Nu 2019 van start gegaan is, kan het nuttig zijn om te evalueren wat 2018 ons op het gebied van juridische informatica heeft gebracht. Robert Ambrogi, van lawsitesblog.com, publiceerde een artikel over de 20 belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van juridische technologie in 2018. En zoals gebruikelijk publiceerde ook de American Bar Association (ABA) in december 2018 haar jaarlijkse Legal Technology Survey Report, dat eveneens veel interessante inzichten biedt. Laten we daarmee beginnen.

  1. Het volledige ABA Legal Techology Survey Report bestaat uit zes volumes:
  2. Grondbeginselen van de juridische informatica en veiligheid
  3. Informatica voor Advocatenkantoren
  4. Online onderzoek
  5. Marketing en communicatietechnologie
  6. Procesvoeringstechnologie en eDiscovery
  7. Mobiele Advocaten

Deze zes volumes kunnen hier afzonderlijk of samen worden gekocht. Een samenvatting van het onderzoek in vijf afzonderlijke rapporten kan hier gratis online worden gelezen. Deze vijf rapporten hebben betrekking op:

  1. Budgettering en planning
  2. Solo en kleine kantoren
  3. Praktijkbeheer
  4. Opleiding in juridische informatica
  5. Geschillenbeslechting en TAR (Technology Assisted Review)

Dit zijn de belangrijkste conclusies:
Een van de meest verrassende bevindingen van het rapport is dat het aantal advocatenkantoren dat een budget heeft voor juridische informatica een lichte daling heeft ondergaan ten opzichte van vorig jaar. Waar in 2017 nog 60% van de advocatenkantoren over een juridische informaticabudget beschikte, is dat aantal in 2018 gedaald tot 57%. Net als in het verleden neemt het percentage advocatenkantoren met een technologiebudget toe naargelang de omvang van het kantoor. Uit het rapport bleek dat 34 procent van de solopraktijken, 53 procent van de kantoren van twee tot negen advocaten, 77 procent van de kantoren van 10 tot 49 advocaten, 83 procent van de kantoren met 100 tot 499 advocaten, en 87 procent van kantoren van 500 of meer advocaten technologiebudgetten had.

Een andere verrassende bevinding is dat terwijl telewerken of werken op afstand over het geheel genomen toeneemt (zoals verwacht), is telewerken in grotere kantoren afgenomen. Bij solo- en advocatenkantoren met 2-9 advocatenkantoren is het percentage mensen die telewerken gestegen van 38% in 2015 naar 46% in 2018, en van 58% in 2015 naar 68% in 2018, respectievelijk. In grotere kantoren is het percentage echter gedaald van 87% in 2015 tot 79% in 2018 in kantoren met 10-49 advocaten, en van 94% in 2016 tot 88% in 2018 voor de grotere kantoren.

Het aantal advocatenkantoren dat praktijkmanagementsoftware gebruikt blijft over de ganse lijn stabiel. De functionaliteit van de software die voor hen beschikbaar is, is niet echt veranderd in die zin dat het beheren van cliënten en dossiers nog steeds de kern vormt van alle pakketten.

De meeste advocaten zijn tevreden over de software die zij gebruiken voor het beheer van hun praktijk, aangezien 32% “zeer tevreden” was en 61% “enigszins tevreden”, wat samen een totaal oplevert van 93% die enigszins of zeer tevreden was.

Er is niet veel veranderd met betrekking tot de softwarepakketten die de advocatenkantoren gebruiken, en er is nog veel ruimte voor verbetering, vooral als het gaat om de integratie met andere applicaties.

De AVG heeft een belangrijke impact gehad, wat resulteerde in de verwijdering van heel wat metadata. Het gebruik van software die specifiek bedoeld is om metadata te verwijderen neemt toe, wat de privacy en confidentialiteit ten goede komt.

Een andere bevinding van het rapport is dat de grens tussen tabletten en laptops vervaagt. In solo- en kleine advocatenkantoren daalde het percentage tabletgebruikers van 57% in 2016 naar 47% in 2018. In grotere kantoren is het aantal tabletgebruikers echter toegenomen: in kantoren met 100-499 advocaten is het percentage gestegen van 32% in 2015 naar 53% in 2018. In kantoren met meer dan 500 advocaten gebruikt 39% van de advocaten een tablet.

De wijze waarop advocaten in 2018 hun diensten aanrekenden, is vrijwel ongewijzigd ten opzichte van 2017. De honoraria per uur blijven het populairst (69%), gevolgd door vaste tarieven (15%), contingentieovereenkomsten (11%, afhankelijk van het behaalde resultaat), voorschotten (4%, waarbij de cliënt op regelmatige basis, meestal maandelijks, een voorschot betaalt), en overige (1%).

In zijn artikel over The 20 Most Important Legal Technology Developments Of 2018 vermeldt Robert Ambrogi een aantal ontwikkelingen die wereldwijd relevant zijn:

  • Legal Analytics worden belangrijker: in 2018 zijn steeds meer advocatenkantoren begonnen met het analyseren van de gegevens die zij verzamelen.
  • Juridische informatica gaat internationaal: tot voor kort was juridische informatica grotendeels een nationale materie, maar nu zien we steeds meer juridische informaticadiensten die internationaal worden aangeboden.
  • g.v. Artificiële Intelligentie wordt juridisch onderzoek slimmer en vollediger.
  • De investeringen nemen toe. Alleen al in de VS werd in 2018 1 miljard dollar geïnvesteerd in juridische informatica.
  • De cloud schrikt niet langer af: steeds meer advocatenkantoren hebben hun bezwaren laten varen en maken nu effectief gebruik van clouddiensten.
  • In 2018 zagen we ook een toename van informaticacompetentie bij de advocaten.
  • Artificiële Intelligentie krijgt een eigen MBA.
  • Het aantal startups blijft toenemen.

Samenvattend: de markt voor juridische informatica blijft evolueren, maar het gebruik van juridische informatica in advocatenkantoren heeft de afgelopen jaren geen grote stappen gezet.

 

Bronnen:

Good2bSocial (www.good2bsocial.com) publiceert ieder jaar, tegen het einde van het jaar, een ‘Social Law Firm Index’. Het is een onderzoek naar digitale marketingadoptie, gebruik en ‘best practices’ in de juridische sector. Het rapport heeft tot doel de effectiviteit te achterhalen van de inspanningen van advocatenkantoren en omvat beoordelingen en rankings van de Amerikaanse topkantoren.  Het rapport beoordeelt de publiek beschikbare inhoud die kantoren aanbieden op het gebied van kennisleiderschap (‘thought leadership’), en meet het bereik, de betrokkenheid en de marketingprestaties van sociale media op specifieke sociale platforms, zoals Twitter, LinkedIn, Facebook en Instagram. Hier zijn enkele van de hoogtepunten van de Social Law Firm Index in 2018.

Laten we beginnen met enkele algemene opmerkingen over trends:

  • Het gebruik van digitale technologie en sociale media door advocatenkantoren neemt nog steeds snel toe.
  • Er is ook een duidelijke toename waarneembaar van het gebruik van video. (Zie hieronder).
  • Kantoren maximaliseren het potentieel van interactieve inhoud: interactieve inhoud is een van de beste manieren voor advocatenkantoren om interactie te bevorderen via digitale kanalen zoals e-mail en sociale media. In 2018 was er een tendens om gebruik te maken van gratis tools, polls en enquêtes.
  • Als het gaat om de eigenlijke inhoud, zijn er meer bedrijven die klantgericht kennisleiderschap en specifieke inhoud aanbieden die rekening houden met de wensen van de cliënt in plaats van zich louter op klantenwerving te richten. (Vooral op Twitter was er een aanzienlijke toename van kwalitatief hoogwaardige, niet-promotionele inhoud.)
  • In vergelijking met 2017 zien we dat zowel prioriteiten als kanalen verschuiven: Advocatenkantoren worden slimmer in het laten vallen van sociale platformen die hun doelgroepen niet bereiken of die geen rendement opleveren. Facebook, dat het afgelopen jaar door verschillende schandalen werd getroffen, zag met name een sterke afname in gebruik door advocatenkantoren.
  • Er is een toenemende behoefte aan betaalde advertenties op sociale media. (Zie verder).

In het onderzoek wordt nauwkeurig onderzocht hoe bedrijven digitale platforms gebruiken om te communiceren en om hun kennisleiderschap te versterken. Good2bSocial vindt dat de meest waardevolle activa van een advocatenkantoor de intellectuele activa zijn. Zij definiëren kennisleiderschap daarom als materiaal dat, met het oog op bedrijfsontwikkeling, communiceert met potentiële klanten en anderen over deze middelen. Deze communicatie kan de vorm aannemen van artikelen, klantwaarschuwingen, toolkits, video’s, podcasts en blogs.

Het rapport onderzocht ook wat de kenmerken zijn van de kantoren die best en slechtst scoorden. De best presterende kantoren tonen de meest uitgebreide adoptie, integratie en gebruik van sociale media en content marketing om hun kantoorpraktijk aan te prijzen en verder uit te bouwen. Hun berichtgeving is coherent, consistent en actueel voor alle platforms, en de beste praktijken zijn duidelijk waarneembaar in alle stadia van de uitvoering. Ze vertoonden de volgende kenmerken, waarvan sommige hierboven reeds in de algemene trends werden vermeld:

  • Video wordt steeds belangrijker: In 2017 maakte 26% van de advocatenkantoren er gebruik van; in 2018 is dat 36%. Neem inhoud zoals testimonials, casestudies en blogartikelen en maak er video’s van voor een meer boeiende manier om in contact te komen met uw doelgroep.
  • Interactieve inhoud staat centraal: Gebruik interactieve content zoals polls, enquêtes en gratis assessment tools om uw cliënten te begrijpen en hen te voorzien van toekomstige inhoud waarvan u weet dat ze die waardevol zullen vinden
  • Denk als een cliënt: Gebruik enquêtes en polls om uw contentstrategie te bepalen. U kunt enkel relevante inhoud aanbieden als u weet wat belangrijk is voor uw cliënten en potentiële cliënten.
  • Kwaliteit boven kwantiteit: Streef ernaar dat minstens 70 procent van uw sociale media berichten originele, niet-promotionele inhoud zijn, zoals blogberichten en klantwaarschuwingen.
  • Het verschuiven van prioriteiten en kanalen: Analyseer en meet welke sociale netwerken het meest effectief zijn voor uw advocatenkantoor. Geef vervolgens prioriteit aan de netwerken die u de hoogste ROI opleveren. Terwijl Facebook nog steeds effectief is voor advocatenkantoren die consumenten proberen te bereiken, vinden kantoren die bedrijven als cliënten hebben dat ze beter af zijn met LinkedIn en Twitter.
  • Stijging van betaalde advertenties op sociale media: Dertig procent van de ondervraagde advocatenkantoren gebruiken advertenties op sociale media om het bereik van hun sociale media boodschappen te vergroten. Facebook en LinkedIn zijn even populaire keuzes als het gaat om bedrijven die investeren in gesponsorde inhoud op sociale media.

De kenmerken van de kantoren die slechtst presteren, vallen daarentegen in twee categorieën uiteen. Ten eerste zijn er de verlaten profielen, d.w.z. profielen op sociale media die niet langer worden bijgewerkt. Ten tweede zijn er alle gemiste kansen op engagement. De volgende beste praktijken op het gebied van sociale-mediabetrokkenheid werden niet nageleefd:

  • Het delen van bloginhoud op sociale mediakanalen: het is niet genoeg om een blogartikel te publiceren. Deel dat mee op sociale media. Dit geldt niet alleen voor nieuwe artikelen, maar ook voor oudere artikelen die nog steeds relevant zijn.
  • Pleitbezorging door medewerkers van het kantoor heeft het potentieel om het bereik van het gedachtegoed van uw advocatenkantoor exponentieel te vergroten.
  • Engageer/interageer met anderen: ‘vind leuk’, retweet, geef commentaar, vermeld belangrijke beïnvloeders en denkers. Het volgen van ‘social media best practices’ zoals influencer marketing, het gebruik van hashtags en het meerdere malen posten van content worden te vaak vergeten. Dit leidt tot gemiste kansen voor advocatenkantoren om opgemerkt te worden en nieuwe cliënten aan te trekken.

 

Bronnen:

Een boeiend nieuw domein binnen juridische informatica is Legal Design. De achterliggende gedachte is eenvoudig: hoe kunnen we principes van design (in de brede zin van het woord, i.e. met inbegrip van software design, grafisch ontwerp, functioneel ontwerp, enz.) toepassen op het recht ten einde de gebruikerservaring van alle belanghebbenden te verbeteren? Het is een uitgebreide materie, waar boeken en cursussen aan gewijd zijn. In dit artikel kunnen we daarom enkel de tip van de sluier lichten. Als u geïnteresseerd bent in Legal Design en meer wilt te weten komen, kunt u de (Engelstalige) websites raadplegen van Margaret Hagan, www.lawbydesign.co, en van het Legal Design Lab van Stanford Law School en d. School, www.legaltechdesign.com.

Hoe kan Legal Design worden gedefinieerd? Het is de toepassing van de ontwerpprincipes waarin de gebruiker centraal staat op de praktijk van de wet, met de bedoeling rechtssystemen, producten, diensten en processen nuttiger, bruikbaarder, begrijpelijker en aantrekkelijker te maken voor iedereen. “Legal Design is een manier om juridische diensten te beoordelen en te creëren, met een focus op hoe bruikbaar, nuttig en engagerend deze diensten zijn. Het is een aanpak met drie belangrijke bronnen – processen, mind-sets en mechanica – die juridische professionals kunnen gebruiken. Deze drie bronnen kunnen ons helpen bij het bedenken, bouwen en testen van betere manieren om dingen in het recht te doen, die zowel leken als juridische professionals zullen stimuleren en helpen. “(Margaret Hagan)

Legal Design kan zeer nuttig zijn. Vrijwel elk aspect van ons leven is op de een of andere manier gereguleerd. Helaas is er een brede kloof tussen het recht en de juridische consument: contracten worden gemaakt door advocaten en soms alleen door advocaten begrepen. Het rechtssysteem is dikwijls een onbegrijpelijke doolhof en vaak lijkt het erop dat het de zaken meer compliceert i.p.v. een oplossing te bieden. Elk product dat u koopt of elke dienst die u gebruikt heeft algemene voorwaarden die in detail moeten worden bestudeerd vooraleer u ze kunt begrijpen, enz.

Met Legal Design kunnen we bovenvermelde kloof overbruggen door ons te richten op een “mensgerichte aanpak waarbij eerst de behoeften, wensen en verlangens van de gebruikers in kaart worden gebracht en vervolgens worden gebruikt als basis voor het ontwerpen en ontwikkelen van oplossingen. Het resultaat is juridische informatie en diensten die transparant, toegankelijk, visueel duidelijker en, zoals hierboven vermeld, bruikbaar, begrijpelijk, nuttig en boeiend zijn. Wanneer het op een strategische manier wordt toegepast, kan Legal Design de prestaties, innovatie, merkperceptie, publieksbetrokkenheid, conversieratio’s en vele andere maatstaven verbeteren” (Meera Sivanathan).

Legal Design streeft er m.a.w. naar juridische diensten en producten te leveren die (1) bruikbaar, (2) nuttig en (3) boeiend zijn. Legal Design heeft daarom doelstellingen die in drie categorieën vallen:

  1. Het helpen van de leek en de juridische professional;
  2. Het creëren van een beter front-end en een beter back-end van het rechtssysteem;
  3. Werken aan incrementele verbeteringen op korte termijn, en baanbrekende veranderingen op lange termijn.

Enkele voorbeelden: testamenten, contracten of wetteksten kunnen begrijpelijker worden gemaakt als ze in infografieken worden weergegeven. Juridische chatbots en robots zoals DoNotPay maken het ondernemen van juridische stappen zo eenvoudig als het invullen van online formulieren. Juridische opleiding en training zijn gebaat bij verbeterde (meestal visuele) communicatiemiddelen, etc.

Legal Design wordt al toegepast op de volgende gebieden:

  • “Legal Design Process” (dat zich bezighoudt met het analyseren van processen en systemen om deze te stroomlijnen en een betere gebruikerservaring te creëren),
  • Visueel recht en een visuele rechtsbibliotheek,
  • Toegang tot het rechtsapparaat,
  • Juridische opleiding & praktijk,
  • Gerechtelijke innovatie,
  • Een beter juridisch internet,
  • Nieuwe modellen van juridische organisaties
  • “Legal Communication Design,” waar intelligente communicatietools worden ontwikkeld. Kijk bijvoorbeeld eens naar de Legal Design Toolbox (in het Engels): legaltechdesign.com/LegalDesignToolbox

In haar online boek Law by Design legt Margaret Hagan uit dat Legal Design de volgende voordelen biedt:

  1. Verbeterde probleemoplossing: meer vooruitstrevend en creatief zijn in het genereren van oplossingen voor problemen.
  2. Klantgerichte diensten: om de cliënten centraal te stellen en hen betere diensten te leveren op maat van hun expliciete (en soms verborgen) behoeften – en hen op een duidelijkere, meer uitnodigende en bruikbare manier informatie aan te leveren.
  3. Betere communicatie: informatie – en met name complexe juridische informatie – op een duidelijkere, meer uitnodigende en bruikbaardere manier communiceren.
  4. Rijkere juridische beroepen: om een nieuwe set van professionele carrières en opportuniteiten voor juristen op te bouwen, met nieuwe soorten banen en competenties.
  5. Betere Juridische Organisaties & Werkleven: het ontwikkelen van nieuwe manieren van samenwerken, het verbeteren van processen en besluitvorming, en het opbouwen van sterkere gemeenschappen binnen juridische werkplekken.
  6. Nieuwe producten en diensten: om ideeën te genereren over hoe cliënten, juristen en het grote publiek op nieuwe manieren te bedienen – al dan niet met behulp van technologie, en om ideeën te verwerken in levensvatbare producten en bedrijven.

 

Bronnen:

In een vorig artikel hebben we het gehad over Artificiële Intelligentie (AI) en contracten. AI speelt een rol in drie verschillende gebieden als het om contracten gaat: 1. nazicht van contracten, 2. contractbeheer en -automatisering, en 3. slimme contracten (‘smart contracts’). Ofschoon slimme contracten geautomatiseerde contracten zijn, onderscheiden ze zich van andere geautomatiseerde contracten door het gebruik van Blockchain-technologie.

Wat zijn slimme contracten? Laten we elementen uit de definities van Tech Republic en Investopedia combineren om een volledige definitie te krijgen: een slim contract is een op software gebaseerd contract tussen een koper en een verkoper. De software automatiseert de bedrijfsprocessen en de voorwaarden voor de uitvoering van het contract. De code die in het contract is geprogrammeerd maakt het contract zelf-uitvoerbaar, zodat er actie wordt ondernomen wanneer een specifieke voorwaarde binnen het contract wordt geactiveerd. De code en de daarin opgenomen afspraken zijn bewaard in een gedistribueerd, gedecentraliseerd Blockchain netwerk. Slimme contracten maken het mogelijk om betrouwbare transacties en overeenkomsten uit te voeren tussen verschillende, anonieme partijen zonder de noodzaak van een centrale autoriteit, rechtssysteem of extern handhavingsmechanisme. Ze maken transacties traceerbaar, transparant en onomkeerbaar. Omdat het slimme contract software is die in staat is om zowel bedrijfsprocessen als de uitvoering van een contract te automatiseren, is er geen behoefte aan toezicht door managers of tussenpersonen.

Laten we een voorbeeld geven: A is een leverancier van producten voor B. Elke maand plaatst B een bestelling bij A. Het is zinvol om dit proces te automatiseren. Het slimme contract bestaat uit software die bijvoorbeeld de code zou bevatten die zegt dat als een bestelling van B door A wordt ontvangen en B niet achterstallig is, dat die bestelling dan moet worden uitgevoerd. Nu, met slimme contracten worden deze transacties typisch geregistreerd in een gedistribueerd, gedecentraliseerd Blockchain netwerk van grootboeken. In een eerder artikel hebben we uitgelegd dat Blockchain een technologie is die transacties registreert in een grootboek, waarbij iedereen in het netwerk een kopie van dat grootboek heeft. Transacties worden versleuteld door middel van een sleutel die wordt berekend op basis van alle voorgaande transacties in het grootboek. In essentie, om een transactie te vervalsen, zou men dus alle registraties van alle transacties in alle grootboeken moeten vervalsen.

De voordelen van slimme contracten zijn duidelijk: het hele proces van transacties tussen partijen kan worden geautomatiseerd en door gebruik te maken van Blockchain-technologie beschikt men over een vrijwel onweerlegbaar bewijs van de transacties. Daar komt nog bij dat de programmeercode doorgaans minder dubbelzinnig is dan traditionele contracten, zodat de kans op geschillen over de interpretatie van slimme contracten kleiner is.

Het gebruik van slimme contracten zal naar verwachting snel groeien. Een onderzoek in Forbes Magazine voorspelt dat in 2022 25% van alle bedrijven er gebruik van zal maken. In principe kan men in nagenoeg elke markt waar Blockchaintechnologie nuttig is, verwachten dat slimme contracten ook nuttig zullen zijn.  Slimme contracten kunnen ook de perfecte aanvulling zijn op E.D.I. Op dit moment worden er al slimme contractapplicaties gebruikt in – of ontwikkeld voor – bevoorradingsketens en logistiek, in financiën en beleggingen, vastgoed, beheer en exploitatie, gezondheidszorg, verzekeringen, enz.

Toch moet men zich bewust zijn van de beperkingen van slimme contracten. Er zijn immers een aantal juridische overwegingen waarmee rekening moet worden gehouden. De naam ‘slimme contracten’ is misleidend omdat het niet echt om contracten gaat, maar om software. Er kunnen juridische problemen rijzen m.b.t.:

  • De wilsovereenstemming (aanbod en aanvaarding): is er überhaupt een bindend contract, als er geen menselijke interactie of supervisie is en de transactie volledig automatisch wordt uitgevoerd?
  • De bewijskracht: slimme contracten zijn geen schriftelijk bewijs van overeengekomen rechten en verplichtingen, omdat ze slechts een deel van de rechten en verplichtingen omvatten die verband houden met de contractuele prestaties.
  • Jurisdictie: is het bevoegdheidsgebied duidelijk afgebakend in geval van een conflict of geschil?
  • Geschillenbeslechting: bestaan er mechanismen voor geschillenbeslechting?

Bij het werken met slimme contracten is het daarom een goed idee om eerst tot een kaderovereenkomst te komen waarin deze kwesties aan de orde komen. En die kaderovereenkomsten worden bij voorkeur nog steeds door advocaten geschreven.

 

Bronnen:

E-mailmarketing is een waardevol instrument voor advocaten dat veel voordelen biedt. Het wordt door 70% van de digitale marketeers nog steeds gezien als het beste medium voor return on investment. Het is vrij eenvoudig om aan de slag te gaan, en met beperkte middelen kunt u een wereldwijd publiek bereiken, een onmiddellijke impact hebben, cliëntenbinding intact houden, enz. Voeg daar nog aan toe dat e-mails gemakkelijk te delen zijn en dat de impact ervan gemakkelijk te meten is. U kunt gerichte berichten verzenden, inkomsten genereren, enz. Een van de meest voor de hand liggende voordelen van e-mailmarketing is de lagere kosten in vergelijking met andere marketingkanalen. Als advocaat moet u er evenwel rekening mee houden dat er niet alleen juridische (denk bijv. aan de AVG) maar ook deontologische overwegingen zijn.

Welke soorten e-mails kunt u of zou u moeten versturen? Joleena Louis vermeldt zes verschillende types:

  1. De welkomstmail, wanneer u bijvoorbeeld een nieuwe cliënt krijgt, maar ook wanneer iemand zich aanmeldt voor uw blog.
  2. De Tools & Resources E-mail, waar u nuttige informatie deelt met cliënten: URL’s, lezingen en Webinars, e-Books, enz.
  3. De vragende e-mail, waar u uw cliënten om feedback of hulp vraagt.
  4. De Inhoud / Content E-mail, waar u bijvoorbeeld een nieuwe blogpost deelt die u hebt geschreven.
  5. De mail met gecureerde inhoud, waar u interessante inhoud van andere auteurs deelt.
  6. De Nieuwsbrief E-mail.

De lijst is niet volledig. U kunt bijv. ook verschillende soorten herinneringen, verjaardags- en vakantiewensen, enz. versturen.

Hoe organiseert u een e-mailcampagne? In essentie zijn er vier belangrijke aspecten waarmee rekening gehouden moet worden: uw doelgroep(en); de boodschap die u aan die doelgroep wilt overbrengen; de presentatie van de boodschap; en hoe deze zal worden overgebracht. Laten we dit alles wat nader bekijken.

Uw doelgroep: naar wie verstuurt u uw e-mailcampagne? De meest voor de hand liggende doelgroepen zijn uw cliënten, maar ook mensen die zich op uw blog hebben ingeschreven. Het is geen goed idee om exact dezelfde inhoud naar al uw lezers te sturen. Het is aan te raden om uw e-maillijst te segmenteren, bijv. per interesse, per activiteit, per datum, per type lezer (bijv. cliënt vs. blog abonnee). Zorg er evenwel voor dat die segmentatie niet te ingewikkeld of tijdrovend wordt.

Uw boodschap: u moet definiëren wat de boodschap is voor elke doelgroep. Vergeet niet om uw boodschap te personaliseren: begin met hun naam of, indien van toepassing, de bedrijfsnaam. Houd uw e-mails beknopt en ter zake. Als het gaat om de eigenlijke inhoud, is het belangrijk om niet louter aandacht te besteden aan uzelf en/of uw diensten/producten. De inhoud moet uw lezers een meerwaarde bezorgen. In geval van twijfel of gebrek aan inspiratie kunt u uw lezers vragen welke informatie ze willen ontvangen. Het is vaak ook een goed idee om een aantal leuke feiten en statistieken op te nemen.

De presentatie: hoe u uw boodschap presenteert is belangrijk. Onderzoek heeft aangetoond dat het goed is om afbeeldingen in uw boodschap te verwerken. Het gebruik van 1 tot 3 afbeeldingen heeft doorgaans de grootste impact. Zorg er echter voor dat die beelden niet te groot zijn: ze moeten snel laden. Het is ook aan te raden om geen mail te versturen die enkel uit een afbeelding bestaat. (Deze worden meestal aangeduid als spam door spamfilters). Gebruik korte, duidelijke teksten die geschreven zijn door één of meer echte personen in uw team.

Soms kan het ook een goed idee zijn om video te gebruiken: neem de video niet op in de eigenlijke mail, maar voeg een link toe naar de video die u aan uw lezers wil voorstellen. Dit werkt het beste voor eerste mails, bijvoorbeeld voor een welkomstmail. Het gebruik van een statische afbeelding met een afspeelknop, of een geanimeerde gif in uw mail resulteert doorgaans in meer mensen die de video bekijken.

Houd er ook rekening mee dat een meerderheid tegenwoordig hun mail lezen op hun mobiele apparaat. Zorg ervoor dat uw bericht ook duidelijk leesbaar is op mobiele toestellen.

De aflevermethode: hoe gaat u uw boodschap aan uw publiek bezorgen? Als u software voor kantoorbeheer gebruikt, is de kans groot dat deze wordt geleverd met een module voor e-mailcampagnes. (CICERO LawPack gebruikers zijn waarschijnlijk vertrouwd met de Campaigns App. Dit is een krachtig hulpmiddel voor het organiseren van e-mailcampagnes. Het stelt u bijv. in staat om uw publiek eenvoudig te segmenteren op basis van combinaties van verschillende criteria, enz.). Als uw software voor kantoorbeheer geen dergelijke module heeft, kunt u gebruik maken van de diensten van dienstverleners zoals Mailchimp, Litmus, Reachmail, Cakemail, enz.

Enkele aanvullende overwegingen: het is aan te raden om het versturen van e-mails waar mogelijk te automatiseren. Dat is bijvoorbeeld het geval voor welkomstmails, herinneringen, vakantie- of verjaardagswensen, enz. Wanneer u begint met het plannen van uw e-mailcampagnes, is het aan te bevelen om te beginnen met een duidelijk doel voor ogen. De grootste fout die mensen maken met e-mailmarketing is dat ze geen strategisch plan hebben. Een ander belangrijk aspect van e-mailcampagnes is het bijhouden van uw resultaten: hoeveel e-mails werden geopend en gelezen? Welke onderwerpen zijn succesvol, en wat werkt het beste voor welke doelgroep, etc.?

 

Bronnen:

 

Uit een recent onderzoek in het Verenigd Koninkrijk is gebleken dat 7 van de 10 juridische consumenten liever met een robotadvocaat of juridische chatbot communiceren dan met een “echte” advocaat. Om de zaken in perspectief te plaatsen: als we het bijvoorbeeld hebben over contact opnemen met de klantenservice, geeft slechts 44% de voorkeur aan een chatbot, waar 63% er geen bezwaar tegen heeft, en 37% er de voorkeur aan geeft niet met chatbots te communiceren.

De resultaten van een ander onderzoek kunnen licht werpen op de vraag waarom mensen de voorkeur geven aan robotadvocaten boven echte advocaten. Consumenten maken zich zorgen over de totale kosten, waarde en prijstransparantie wanneer ze contact opnemen met een advocaat. Zowel de werkelijke kosten als het eindresultaat zijn vaak onzeker. 31% van de respondenten vond dat het gebruik van het rechtssysteem te veel geld kost (zelfs als de voordelen de kosten rechtvaardigen). 35% is van mening dat de eindvoordelen de kosten niet rechtvaardigen en voor 28% vormt het feit dat ze niet vooraf weten wat de uiteindelijke kosten zullen zijn, een belemmering.

Uit het onderzoek is ook gebleken dat er veel ruimte is voor verbetering als het gaat om klanttevredenheid, en dat er vaak een aanzienlijke kloof bestaat tussen wat advocaten denken dat hun cliënten willen en wat die cliënten eigenlijk willen. Er is ook een behoorlijk verschil tussen hoe cliënten het proces daadwerkelijk emotioneel ervaren, en hoe advocaten denken dat hun cliënten zich voelen.

Laten we eerst kijken naar enkele statistieken, gecompileerd uit verschillende rapporten:

  • 59% van de respondenten zegt te overwegen gebruik te maken van juridische dienstverleners wanneer ze geconfronteerd worden met een juridisch probleem (wat betekent dat maar liefst 41% dat niet zou doen!), en 57% van de respondenten heeft te maken gehad met een levensprobleem waarvoor een juridische oplossing bestond waar ze evenwel geen gebruik van gemaakt hebben.
  • Juridische consumenten blijven niet bij de pakken zitten: 59% onderneemt actie binnen 1 week; 64% verwacht een reactie binnen 24 uur of minder. (Om de zaken in perspectief te plaatsen: de gemiddelde tijd die een advocaat neemt om een mogelijke nieuwe cliënt te beantwoorden is ongeveer 3 werkdagen).
  • Als het gaat om juridische diensten, willen consumenten lokale oplossingen: 50% zal niet meer dan 45 km afleggen om een advocaat te ontmoeten, terwijl 35% zelfs geen 32 km zal afleggen.
  • Meer dan 2 op de 3 juridische consumenten gebruiken de telefoon om contact op te nemen met een advocaat: 38% gebruikt mobiele telefoons, 31% gebruikt een vaste lijn.
  • Afhankelijk van de enquête neemt tussen de 58% en 65% van de juridische consumenten uiteindelijk contact op met een juridische professional.
  • Ze shoppen niet: 58% neemt slechts contact op met één advocaat; 21% neemt contact op met twee; nog eens 21% neemt contact op met drie advocaten.
  • Uiteindelijk heeft 85% van de consumenten die contact opnamen met een advocaat een advocaat in dienst genomen. 58% van de consumenten heeft een consultatie gehad met een advocaat die ze niet hebben ingehuurd en 68% communiceerde met een advocaat die ze niet hebben ingehuurd. (Op het eerste gezicht lijkt dit tegenstrijdig, maar dit kan verklaard worden door het feit dat 42 procent van de consumenten contact opneemt met meer dan één advocaat. Als ik bijvoorbeeld met drie advocaten praat en er slechts één inhuur, dan heb ik 66% van de advocaten met wie ik contact heb opgenomen niet ingehuurd).

Met welke factoren houdt de juridische consument rekening bij de keuze van een advocaat? Stephen Fairly maakt een onderscheid tussen concrete en subjectieve factoren. De concrete factoren zijn onder meer:

  • Expertise is belangrijk voor 45%,
  • Kosten voor 33%,
  • Locatie voor 31%,
  • Snelheid voor 26%,
  • Specialisatie voor 23%,
  • Ervaring / dienstjaren voor 23%.

De subjectieve factoren zijn:

  • Aanbevelingen: 40%
  • Reputatie: 29%
  • Het inboezemen van een gevoel van vertrouwen: 29%
  • Het feit dat een advocaat als eerlijk overkomt: 24%
  • Een gevoel van empathie: 22%

Het verschil tussen wat juridische consumenten willen en wat advocaten denken dat ze willen, is het grootst op drie vlakken: wanneer de cliënten hun advocaat persoonlijk willen ontmoeten, wanneer ze hun advocaat aan de telefoon willen spreken, en wanneer het gaat om het balanceren van dienstverlening en kostprijs.

Ontmoeten in persoon: Cliënten willen hun advocaten persoonlijk ontmoeten wanneer zij de juridische aspecten van een zaak willen leren kennen (55%), wanneer zij hun advocaat de details van hun zaak willen vertellen (70%), en wanneer zij documenten ondertekenen, bekijken, delen of afleveren (64%). Aan deze verwachtingen wordt duidelijk niet voldaan. Slechts 2% van de advocaten verwacht de juridische aspecten van een zaak persoonlijk te bespreken. Slechts 3% van de advocaten verwacht van hun cliënten dat zij de feiten in persoon vertellen. De zaken zijn iets beter als het gaat om de behandeling van documenten, waarbij 43% van de advocaten erkent dat hun cliënten documenten in persoon willen ondertekenen, overhandigen, enz.

Bereikbaarheid over de telefoon: voor advocaten maakt het meestal niet uit hoe ze gecontacteerd worden, zolang ze gecontacteerd worden; en telefoneren met hun cliënten is zelden een prioriteit. Juridische consumenten daarentegen verwachten dat ze hun advocaten telefonisch kunnen spreken om een afspraak te maken (59%), om snel een antwoord te krijgen op een vraag (46%), of om een update te krijgen over hun zaak (37%).

Een evenwicht vinden tussen dienstverlening en kost: advocaten worden als duur ervaren. Juridische consumenten zijn enkel bereid om te betalen als zij daarvoor een bepaald niveau van dienstverlening terugkrijgen. Cliënten verwachten dat ze hun advocaat persoonlijk kunnen ontmoeten of dat die via de telefoon bereikbaar is, wat vaak de meest tijdrovende (en indien gefactureerd per uur ook de duurste) optie is. Cliënten willen ook dat advocaten beschikbaar zijn buiten hun kantoor (68%) en buiten kantooruren (59%).

In een reeks artikelen in The National Law Review heeft Liz Wendling een lijst van 10 aanbevelingen samengesteld om beter tegemoet te komen aan de verwachtingen van cliënten.

  1. Sla het oppervlakkige praatje over.
  2. Zorg ervoor dat u een verstandhouding tot stand brengt met uw cliënt.
  3. Behandel cliënten niet alsof ze onwetend zijn m.b.t. hun juridische opties.
  4. Help uw cliënten inzien waarom u anders bent dan uw concurrenten.
  5. Cliënten hebben een naam; gelieve deze te gebruiken.
  6. Toon uw cliënten de waarde van uw diensten, en zij zullen minder om uw honoraria geven.
  7. Cliënten verliezen hun interesse om met u in zee te gaan als u eerst over uzelf praat.
  8. Maak het geldgesprek niet ongemakkelijk.
  9. Als u de zaken van een cliënt wilt, dan moet u daar om vragen.
  10. Geef hen redenen om te geloven dat hun beslissing om van uw diensten gebruik te maken de juiste was.

Samenvattend: uit de enquêtes blijkt dat vaak niet wordt voldaan aan de eisen en verwachtingen van de juridische consument en dat advocaten hiervoor creatieve oplossingen moeten vinden. In veel gevallen kan technologie daarbij behulpzaam zijn. Cliëntportalen, toegang op afstand en taakautomatisering (zoals te vinden in CICERO LawPack) kunnen advocaten helpen om makkelijker bereikbaar te zijn zonder teveel tijd te investeren waar die beter anders besteed zou zijn.

Bronnen:

 

In de wereld waarin we thans leven wordt alles steeds meer met elkaar verbonden. Via onze smartphones, tablets, computers, slimme horloges, enz. leven we online, en we zijn vrijwel constant op de een of andere manier verbonden met het internet. Ook steeds meer apparaten die we gebruiken, verzamelen en versturen voortdurend gegevens. Dit wordt vaak het Internet van de Dingen (IvD) of Internet der Dingen (IdD) genoemd (“Internet of Things” in het Engels). In dit artikel leggen we uit wat het is, en bekijken we enkele voorbeelden. Daarna zullen we ingaan op enkele juridische overwegingen met betrekking tot het internet van de dingen.

De Nederlandstalige Wikipedia definieert het internet van de dingen als “een voorgestelde ontwikkeling van het internet, waarbij alledaagse voorwerpen zijn verbonden met het netwerk en gegevens kunnen uitwisselen.”

De Engelstalige definitie is iets uitgebreider, en omschrijft het als “het netwerk van fysieke apparaten, voertuigen, huishoudapparaten en andere zaken die ingebed zijn in elektronica, software, sensoren, actuatoren en connectiviteit die deze dingen in staat stelt om gegevens te verbinden, te verzamelen en uit te wisselen, waardoor er mogelijkheden ontstaan voor een directere integratie van de fysieke wereld in computer-gebaseerde systemen, wat resulteert in efficiëntieverbeteringen, economische voordelen en minder menselijke inspanningen“.

Al deze apparaten zijn voorzien van unieke identificatiemiddelen (UID’s) en hebben doorgaans de mogelijkheid om gegevens over een netwerk uit te wisselen zonder dat er interactie tussen mens en mens, of mens en computer nodig is. Dit betekent ook dat ze op afstand kunnen worden gemonitord en, in veel gevallen, bestuurd.

Het aantal verbonden apparaten neemt snel toe. In 2017 waren 8,4 miljard apparaten aangesloten op het internet, een stijging van 31% ten opzichte van 2016. De meningen lopen sterk uiteen over hoe snel de verdere uitbreiding zal plaatsvinden. Aan de conservatieve kant vinden we bijvoorbeeld het analistenbureau Gartner, dat verwacht dat er in 2020 meer dan 26 miljard aangesloten apparaten zullen zijn. ZD-Net heeft het over een aantal van 50 miljard apparaten tegen 2020. Anderen schatten dit aantal echter veel hoger in, tot meer dan 100 miljard apparaten.  Zelfs in conservatieve schattingen wordt verwacht dat de wereldwijde marktwaarde van het internet der dingen in 2020 7.100 miljard dollar zal bedragen.

Welke apparaten maken deel uit van het internet der dingen? In principe kan elk fysiek object worden omgevormd tot een IvD-apparaat als het kan worden aangesloten op het internet en op die manier kan worden bestuurd. Bestaande voorbeelden zijn koffiezetapparaten, wasmachines, koptelefoons, lampen, draagbare apparaten en zelfs kinderspeelgoed. Het omvat ook veel voertuigen, en zelfs onderdelen van machines, zoals de boormachine van een booreiland, of de straalmotoren van een vliegtuig die gevuld zijn met duizenden sensoren die gegevens verzamelen en terugsturen naar de fabrikant. Er zijn medische IvD-apparaten zoals insuline-injectiepompen, pacemakers, enz. We vinden m.a.w. al IvD-apparaten in onze huizen, in de gezondheidszorg, het transport, de informatietechnologie en de energie-infrastructuur.

Het hoeft in deze omstandigheden niet als een verrassing te komen dat deze proliferatie van verbonden apparaten verschillende juridische vragen oproept.

Een eerste reeks kwesties heeft te maken met privacy en gegevensbescherming. In de EU is bijvoorbeeld de AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming) van toepassing en leveranciers van IvD-apparaten moeten ervoor zorgen dat ze voldoen aan alle wettelijke vereisten ter zake voldoen, wat niet altijd vanzelfsprekend is. De AVG is niet alleen van toepassing op het verzamelen en opslaan van gegevens, maar ook op wat er met de gegevens gebeurt. Gebruikers moeten er ook mee instemmen hoe die gegevens worden gebruikt en verwerkt.

De tweede reeks problemen heeft te maken met veiligheid en cybercriminaliteit. Elk nieuw apparaat wordt een nieuw potentieel doelwit voor hackers en criminelen. De Amerikaanse Federal Trade Commission (FTC) heeft een rapport gepubliceerd waarin zij haar bezorgdheid uitte over de veiligheidsrisico’s die verbonden apparaten met zich mee brengen: ze zouden bijvoorbeeld kunnen worden gebruikt om ongeoorloofde toegang mogelijk te maken, voor misbruik van persoonlijke identificatie en om aanvallen op andere systemen mogelijk te maken. De simpele waarheid is dat het internet van de dingen de deur opent naar een hele nieuwe reeks cybercriminaliteit, waarbij criminelen de apparaten gebruiken voor afpersing, sabotage (bv. interferentie met energie), voor mishandeling, enz. In een recente hackwedstrijd hebben hackers bijvoorbeeld – met toestemming – gedemonstreerd hoe zij in staat waren om binnen enkele minuten de controle over een bestuurder loze wagen over te nemen.

Een derde reeks kwesties heeft betrekking op eDiscovery, met inbegrip van eDiscovery in strafrechtelijke onderzoeken. Met IvD-apparatuur worden immers gegevens verzameld die in rechtszaken als bewijsmateriaal kunnen dienen. Er zijn al gevallen waarin waar iemand was, werd bevestigd of tegengesproken door de GPS-systemen in de auto, smartphone of slim horloge. Er zijn bijvoorbeeld ook al gevallen waarin persoonlijke assistenten zoals Siri, Alexa of Cortana, die voortdurend registreren wat er gezegd wordt, relevant bewijs hebben geleverd. Een zaak die enkele maanden geleden de krantenkoppen haalde, betrof een mogelijk moordonderzoek, waarbij een apparaat van Amazon Echo (Alexa) een verdachte vrijsprak door zijn alibi te bevestigen. (Meldenswaardig is ook dat Amazon in eerste instantie weigerde om de gegevens te overhandigen wanneer de wetshandhavingsinstanties daarom vroegen, maar ermee instemde om dit te doen wanneer de klant hen vroeg om de gegevens te overhandigen omdat het zijn alibi kon – en uiteindelijk zou – bevestigen).

Kortom, het internet van de dingen opent de deuren naar tal van nieuwe mogelijkheden die op hun beurt weer veel juridische vragen oproepen. Voor advocaten is dat waarschijnlijk een goede zaak.

 

Bronnen:

De eerste juridische toepassingen van Artificiële Intelligentie (AI) verschenen al enkele decennia geleden, maar zijn nooit echt van de grond gekomen. Daar is in de laatste jaren verandering in gekomen. Veel van de recente vooruitgang is te danken aan de evoluties in Machine-Leren (Machine Learning,  ML), Diep-Leren (Deep Learning, DL) en Juridische Analytics (Legal Analytics, LA). Omdat juristen doorgaans niet vertrouwd zijn met deze termen, zullen we in dit artikel eerst de verschillende concepten toelichten. Daarna geven we een aantal voorbeelden van bestaande applicaties. We eindigen met een aantal algemene overwegingen.

Laten we beginnen met de drie termen Artificiële Intelligentie, Machine-Leren en Diep-Leren, en hoe die zich tot elkaar verhouden. Het eerste wat je moet weten is dat Artificiële Intelligentie de breedste term is. Machine-Leren is een onderdeel van Artificiële Intelligentie, en Diep-Leren is op zijn beurt een onderdeel van Machine-Leren.

De Techopedia definieert Artificiële Intelligentie als “een gebied van de informatica dat de nadruk legt op het creëren van intelligente machines die werken en reageren als mensen. Sommige van de activiteiten waarvoor computers met kunstmatige intelligentie zijn ontworpen zijn o.a.: Spraakherkenning, Leren, Planning, Probleemoplossing.” Voorbeelden van juridische AI-applicaties die niet gebaseerd zijn op machine-leren zijn bijvoorbeeld expertsystemen, beslissingstabellen, bepaalde vormen van procesautomatisering (die zich richten op repetitieve taken), evenals eenvoudige juridische chatbots die zich richten op één of meer specifieke taken, enz.

Machine Learning is een tak van AI. Het is gebaseerd op het idee dat systemen kunnen leren van gegevens, patronen kunnen identificeren en beslissingen kunnen nemen met minimale menselijke tussenkomst. Het is een methode van data-analyse die het bouwen van analytische modellen automatiseert. Hiervoor maakt het gebruik van statistische technieken die computersystemen de mogelijkheid geven om te “leren” uit de gegevens, zonder dat het systeem daartoe expliciet geprogrammeerd wordt. Dat leren kan bijv. bestaan uit het geleidelijk verbeteren van de prestaties bij het uitvoeren van een specifieke taak.

In een artikel van TechRepublic legt Hope Reese uit dat Deep Learning (DL) “sommige ML-technieken hanteert om problemen in de praktijk op te lossen door gebruik te maken van neurale netwerken die menselijke besluitvorming simuleren. Diep-leren kan duur zijn en vereist enorme datasets om zichzelf te trainen. Dat komt omdat er enorm veel parameters zijn die moeten worden begrepen door een leeralgoritme. Dit kan initieel veel valse positieven produceren”.

Zowel machine-leren als diep-leren maken gebruik van leerprocessen. Die leerprocessen kunnen gesuperviseerd, semi-gesuperviseerd, of niet gesuperviseerd zijn.

Wanneer machine-leren toegepast wordt op juridische gegevens, wordt vaak de term Legal Analytics gebruikt. Het is “het toepassen van data-analysemethoden en -technologieën binnen het rechtsgebied ten einde de efficiëntie te verbeteren, inzicht te krijgen en meer waarde te realiseren uit beschikbare gegevens” (TechTarget).

Laten we even kijken naar enkele juridische toepassingen van machine-leren. De toepassingen die beschikbaar zijn, zijn niet alleen voor advocaten, maar ook bijvoorbeeld voor rechtbanken, politiediensten en andere rechtshandhavingsinstanties.

In een eerder artikel hebben we al gesproken over juridisch onderzoek, eDiscovery en triagediensten. Juridische databanken maken steeds vaker gebruik van AI om u de relevante wetten, reglementeringen, jurisprudentie, etc. voor te schotelen. Er zijn eDiscovery diensten voor advocaten en voor rechtshandhavingsinstanties die zich richten op het vinden van relevant digitaal bewijsmateriaal. Beide maken doorgaans gebruik van triagediensten of -algoritmes om de resultaten in volgorde van relevantie te rangschikken.

Legal Analytics wordt ook gebruikt voor “due diligence”, i.e. de vereiste professionele nauwgezetheid die van juristen verwacht wordt, waarbij het systeem intelligente checklists kan aanmaken en gebruiken. Legal Analytics wordt ook gebruikt voor het nazien van documenten en contracten. In sommige gevallen kan het systeem zelfs nog een stap verder gaan en helpen bij het aanmaken van documenten en contracten (Intelligent Document Assembly). Enkele meer geavanceerde voorbeelden van procesautomatisering, bijvoorbeeld voor echtscheidingszaken waarbij de hele procedure grotendeels geautomatiseerd is, zijn ook gebaseerd op ML-algoritmen.

Een van de gebieden waar juridische analyse de krantenkoppen heeft gehaald is voorspellende analyse (predictive analysis): met behulp van statistische modellen maakt het systeem voorspellingen. Voorspellende analyse wordt niet alleen door advocaten gebruikt: ook hier zijn er toepassingen voor rechtbanken en voor rechtshandhaving. Er zijn bijv. systemen voor:

  • Misdaadvoorspelling en -preventie die toekomstige misdaadplekken voorspellen.
  • Voorafgaande vrijlating op borg (= vóór een procedure ten gronde) en voorwaardelijke invrijheidstelling (=na een veroordeling en mits een deel van de straf uitgezeten is); en voor misdaadrecidivevoorspelling (waarbij het systeem de kans op recidive voorspelt).
  • Gerechtelijke analyse en procesanalyse voorspellen de kansen op succes in een rechtszaak, of welk resultaat men in bepaalde gevallen kan verwachten. Deze systemen kunnen bijvoorbeeld zelfs rekening houden met eerdere uitspraken van de betrokken rechter.

ML wordt ook met succes gebruikt bij het opsporen van criminaliteit. Er zijn AI-systemen die constant het beeldmateriaal van bewakingscamera’s analyseren, of die gebruik maken van een netwerk van microfoons om schoten te detecteren die worden afgevuurd. Onlangs was er in het nieuws een verhaal over hoe gezichtsherkenningssoftware werd gebruikt voor het scannen van mensen die een concert bijwoonden, wat tot een aantal arrestaties leidde.

Dit zijn slechts enkele voorbeelden. Een artikel dat onlangs is gepubliceerd in Tech Emergence (“AI in Law and Legal Practice – A Comprehensive View of 35 Current Applications”) geeft een overzicht van 35 juridische ML-applicaties.

Er is de laatste jaren dus veel vooruitgang geboekt op het gebied van juridische analytics en juridisch machine-leren. Toch zijn er bepaalde problemen en beperkingen waarmee rekening moet worden gehouden als het gaat om juridische toepassingen. Een eerste kwestie heeft te maken met privacy en beroepsgeheim. Advocatenkantoren moeten ervoor zorgen dat ze in orde zijn met de wettelijke AVG-vereisten. Als ze hun cliëntgegevens willen gebruiken, zullen ze toestemming moeten krijgen van die cliënten en zullen ze de gegevens moeten anonimiseren. Een tweede probleem heeft te maken met onpartijdigheid: in een eerder artikel hebben we er bijv. op gewezen hoe deze AI-systemen onze vooroordelen en partijdigheid overnemen. Een derde punt heeft te maken met transparantie: de meeste neurale netwerken presenteren een conclusie zonder uit te leggen hoe ze tot die conclusie gekomen zijn. In strafzaken vormt dit een schending van de rechten van de verdediging. Ook in civiele zaken moeten rechters hun beslissingen motiveren en volstaat het niet om louter te verwijzen naar de beslissing die een AI-systeem heeft genomen. Ten slotte is er ook een cognitief aspect m.b.t. het werk van advocaten, en op dit moment zijn de cognitieve capaciteiten van juridische ML-systemen (nog) zeer beperkt. Ze weten bijvoorbeeld niet hoe “gezond verstand” geëvalueerd moet worden, en evenmin slagen ze erin het na te bootsen.

 

Bronnen:

Besteedt u als advocaat veel aandacht aan uw online reputatie? Als dat niet het geval is, zou u er waarschijnlijk goed aan doen. Want in 2018 zijn juridische consumenten online consumenten, zoals uit de volgende statistieken duidelijk blijkt:

  • 96% van de mensen met een juridisch probleem gebruiken eerst het Internet om antwoorden te vinden met betrekking tot hun probleem.
  • Voor 38% van de mensen die een advocaat willen inhuren is het Internet de eerste plaats waar ze op zoek gaan. (29% vraagt een vriend of familielid om een aanbeveling, 10% neemt contact op met de lokale balie, 4% neemt een bedrijvengids zoals de Gouden Gids om een advocaat te vinden).
  • Van zodra de juridische consumenten een of meer potentiële advocaten op het oog hebben, zal 74% van die juridische consumenten eerst de website van die advocaat of dat advocatenkantoor bezoeken, alvorens verdere actie te ondernemen.
  • 74% van alle juridische consumenten zal contact opnemen met een advocaat die ze op het Internet vinden, en van die 74% doet 87% dan een beroep op die advocaat.
  • 70% van de advocatenkantoren heeft in het afgelopen jaar nieuwe dossiers geopend via hun website.

In deze omstandigheden is Online Reputatiemanagement (ORM) meer dan aanbevelenswaardig.

Wat houdt het beheren van uw online reputatie in? Het team van Blue Ocean merkt terecht op dat “reputatie per definitie een nevelig, ongrijpbaar en complex concept [is]. Vertrouwen en een uitstekende reputatie kunnen immers niet direct worden gemeten zoals inkomsten en uitgaven.”

De definitie van de Wikipedia kan een startpunt zijn. Het omschrijft Online Reputatiemanagement als “het met digitale technieken beïnvloeden en manipuleren van de beeldvorming van een persoon, een handelsmerk of een organisatie zoals die via de sociale media gestalte krijgt. Aandacht gaat naar het beheersen van het publieke sentiment door een positieve beeldvorming op te roepen of een negatief beeld te vermijden. Reputatiemanagement is de strategie om een gunstig imago op te roepen of een ongunstig imago te vermijden. Reputatie ontstaat door communicatie, klantgerichtheid, maatschappelijke verantwoordelijkheid en de kwaliteit van producten en diensten.”

Bij ORM gaat het er m.a.w. om uw image op het Internet te beïnvloeden. Dat kan via de volgende kanalen:

  • Uw website is doorgaans verantwoordelijk voor de eerste indruk die u op een potentiële klant maakt.
  • Het is aanbevolen om getuigenissen (‘testimonials’) te gebruiken.
  • U kunt een blog publiceren dat u kan helpen om u als een autoriteit op uw vakgebied te vestigen.
  • U kunt dialogen aangaan met potentiële cliënten via sociale media en discussiegroepen, bijv. door vragen te beantwoorden en gratis advies te geven.
  • Online consumenten zoeken meestal ook naar recensies (‘reviews’) op gespecialiseerde websites van derden. Het is aan te raden om op die recensies te reageren. (Meer daarover hieronder).
  • Er zijn zoekresultaten in zoekmachines.
  • Niet te vergeten zijn uw profielen in allerlei professionele en bedrijvengidsen.

Praktisch gezien bestaat de eerste stap erin om uit te vinden wat er over u en uw kantoor wordt gezegd. U kunt beginnen met het online opzoeken van uw kantoor via zoekmachines. Zorg er ook voor dat u weet wat er gezegd wordt op online review sites, want online consumenten willen graag weten wat de ervaringen zijn van anderen die gebruik hebben gemaakt van uw diensten. U wilt positieve recensies in de verf zetten en op een gepaste wijze de negatieve recensies aanpakken.

Het reageren van negatieve recensies is niet altijd eenvoudig, vooral omdat er deontologische overwegingen in acht te nemen zijn. U moet ervoor zorgen dat u nooit vertrouwelijke informatie onthult. In de regel is het best om niet met specifieke details te reageren, maar in plaats daarvan een verontschuldiging aan te bieden, en om te vragen om persoonlijk gecontacteerd te worden om de zaak uit te klaren.

In 2018 is ook het aanpakken van nepnieuws een bekommernis. Zorg ervoor dat u geen valse informatie over uzelf (of uw klanten) verstrekt. Zorg er ook voor dat u eventuele valse online informatie over u of uw bedrijf aan de kaak stelt.

Naast het aanpakken van factoren die uw reputatie kunnen schaden, kunt u ook proactief beginnen met het opbouwen van een positieve reputatie via de hierboven vermelde kanalen: uw website, getuigenissen, blogartikelen, een dialoog aan te gaan met potentiële klanten via sociale media en discussiegroepen, professionele profielen in bedrijvengidsen, enz. Maar ook hier is het belangrijk om op de hoogte te blijven van deontologische overwegingen, die specifiek kunnen zijn voor de balie waartoe u behoort. De meeste balies staan advocaten niet toe om rechtstreeks cliënten te benaderen om hen hun diensten aan te bieden. Sommige balies staan zelfs niet toe dat advocaten hun cliënten actief om recensies of getuigenissen vragen.

 

Bronnen:

De markt van de juridische dienstverlening ondergaat drastische veranderingen. De afgelopen jaren hebben we de opkomst gezien van alternatieve juridische dienstverleners, evenals een snelle toename van het gebruik van kunstmatige intelligentie. We hebben tegenwoordig juridische chatbots en robotjuristen, en sommigen van hen bieden gratis juridische diensten aan. De juridische consument klaagt er niet om: in een recente enquête in het Verenigd Koninkrijk zouden zeven op de tien respondenten liever een beroep doen op een robotjurist dan op een advocaat! Dat komt niet echt als een verrassing, en de oorzaak is vlug gevonden: honoraria die per uur aangerekend worden zijn een van de belangrijkste redenen waarom juridische consumenten niet staan te springen om een advocaat te raadplegen.

In het verleden hebben we het al gehad over de dood van het aanrekenbare uur. Met de huidige ontwikkelingen in de juridische markt, is die dichterbij dan ooit te voren. Er zijn voldoende redenen om aanrekenbare uren overboord te gooien, en om aandacht te gaan besteden aan alternatieve vergoedingsmodellen (Alternative Fee Arrangements – AFA’s).
Wat moeten we verstaan onder alternatieve vergoedingsmodellen? Er is geen standaarddefinitie, maar in principe is elke regeling waarbij de klant niet per uur wordt gefactureerd een alternatieve vergoedingsregeling. (Er is onenigheid over de vraag of volumekortingen al dan niet een alternatieve vergoedingsregeling zijn, maar die discussie is grotendeels academisch).

Er zijn verschillende soorten alternatieve vergoedingsmodellen. In het artikel over de dood van het aanrekenbare uur hebben we aandacht besteed aan:

• Geplafonneerde vergoedingen,
• Het aanrekenen van een forfait of vaste prijs,
• Contingentieovereenkomsten (waarbij de betaling afhankelijk is van het resultaat),
• Holdback (stapsgewijze betaling, waarbij de som afhangt van de vraag of aan bepaalde voorwaarden is voldaan),
• Gemengde uurlonen (verlaging van het tarief van factureerbare uren door taken te delegeren),
• Het cost plus-model (kostprijs plus redelijke winst), en
• Het abonnement-model (waarbij de klant een periodieke vergoeding betaalt voor het behandelen van alle juridische dossiers tijdens die periode).

(De gebruikers van CICERO LawPack weten waarschijnlijk wel dat de boekhoudapplicatie voldoende flexibiliteit biedt om van deze alternatieve vergoedingsregelingen gebruik te kunnen maken).

Waarom kiezen voor een alternatieve vergoedingen? Alle argumenten in het voordeel van alternatieve vergoedingen zijn de argumenten tegen het factureerbare uur.
Voor juridische consumenten bieden factureerbare uren ongetwijfeld een belabberde consumentenervaring. Ten eerste is er een fundamentele dubbele onzekerheid: de cliënt weet niet van tevoren hoeveel het zal kosten om zijn of haar juridische kwestie aan te pakken, en als de zaak door een rechtbank beslecht wordt, weet hij of zij niet wat het eindresultaat zal zijn. Van de juridische consument wordt m.a.w. verwacht dat hij of zij zich ertoe verbindt om voor een onbekend resultaat een nog niet nader bepaald geldbedrag te betalen.
Honoraria die per uur aangerekend worden, worden ook altijd als duur ervaren. Daarenboven houdt het feit dat de cliënt voor alles en nog wat wordt gefactureerd, incl. communicaties, geen steek. Stelt u zich voor dat u een computer- of autoprobleem heeft, dat u dit probleem laat verhelpen, en wanneer u de rekening ontvangt, u ook moet betalen voor telefoongesprekken en consultaties, bovenop de eigenlijke reparaties.

Ook voor de advocaten zelf hebben factureerbare uren neveneffecten die de productiviteit van een advocatenpraktijk negatief beïnvloeden. Omdat je voortdurend op de hoogte moet blijven van alles wat je doet, is er veel extra administratie nodig. Uit een onderzoek dat een jaar geleden is gepubliceerd, bleek dat slechts 29 % van de tijd die een advocaat aan het werk is, in rekening kan worden gebracht. De resterende 71% bestaat grotendeels uit administratie en – in mindere mate – het werven van nieuwe cliënten. Voeg daar nog aan toe, zoals eerder vermeld, dat het in rekening brengen van communicatie met cliënten een negatief effect kan hebben op heldere en essentiële communicatie.

De recente vooruitgang op het gebied van kunstmatige intelligentie en procesautomatisering illustreert eveneens dat aanrekenbare uren steeds minder zinvol worden. Hoeveel tijd rekent u bijvoorbeeld aan voor een contract dat in seconden door een AI-systeem wordt samengesteld of nagezien? Of hoe zit het met eDiscovery, waar computers binnen enkele minuten duizenden documenten kunnen scannen op relevante informatie, waar het dagen zou duren om hetzelfde handmatig te doen?

Kortom, naarmate de juridische markt verandert, zal de vraag naar alternatieve vergoedingsregelingen alleen maar toenemen. In toekomstige artikelen zullen we een aantal van deze alternatieve vergoedingsmodellen nader bekijken.

Bronnen:
• www.businessmag.co.uk/high-wycombe-consumers-favour-lawbot-robotised-help-real-lawyer/
• www.abajournal.com/news/article/clio_releases_legal_trends_report_2017/
• www.firmofthefuture.com/content/how-to-kill-the-billable-hour/
• www.firmofthefuture.com/gated-assets/using-value-pricing-to-grow-your-business/
• biglawbusiness.com/billable-hour-makes-no-sense-in-an-ai-world/
• mena.thomsonreuters.com/en/articles/legal-fee-fear-factor.html
• www.americanbar.org/publications/law_practice_magazine/2014/may-june/alternative-fee-arrangements-that-work-for-clients-and-lawyers.html