprijs zijn inbegrepen. Dit abonnementsmodel spreekt klanten duidelijk aan: in oktober 2018 had Office 365 wereldwijd 155 miljoen actieve gebruikers en elke maand komen er nog eens drie miljoen bij.

Een van de redenen waarom CICERO LawPack haar klanten verhuist naar Office 365 Business Premium is dat SharePoint er deel van uitmaakt. SharePoint is een web-gebaseerd samenwerkingsplatform dat integreert met Microsoft Office. Het werd gelanceerd in 2001 en wordt voornamelijk verkocht als een documentbeheer- en opslagsysteem. Het heeft 190 miljoen gebruikers in 200.000 organisaties. SharePoint biedt de volgende functionaliteiten:

  • Enterprise content en documentbeheer: SharePoint maakt het opslaan, ophalen, opzoeken, archiveren, volgen (“tracking”), beheren en rapporteren van elektronische documenten en records mogelijk. Het biedt ook zoek- en grafiekfunctionaliteit. SharePoint’s integratie met Office 365 maakt het mogelijk om in real-time samen te werken bij het bewerken van documenten. Het beschikt daartoe over een ingebouwd synchronisatiebeheer van de encryptie- en toegangsrechten.
  • Intranet: Een SharePoint intranet (of intranet portaal) is een manier om de toegang tot bedrijfsinformatie en applicaties te centraliseren. Het helpt organisaties om de interne communicatie, applicaties en informatie gemakkelijker te beheren (bijvoorbeeld via tools zoals wiki’s).
  • Samenwerkingssoftware: SharePoint bevat groupware-functies om teams beter te laten samenwerken. Daaronder vallen projectplanning (geïntegreerd met Outlook en Project), sociale samenwerking, gedeelde mailboxen en project-gerelateerde documentopslag en samenwerking. Groupware in SharePoint is gebaseerd op het concept van een “Team Site”.
  • File hosting service (persoonlijke Cloud): OneDrive for Business maakt de opslag en synchronisatie van de persoonlijke documenten van een individu mogelijk, evenals het delen van deze documenten in openbare/particuliere bestanden.
  • Op maat gemaakte webapplicaties: SharePoint heeft een eigen ontwikkelingsomgeving die toelaat om snel prototypes te ontwikkelen van geïntegreerde webapplicaties.

Om inhoud te structureren en te beheren werkt SharePoint met:

  • Pagina’s die in een browser kunnen worden bewerkt.
  • Web-onderdelen (web parts) en app-onderdelen (app parts) zijn componenten (ook wel portlets genoemd) die in Pagina’s kunnen worden ingevoegd. Ze worden gebruikt om informatie van zowel SharePoint-toepassingen als toepassingen van derden weer te geven.
  • Lijsten, documentbibliotheken en inhoud: Een SharePoint documentbibliotheek (soms bibliotheek of library genoemd) slaat bestanden en mappen op en geeft deze weer, terwijl een SharePoint lijst gegevensitems opslaat en weergeeft. Elk item in een documentbibliotheek of lijst is een content of inhoud item. Inhoudstypes zijn definities (of types) van items. Met SharePoint kunt u uw eigen definities maken op basis van de ingebouwde definities (zoals Contacten, Afspraken, Documenten en Mappen).
  • Sites: Een SharePoint site is een verzameling pagina’s, lijsten, documentbibliotheken, apps, configuraties, functies, contenttypes en sub-sites. Voorbeelden van sitetemplates in SharePoint zijn samenwerkingssites (team sites), wiki’s, lege sites en communicatiesites.

Wat dit in concreto betekent voor CICERO LawPack gebruikers, is dat hun gegevens en documenten zich op 2 verschillende Cloudplatformen bevinden: de CICERO LawPack software en database staan op Azure (d.w.z. het commerciële Cloudaanbod van Microsoft) als een SaaS (Software as a Service) oplossing, terwijl al uw documenten in een aparte SharePoint DB staan in plaats van op een normale file server. Dit betekent dat u kunt profiteren van alle voordelen van SharePoint: alle documenten zijn doorzoekbaar; u kunt documenten delen in plaats van ze te moeten e-mailen (wat veel veiliger is), en zodra een document wordt gedeeld heeft u toegang tot alle real-time samenwerkingsfunctionaliteiten; het komt met toegangsbeheer en versiebeheer, enz. Het feit dat de documenten en gegevens op afzonderlijke platformen staan, biedt ook een veiligere en snellere oplossing.

 

Bronnen:

 

In eerdere artikelen hebben we er al op gewezen dat sociale media een essentieel onderdeel zijn geworden van online marketingstrategieën. Uit een rapport, gepubliceerd in januari 2019 door Attorney at Work, blijkt dat in 2018 maar liefst 85 procent van de advocaten die aan het onderzoek deelgenomen hadden, sociale media gebruiken als onderdeel van hun marketingstrategie. Meer dan twee derde, 71 procent van de advocaten zegt dat sociale media hebben bijgedragen aan het binnenhalen van nieuwe cliënten.

LinkedIn is doorgaans het netwerk dat de voorkeur geniet van advocaten, met 77 procent die zegt dat het hun favoriete marketingplatform is. Dit moet genuanceerd worden in die zin dat grotere advocatenkantoren waarvan de cliënten voornamelijk uit bedrijven bestaan, meer geneigd zijn LinkedIn te gebruiken, terwijl advocaten die te maken hebben met individuele cliënten vaker de voorkeur geven aan Facebook. In dit artikel geven we u een eerste kennismaking met LinkedIn.

LinkedIn is een professioneel sociaal netwerk, dat voornamelijk gebruikt wordt voor professioneel netwerking. Het is een zakelijke en werkgelegenheidsgerichte dienst die werkt via websites en mobiele apps. Het werd opgericht op 28 december 2002 en gelanceerd op 5 mei 2003. Sinds december 2016 is het een dochteronderneming van Microsoft. In oktober 2018 telde LinkedIn 590 miljoen geregistreerde leden in 200 landen, waarvan er meer dan 250 miljoen actief zijn. Aanmelden voor LinkedIn is gratis, maar sommige premium features zijn enkel beschikbaar mits een abonnement waarvoor men moet betalen.

De belangrijkste reden waarom mensen LinkedIn gebruiken is om hun bedrijf of carrière te helpen groeien. Het is een hulpmiddel om te netwerken (dat o.a. een systeem van introducties biedt), voor rekrutering (waar mensen hun vaardigheden en ervaring kunnen inventariseren, en waar vacatures meegedeeld kunnen worden), voor marketing (bv. om aantekeningen en aanbevelingen te tonen), voor reclame en voor onderzoek. Het is ook een publicatieplatform en het biedt discussieforums (“groepen”) aan. Deze kunnen belangrijk zijn voor advocaten, omdat LinkedIn bepaalde auteurs promoot als beïnvloeders (“influencers” en “thought leaders”).

Het dienstenpakket dat LinkedIn aanbiedt, bevat:

  • Profielen
  • Netwerk / Connecties
  • Bedrijfspagina’s
  • Groepen
  • Berichten
  • Meldingen
  • Evenals een aantal andere diensten, waarvan enkele interessant kunnen zijn voor advocaten.

Laten we deze nader bekijken, met dien verstande dat we in dit artikel enkel de tip van de sluier kunnen lichten, en dat elk van deze diensten gemakkelijk een eigen artikel kunnen rechtvaardigen.

Profielen: wanneer je je aanmeldt bij LinkedIn, is het eerste wat je moet doen het aanmaken van je profiel. Dit is een profiel voor jou als individu. Zie het als een gestandaardiseerd CV. Hierin kun je een samenvatting geven van wie je bent en meer informatie geven over je achtergrond: je opleiding, ervaring, vaardigheden, onderschrijvingen (“endorsements”), prestaties en interesses. Voor elk van deze categorieën van informatie biedt LinkedIn een apart onderdeel in je profiel. Je kunt via je profiel ook ‘bijdragen’ publiceren, en op je profielpagina wordt daar dan een overzicht van gegeven. Als je een blog wilt starten op LinkedIn, kun je dit doen via deze bijdragen. Profielonderdelen kunnen in meerdere talen toegevoegd worden.

Netwerk / Connecties: LinkedIn stelt leden niet alleen in staat om profielen aan te maken, maar ook om een netwerk van connecties met elkaar uit te bouwen. Deze connecties kunnen echte professionele relaties vertegenwoordigen, maar dat is niet altijd het geval. Leden kunnen immers iedereen (al dan niet bestaand lid) uitnodigen om een connectie te worden. Leden kunnen ook andere leden vragen om hen te introduceren bij hun connecties. Wanneer je iemand zoekt op LinkedIn, zal het je laten zien hoeveel connecties je gemeenschappelijk hebt, en als er geen gemeenschappelijke connecties zijn, hoeveel graden je van hen verwijderd bent.

LinkedIn biedt ook bedrijfspagina’s, waar u informatie over uw advocatenkantoor kunt verstrekken. Hier geldt dat elk bedrijf maar één hoofdpagina heeft, waarvoor een aangepaste URL kan worden aangemaakt. (Voor INFORMA is de URL bijvoorbeeld www.linkedin.com/company/cicerosoftware). De pagina bestaat uit verschillende onderdelen, en elk onderdeel kan in meer dan één taal worden ingevoerd. Gekoppeld aan de bedrijfspagina’s zijn showcasepagina’s. Als uw advocatenkantoor bijvoorbeeld kantoren heeft op verschillende locaties, dan kan elk kantoor zijn eigen showcasepagina krijgen. Showcasepagina’s kunnen tevens gewijd zijn aan diensten of producten die u aanbiedt. Ook voor showcasepagina’s is het mogelijk om ze in meer dan één taal te hebben.

Bedrijfspagina’s kunnen updates plaatsen, maar kunnen geen bijdragen of artikelen publiceren. Het is daarom niet mogelijk om een bedrijfsblog op te zetten op LinkedIn. Het is wel mogelijk voor individuen (profielen) om artikelen te publiceren, en om links naar die artikelen als bedrijfsupdates aan te bieden. Ook goed om te weten is dat bedrijfspagina’s gekoppeld kunnen worden aan een LinkedIn Groep. (In het LinkedIn jargon heet die groep dan een uitgelichte groep).

Groepen zijn in essentie discussieforums. Iedereen kan een groep maken en mensen uitnodigen om lid te worden. Deze groepen kunnen openbaar zijn (iedereen kan lid worden) of privaat (op uitnodiging of na goedkeuring). Zoals hierboven vermeld, kunnen bedrijven ook een eigen uitgelichte groep aanmaken die gekoppeld wordt aan hun bedrijfspagina. Vaak worden dergelijke groepen dan bijvoorbeeld gebruikt door de klantendienst en/of de supportafdeling. Interessant voor advocaten is dat groepen zich kunnen wijden aan specifieke onderwerpen, en dat er meerdere groepen zijn die zich bezighouden met juridische onderwerpen (inclusief juridische informatica). Deelname aan discussies in dergelijke groepen kan helpen om uw online reputatie op te bouwen.

Net als andere sociale media biedt LinkedIn ook diensten aan om berichten te versturen, en om meldingen te krijgen. Voor advocaten is LinkedIn ook een belangrijk advertentieplatform (zie de statistieken in de inleiding van dit artikel).

Naast de hierboven genoemde diensten biedt LinkedIn ook een reeks andere diensten aan. Deze zijn gericht op leren en op inzichten; ze laten je toe om vacatures te plaatsen, enz. In deze context (van rekrutering) is het de moeite waard om een nieuwe dienst te vermelden die op dit moment enkel beschikbaar is in de VS en binnen specifieke dienstencategorieën, en die ProFinder heet. Het is LinkedIn’s professionele dienstenmarktplaats die u helpt om de beste freelance of onafhankelijke professionals in uw regio te vinden. Het bevat al bepaalde juridische diensten, en zal naar verwachting meer diensten omvatten en internationaal beschikbaar worden. Dat kan interessant worden voor advocaten.

Ook vermeldenswaard is Slideshare. Het is een hostingservice voor professionele content, waaronder presentaties, infographics, documenten en video’s. Gebruikers kunnen bestanden privé of publiek uploaden in PowerPoint, Word, PDF of OpenDocument formaat. De inhoud kan dan worden bekeken op de site zelf, op draagbare apparaten of ingebed op andere sites.

 

Bronnen:

 

In een vorig artikel hebben we het gehad over vaste vergoedingen en hoe deze voor zowel advocaten als voor hun cliënten het favoriete alternatief zijn geworden voor de factureerbare uren. Forfaitaire vergoedingen hebben veel voordelen: ze zijn iets waar cliënten de voorkeur aan geven. Ze vermijden verrassingen: cliënten weten van tevoren hoeveel ze moeten betalen, en u weet hoeveel u zal verdienen. En omdat de vaste honoraria meestal (ten minste gedeeltelijk) vooraf worden betaald, hoeven advocaten zich geen zorgen te maken over de betaling. Vooraf weten hoeveel iets kost, verlaagt ook de drempel voor cliënten om een advocaat in te huren, wat betekent dat advocaten toegang krijgen tot meer cliënten.

We hebben er ook op gewezen dat vaste tarieven niet altijd de ideale oplossing zijn voor de diensten die u aanbiedt. Voorwaarde is dat u vooraf kunt bepalen welke diensten u aanbiedt en hoeveel tijd dat in beslag neemt. Meestal zijn zaken waarbij tegenpartijen betrokken zijn (procesvoering, arbitrage, bemiddeling, ….) minder geschikt voor vaste tarieven.

We bespraken ook hoe er twee manieren zijn om vaste vergoedingen te berekenen. In beide gevallen bestaat uw winst uit uw inkomsten minus uw uitgaven. U moet dus altijd vooraf uw onkosten berekenen. Het verschil zit hem in het berekenen van uw inkomsten. U kunt ofwel gebruik maken van een cost plus-model, of van een waardebepaling. In het cost plus-model wordt de prijs bepaald door de kosten te berekenen en een eerlijke winstmarge toe te voegen. Die winstmarge kan, maar hoeft niet, gebaseerd te zijn op de gemiddelde tijd die u verwacht aan de zaak te besteden. Bij value pricing daarentegen bepaalt u uw prijs op basis van wat de dienst die u aanbiedt voor uw cliënt waard is.

Wel dan, hoe bepaalt u uw prijs? Mark Wickersham is een boekhouder die een boekje heeft geschreven over “Using value pricing to grow your business” (“Waardebepaling gebruiken om uw bedrijf te laten groeien”) dat gratis online beschikbaar is. (Het kan hier worden gedownload: quickbooks.intuit.com/uk/accountants/value-pricing/). En hoewel het geschreven is voor accountants, is veel van wat hij schrijft ook relevant voor advocaten. Wat volgt, is zijn kijk op de zaak.

Vooraleer u daadwerkelijk een prijs kunt vastleggen, moet u eerst bepalen welke lading die prijs zal dekken. Met andere woorden: u moet de omvang (scope) van de diensten bepalen die door uw prijs worden gedekt. Dit impliceert dat u eerst moet bepalen wat de verwachtingen van uw cliënten zijn. In zijn boek wijdt Wickersham een hoofdstuk aan vijf soorten vragen die u moet stellen om a) de omvang van het werk te begrijpen en b) wat uw cliënten waarderen. Deze vragen gaan over:

  1. Scope (omvang / toepassingsgebied)
  2. Materiële voorkeuren
  3. Immateriële voorkeuren
  4. Voorkeuren m.b.t. het eindresultaat
  5. Vragen m.b.t. eventuele verbeteringen

Vragen m.b.t. de scope hebben te maken met wat uw cliënt nodig heeft of van u wil, en met wat waardevol is voor de cliënt. Scope vragen helpen ons inzicht te krijgen in de omstandigheden van de cliënt, wat ons op zijn beurt helpt bij het inschatten van de hoeveelheid werk die we moeten doen. Scope vragen helpen ook om vast te stellen wat waardevol is voor de cliënt. Naarmate u meer vertrouwd raakt met waardebepaling, zal u beter in staat zijn om relevante vragen te stellen die helpen om te ontdekken wat een cliënt werkelijk waardeert.

Tastbare voorkeuren hebben te maken met de lijst van diensten die u uw cliënt zou kunnen aanbieden die hij zou willen of waarderen. In principe biedt u een menu van diensten aan, die u met de cliënt doorloopt en die relevant zijn voor zijn of haar situatie. Als cliënten “Ja” zeggen tegen deze dingen, geven ze aan dat ze deze zouden waarderen. Dus u voegt ze toe aan uw prijs, ook al vergen deze extra dingen geen extra tijd.

Immateriële voorkeuren hebben te maken met de gebruikerservaring van de cliënt. Dit zijn vragen die helpen bij het vaststellen van de samenwerkingsmodaliteiten en kijken naar hoe het beste kan worden samengewerkt. Denk hierbij aan vragen als “wie is het aanspreekpunt?”, “wat zijn de voorkeursmodi en de gewenste frequentie van communicatie (wanneer wil de cliënt een telefoontje, een mail, een brief of een vergadering)?” Wil de cliënt evaluatiebijeenkomsten tijdens of na afloop, enz.?

Resultaatvoorkeuren gaan over wat de cliënt wil bereiken. Hier kijken we naar het eindresultaat. We bespreken zowel gewenste als mogelijke alternatieve uitkomsten, en hoe we daarop moeten reageren.

Vragen m.b.t. eventuele verbeteringen gaan over hoe we de ervaring van de cliënt verder kunnen verbeteren. Dit is een geavanceerde en optionele stap die zich richt op aanvullende diensten die niet noodzakelijk zijn, maar die de cliënt kan waarderen.

Zodra we de antwoorden op deze vragen hebben, kunnen we beginnen met het bepalen van onze optimale prijs. Om dit te doen, zegt Wickersham dat we de urenstaat moeten vergeten. In plaats daarvan moeten we ons richten op vier factoren of voordelen die helpen bepalen wat onze diensten voor de cliënt waard zijn:

  1. De directe financiële voordelen voor de cliënt, wat doorgaans een toename van het vermogen of inkomen betekent
  2. Verminderd risico
  3. Verminderde verplichtingen en/of aansprakelijkheid
  4. Betere reputatie

Wickersham: “Door deze vormen van waarde effectief te communiceren naar uw cliënten, kunt u uw prijzen maximaliseren, terwijl u toch een win-win scenario creëert waarbij uw cliënten ook kunnen profiteren van de relatie. En dat is de sleutel tot zowel tevreden cliënten als een gezond kantoor. (…..) Als u eenmaal begrijpt wat uw cliënten waarderen (de pijn die ze proberen te vermijden en de winst die ze proberen te behalen), presenteert u een hoge prijs, niet omdat u verwacht dat ze ‘ja’ zeggen (als ze dat doen, bent u te goedkoop!), maar om een referentieprijs te creëren. Dit heet verankering. ” (In zijn boek weidt hij verder uit over verankeren).

Wickersham beveelt ook aan om de cliënt opties aan te bieden waaruit die dan kan kiezen. “Wanneer uw eerste prijs te hoog is, komen hier al die voorkeursvragen terug aan bod. Als u uw cliënten keuzes geeft, zeggen ze vaak ‘Ja’ omdat ze de prijs nog niet gezien hebben. Als de prijs te hoog is, kunt u de cliënt nu het volgende vragen: ‘De reden dat dit de prijs is, is omdat u hebt gezegd dat u al deze dingen wilt hebben. Als u naar deze lijst van dingen kijkt, waarvan u had gezegd dat u ze graag zou willen, zijn er hier dan dingen die u bij nader inzien niet echt nodig hebt of belang aan hecht?’ ”

Kortom, value pricing optimaliseert de winst, maar is niet eenvoudig. Sommigen noemen het een kunst, en met oefening wordt men bedrevener in het vinden van de juiste win/winprijs.

 

Bronnen:

Het begin van een nieuw jaar is traditioneel een tijd waar de deskundigen hun voorspellingen doen voor het komende jaar. Het gebied van de juridische informatica is daarop geen uitzondering. De meeste voorspellingen richten zich op artificiële intelligentie (AI), Blockchain en cybersecurity, maar er zijn ook voorspellingen met betrekking tot de juridische markt in het algemeen, de Cloud en eDiscovery. Laten we deze even nader onder de loep nemen.

De juridische markt

Uit het meest recente Legal Technology Report van de American Bar Association bleek dat er in 2018 minder advocatenkantoren in juridische informatica investeerden dan in 2017. De experts verwachten daarom een stagnatie in het aantal advocatenkantoren dat in juridische informatica investeert. De hoeveelheid geld die door advocatenkantoren wordt geïnvesteerd neemt echter nog steeds toe, evenals de hoeveelheid geld die wordt geïnvesteerd door aanbieders van juridische informatica oplossingen. De juridische informaticamarkt zelf zal daarom blijven groeien.

Deskundigen anticiperen geen belangrijke veranderingen in de software en diensten die de advocaten gebruiken, noch in de wijze waarop advocatenkantoren hun diensten in rekening brengen. De markt van Alternatieve Juridische Dienstverleners zal blijven groeien, en sommige van deze Alternatieve Juridische Dienstverleners zullen belangrijke spelers op de markt worden.

Artificiële Intelligentie (AI)

IBM voorspelt drie grote doorbraken op het gebied van AI. Deze zullen ertoe leiden dat ondernemingen meer vooruitgang boeken op het vlak van AI, dat ze AI op een grotere schaal gaan gebruiken, en dat het vertrouwen in kunstmatige intelligentie groeit. Deze drie doorbraken zijn:

  1. Causaliteit zal in toenemende mate correlaties vervangen: op dit moment ontdekken algoritmen voor Machine Leren patronen, d.w.z. correlaties, maar de aard van die correlaties is nog steeds niet gekend. De doorbraak zal erin bestaan de aard van deze correlaties te kwalificeren en te bepalen wat oorzaak en gevolg is.
  2. Betrouwbare AI (Trusted AI) gaat een centrale rol spelen: er worden methodieken ontwikkeld voor een betere samenwerking tussen mensen en AI, waarbij mensen meer vertrouwen kunnen hebben in de output van AI-systemen.
  3. Quantum computing kan AI helpen: technologieën zoals Deep Learning vereisen aanzienlijke rekenkracht. Quantum computing heeft het potentieel om de rekenkracht van computers drastisch te verhogen.

De deskundigen die Forbes Magazine hebben geraadpleegd, doen vijf voorspellingen:

  1. AI wordt steeds meer een zaak van internationale politiek
  2. Een stap in de richting van “transparante AI” (d.w.z. waar AI-systemen kunnen laten zien hoe zij hun conclusies trekken. Dit sluit aan bij het concept van “Trusted AI”, hierboven vermeld).
  3. AI en automatisering worden dieper verankerd in elk bedrijf
  4. Er zullen meer banen door AI gecreëerd worden dan er door verloren gaan
  5. AI-assistenten worden echt nuttig

In een apart artikel voorspellen experts een stijging in toepassingen die video, spraak en AI combineren om de menselijke interacties, verkoop, klantenservice en vergaderingen te verbeteren.

Meer specifiek op het gebied van juridische AI voorspellen experts een toename van het aantal slimme contracten en een toename van het gebruik van op Blockchain gebaseerde oplossingen. Advocatenkantoren worden slimmer in welke technologieën te gebruiken, wat leidt tot een hogere adoptie van juridische AI waar AI bestaande oplossingen zal aanvullen. AI zal naar verwachting ook een belangrijker rol spelen bij het ontwerp van juridische software en de interfaces daarvan. Een expert voorspelt dat het toegenomen gebruik van AI zal leiden tot lagere tarieven, wat de rechtsbedeling ten goede komt. Een van de gebieden die naar verwachting zal groeien is juridische analyse (inclusief gerechtelijke analyse). Als gevolg hiervan zullen de posities van Chief Analytics Officer (CAO) en Chief Data Officer (CDO) steeds vaker voorkomen in advocatenkantoren.

Cybersecurity

Veel van de voorspellingen hebben te maken met cybersecurity. Advocatenkantoren hebben immers veel waardevolle gegevens en zijn een belangrijk doelwit voor cybercriminelen.

Een van ‘s werelds meest vooraanstaande experts in het bouwen van AI-systemen om malware te detecteren, wijst erop dat cybercriminelen zijn begonnen met het gebruik van wat hij “offensieve AI” noemt, d.w.z. AI-systemen die specifiek zijn ontworpen om computersystemen aan te vallen. Als gevolg hiervan wordt malware bijvoorbeeld slimmer en beter in het ontduiken van de programma’s die tegen malware moeten beschermen. Op hun beurt gebruiken cyberbeveiligingsbedrijven steeds vaker ook AI om cyberaanvallen af te weren en om technologieën te detecteren die gericht zijn op het omzeilen van de bescherming die hun programma’s bieden.

Alle deskundigen verwachten dat de cybercriminaliteit in 2019 zal toenemen. Zij verwachten een toename in:

  • Gegevensbreuken en datalekken, met de nadruk op het laatste.
  • Browser crypto-mining, of crypto-jacking, d.w.z. waar uw browser wordt gekaapt om zgn. cryptocurrencies te ontginnen.
  • Web skimmers: net zoals er hardware bestaat om illegaal creditcards te klonen, gebruiken web skimmers websites om illegaal uw kredietkaartgegevens te verkrijgen.
  • Bot-nets. Expert verwacht meer bepaald een toename van bot-nets die gebruik maken van “Internet of Things” apparaten.
  • Denial of Service (Dos) aanvallen.
  • Financiële criminaliteit, d.w.z. cyberaanvallen op banken en andere financiële instellingen
  • Aanvallen die gebruik maken van e-mail social engineering, ook bekend als BEC’s (Business Email Compromises), i.e. gecompromitteerde bedrijfs-e-mails.
  • Exploitatie kits, d.w.z. webapplicaties die gebruikers doorverwijzen naar kwaadaardige sites waar ze proberen kwetsbaarheden van een browser te benutten om de gebruiker met malware te infecteren.

Ook Cloud servers zijn niet veilig in 2019. Cloud servers zijn langzaam maar zeker het favoriete doelwit geworden van zgn. “cryptocurrency mining trojans”, i.e. virussen om cryptocurrencies te ontginnen.

Naarmate er meer en meer tools voor hackers beschikbaar worden, voorzien deskundigen een toename van ondergrondse gemeenschappen van hackers en cybercriminelen.

Malvertising (kwaadaardige reclame) zal in 2019 meer gesofistikeerd worden.

Cloud

De afgelopen jaren zijn advocatenkantoren steeds meer gebruik gaan maken van Cloudtechnologieën. Die groei zal zich naar verwachting doorzetten, nu advocatenkantoren hun twijfels om Cloud-gebaseerde oplossingen te gebruiken grotendeels hebben overwonnen.

eDiscovery

De AVG heeft een grote impact gehad op eDiscovery. Naarmate meer en meer landen (en staten binnen de VS) soortgelijke wetgeving invoeren, zijn deskundigen van mening dat we een keerpunt bereiken voor de bescherming van persoonsgegevens bij eDiscovery.

2019 zal ook nieuwe manieren zien om de kracht van Analytics te benutten in de gehele eDiscovery workflow. ‘Actief leren’ zal worden gebruikt als een aanvullend middel ter ondersteuning van traditionele analyses.

Aangezien eDiscovery gegevensoverdrachten naar dienstverleners vereist, zullen deze overdrachten in toenemende mate het doelwit worden voor hackers en cybercriminelen.

We zijn ook getuige van een toenemende globalisering van eDiscovery, met als gevolg een toenemende vraag naar vertalingen.

Blockchain

In 2019 zullen we Blockchain realistischer benaderen. Veel fantastische visies van 2017 en 2018 waren op hun tijd vooruit, en veel projecten hebben niet tot de gewenste resultaten geleid. Met een meer realistische aanpak zal Blockchain de hype achter zich laten, en wordt verwacht dat het gebruik van Blockchain zal pieken over de sectoren heen, en dat Blockchain zal beginnen te convergeren met het internet van de dingen (IoT).

Beveiligingsexperts verwachten dat Blockchain zal helpen om onbevoegde toegang te voorkomen. Ze zien ook verbeteringen in privacybeschermende technieken voor Blockchain: deze technieken in combinatie met Blockchain kunnen nieuwe gedecentraliseerde toepassingen mogelijk maken die gegevens beschermen en tegelijkertijd gebruikers de transparantie en controle bieden over hoe hun gegevens worden gebruikt.

Blockchain vereist een aanzienlijke rekenkracht, wat op zijn beurt leidt tot een belangrijke toename in energieverbruik. Om dit probleem aan te pakken, zullen we in 2019 ook hardware matige versnelling van cryptografische technieken zien.

 

Bronnen:

 

De markt van de juridische dienstverlening is volop aan het veranderen en dat heeft zijn gevolgen voor het bedrijfsmodel voor advocatenkantoren. Grotendeels op verzoek van hun cliënten maken advocatenkantoren de transitie van factureerbare uren naar alternatieve vergoedingsregelingen. De meest gebruikte alternatieve vergoedingsregeling is het in rekening brengen van vaste tarieven (of forfaitaire vergoedingen). In dit artikel bekijken we wat ze zijn, welke soorten er zijn, wat de voordelen en de risico’s zijn, wanneer u best al dan niet vaste tarieven aanrekent, en ten slotte hoe u de prijs bepaalt voor die vaste tarieven. Dat laatste punt zal worden voortgezet in een vervolgartikel.

Peggy Gruenke, van www.attorneyatwork.com, definieert een vaste vergoeding als volgt: “Een vaste vergoeding is gewoon een vooraf afgesproken allesomvattende vergoeding die vooraf wordt betaald, of ten minste een deel ervan, om alle werkzaamheden die nodig zijn om een bepaalde zaak te behandelen.”

Er zijn twee soorten forfaitaire vergoedingen, en het onderscheid heeft te maken met de manier waarop de vergoeding wordt berekend. Het eerste type wordt aangeduid als “cost plus” (soms vertaald als “kostprijs plus”) prijsstelling, waarbij de prijs wordt bepaald door het berekenen van de kosten en het toevoegen van een aanvaardbare winstmarge. Advocatenkantoren, als ze bepaalde soorten zaken hebben die ze regelmatig doen, kunnen bijvoorbeeld de gemiddelde tijd en kosten van eerdere zaken berekenen en die gebruiken om een vaste prijs te bepalen. Het alternatief wordt “value pricing” (soms vertaald als “waardebepaling”) genoemd, waarbij u de prijs bepaalt op basis van wat de dienst die u aanbiedt, waard is voor de cliënt. We komen later nog terug op hoe u de prijs voor de vaste kosten kunt bepalen.

Het gebruik van forfaitaire vergoedingen heeft zowel voordelen als risico’s. De voordelen omvatten:

  • Cliënten geven de voorkeur aan vaste vergoedingen.
  • Vaste vergoedingen elimineren verrassingen: cliënten weten op voorhand hoeveel ze moeten betalen, en u weet hoeveel u gaat verdienen.
  • Vooraf weten hoeveel iets kost, verlaagt de drempel voor cliënten om een advocaat in te huren, wat betekent dat u toegang krijgt tot meer cliënten.
  • Omdat de vaste kosten meestal (ten minste gedeeltelijk) vooraf worden betaald, heeft u ook geen problemen om betaald te worden: u begint gewoon niet te werken totdat u betaald bent.
  • Het aanrekenen van vergoeding op basis van “value pricing”, waar de prijs wordt berekend op de waarde die uw diensten brengen aan de cliënt, resulteert meestal in een hogere winstmarge voor de advocaat.

Er zijn ook risico’s aan verbonden:

  • Het kan moeilijk zijn om de totale vergoeding op voorhand te berekenen, vooral wanneer er tegenpartijen bij betrokken zijn. (Zie hieronder).
  • Als er extra uren worden gepresteerd, is het goed mogelijk dat de advocaat ervoor opdraait.
  • Er is een potentieel voor lagere winstmarges of zelfs verliezen indien de zaak aanzienlijk meer tijd in beslag neemt dan verwacht.

Wat deze risico’s aantonen, is dat forfaitaire vergoedingen niet altijd en overal zinvol zijn. U zult moeten bepalen wanneer en wanneer u al dan niet met forfaitaire vergoedingen zal werken. Forfaitaire vergoedingen zijn niet aan te bevelen wanneer het moeilijk is om vooraf in te schatten hoeveel tijd en moeite een dossier in beslag zal nemen. Ruth Carter, bijvoorbeeld, vermijdt het gebruik van forfaitaire vergoedingen in zaken waar er een tegenpartij is: het gaat bijv. om zaken waar partijen een schikking onderhandelen of zaken die voor de rechter beslecht worden, omdat je meestal niet kunt anticiperen wat er allemaal zal moeten gebeuren. Er zijn natuurlijk uitzonderingen in scenario’s die veelvoorkomend en/of eenvoudig zijn, zoals het afhandelen van verkeersboetes. Normaal gesproken zijn vaste tarieven geschikt wanneer de benodigde tijd voorspelbaar is. Het werkt bijvoorbeeld goed voor transacties zoals auteursrechten, handelsmerken en het opstellen en nazien van contracten.

Soms rekenen advocaten een hybride vergoeding aan (of een “flat fee plus”, zoals Ruth Carter ze noemt), waarbij forfaitaire vergoedingen en facturering per uur worden gecombineerd. Meestal gaat het daarbij om het in rekening brengen van een vast bedrag voor een project met een beperkte reikwijdte en vervolgens het in rekening brengen van een uurtarief voor alle werkzaamheden die daarbuiten worden uitgevoerd. Billie Tarascio bijvoorbeeld, een echtscheidingsadvocaat, maakt gebruik van een hybride model van uurtarieven voor bepaalde werkzaamheden en combineert deze met vaste tarieven voor voorspelbare items zoals het opstellen van besluiten, het bijwonen van hoorzittingen, enz.

Vooraleer u begint met het aanrekenen van vaste kosten, zijn er een aantal vragen die u zich moet stellen. De eerste vraag is of uw cliënten om forfaitaire vergoedingen vragen. Als dat niet zo is, heeft u dan een goede reden om over te stappen? Heeft u bij de introductie van uw vaste kosten aan uw cliënten duidelijk omschreven verwachtingen, kosten en reikwijdte (=wat wel en wat niet onder de dienstverlening valt) bepaald? Heeft u nagedacht over uw overheadkosten? Hoeveel forfaitaire gevallen heeft u nodig per maand om de kosten te dekken en uzelf te betalen?

Zodra die vragen zijn beantwoord, kunt u berekenen hoe u uw forfaitaire vergoedingen zal bepalen. Zoals hierboven vermeld, kunt u gebruik maken van ofwel “value pricing” of “cost plus pricing”. Als u een vaste vergoeding wilt vragen voor een dienst die u al een tijdje aanbiedt, is het “cost plus”-model vrij eenvoudig te implementeren, omdat u al over alle noodzakelijke informatie beschikt met betrekking tot reikwijdte, benodigde tijd, kosten, etc. (Als u CICERO LawPack gebruikt, is het gemakkelijk om al deze informatie op te vragen).

De meeste auteurs bevelen echter aan om “value pricing” te gebruiken, omdat het beter geschikt is om uw winstmarges te optimaliseren. Nu, een dergelijke waardebepaling is niet eenvoudig, en dat is nog meer het geval wanneer u er niet echt mee vertrouwd bent. U moet immers weten hoe u iets abstract en subjectief als waarde moet meten en u moet de factoren identificeren die bepalen wat de waarde is die uw diensten voor uw cliënten opleveren. Mark Wickersham, die een boek schreef over “Using value pricing to grow your business” (dat gratis online beschikbaar is), wijst er op dat een waardebepaling moeilijk is om drie redenen: 1) Waarde is subjectief; het kan niet worden aangeraakt, gevoeld of gemeten. 2) Iedereen waardeert dingen anders. En 3) omdat elke cliënt unieke behoeften heeft.

In een vervolgartikel gaan we verder in op hoe u uw prijs kunt bepalen bij het gebruik van “value pricing.”

Bronnen: